vrijdag 24 november 2017

De Stemmendief

Hallo fans.

Hebben jullie het al gemerkt? Veel kinderen zijn verkouden. Ze niezen veel en ze kunnen bijna niet praten. Deze kinderen zijn hees. Alsof iemand hun stem gestolen heeft. 

De Stemmendief

In het Wie Wat Waar land is een groot bos. In dat bos staan hele hoge wolkenbomen. Deze bomen staan zo dicht tegen elkaar aan dat het op de wolkengrond, onder de bomen, altijd donker is.

Op de grond scharrelt er iets rond. Het wezentje is iets kleiner dan een kabouter.Het heeft hele grote witte ogen. Als hij rechtop staat hangen zijn voorpoten op de grond. Als hij voorruit wil zet hij zijn voorpoten iets naar voren. Dan springt het wezen met zijn achterpoten tussen zijn voorpoten door. En dat is dan zijn manier van lopen.
Aan alle vier zijn poten heeft het klauwen die wel een beetje op handen lijken. Uit zijn bek steken twee grote gele tanden.
Het wezen komt aan de rand van het donkere Wolkenbomenbos. 
Een eindje verderop staat een van de laatste Wolkenbomen van het bos.
Vanuit deze boom dwarrelen er platte wezentjes naar beneden.  Daarna klimmen ze weer naar boven en begint het feest opnieuw.
Het beest gaat naar de boom. Het opent zijn bek en gromt. "RG...Rg...rg".
De wezentjes dwarrelen gewoon door alsof er niets aan de hand is. Het lijkt erop of dat ze niets gehoord hebben.
Het beest draait zich om. Een beetje nijdig hopst hij weg.

Het beest gaat terug naar zijn hutje in het Wolkenbomenbos. In het hutje zoekt het wezen naar iets. Ineens heeft hij een klein rugzakje te pakken. Hierin doet hij een oud boek met gouden letters erop. 
hij doet de rugzak om en loopt weer naar buiten.
Voor zijn hutje gaat het beest rechtop staan. Hij snuift eens.Hij kijkt alle kanten op. Dan hopst hij rechtdoor. Op weg naar de wolkbreuk.

Bij de wolkbreuk blijft hij staan. Hij houdt zijn kop scheef en bromt: "Rg...Rg".
Dan springt hij de wolkbreuk in.
"RGGGG...RGGGG...RRRg". De zure regen valt op zijn vacht. Het beest zet het op een lopen. Het wezen komt aan de andere kant van de breuk. Hij draait zich om. "RGGG...Rggg", gromt het tegen de wolkbreuk.
Even later loopt hij verder. Het beest kijkt om zich heen. Waar is hij nu terecht gekomen? De wereld is oranje, rood en geel gekleurd. 
Ineens ziet hij iets in een oranje wolkenboom zitten. Vlug verstopt hij zich in de bosjes.
Boven in de boom  zit een oranje pluizenbol te slapen. Heel voorzichtig sluipt het beest naar de wolkenboom. Op de boom hangt een bordje. Het wezen kan het bordje niet lezen. 
"Rgg...rggg", gromt hij zachtjes tegen de oranje bol. Snel hopst hij verder.
De oranje pluizenbol doet één oog open en kijkt het wezen na.
Na een lange wandeling komt het wezen op het plein voor de Wolkenfabriek. Hij hoort iemand zingen. Weer verstopt hij zich in de wolkenbosjes.

Valentino is weer eens verliefd.
Valentino
"La...La...lala", zingt onze verliefde Kroelio. Langzaam loopt hij over het plein heen. De Kroelio blijft zingen. In de bosjes spitst het beest zijn oren. Hij begint te lachen. Vlug haalt hij het boek met de gouden letters uit zijn rugzak. Het wezen bladert door het boek. Valentino is nu vlak bij het bosje waar het beest in zit. Hij zingt nog steeds. "Trrrra...la...la...".
Het beest mompelt iets.Plots verschijnt er een groen bolletje boven Valentino's kop. Het bolletje wordt rood en vliegt naar het beest en verdwijnt in zijn kop. 
"Traa...larG...RRRgaaag...". Valentino grijpt naar zijn keel.
"ARg...groosRRR". Hij kan niet meer zingen. Valentino kan zelfs niet meer praten. Hij is zijn stem...kwijt. Van schrik rent Valentino naar het Hemelse Plein. 
"Traa...la...la", zingt het wezen met de stem van Valentino.
Lachend en zingend gaat hij verder.


Mo de Kroelio
Mo de Kroelio loopt op het Hemelse Plein. Hij is op weg naar het luchtkasteel.
Leon, de keukenprins, is in het luchtkasteel. Hij heeft Mo gevraagd even langs te komen.Zomaar. Gezellig keuvelen over van alles en nog wat. Mo heeft er zin in.
Plotseling komt Valentino het plein opgerend. Hij gaat recht op Mo af.
"ARRRRg...PPR", schreeuwt Valentino.Hij stopt bij Mo.
Mo zegt; "Rustig, rustig Valentino. Ik versta er niets van". 
"GGrrAAAAAkk...", schreeuwt Valentino weer. Mo snapt er niets van.  Valentino begint nu toch wel boos te worden. Hij haalt zijn schouders op en laat zich op de wolkengrond vallen. Daar zit hij... met zijn voorpootjes over elkaar.
Mo staat na te denken. Dat kun je zien. Want dan verschijnt er een rimpel boven zijn ogen. 
"Jij bent je stem kwijt...",zegt Mo tegen Valentino.Valentino zucht en knikt van ja."Maar hoe kan dat? vraagt Mo. Valentino springt op. hij doet zijn pootjes boven zijn hoofd. Valentino doet net alsof hij een bal boven zijn hoofd heeft.Mo snapt er nog steeds niets van. 
"Kom mee naar het Luchtkasteel", zegt hij tegen Valentino. "Misschien weet daar iemand iets van verdwenen stemmen". Valentino sjokt achter Mo aan. Op naar het kasteel.

In het Luchtkasteel gaan Valentino en Mo naar de paleiskeuken. In een hoekje naast de oven zit Leon, de keukenprins, te snikken.
"Wat is er met jou aan de hand?", vraagt Mo aan Leon. De keukenprins springt op en begint te schreeuwen. 
Leon, de keukenprins, Kroelio
"RRRppp...KKKrrr...oookkk". Hij wijst door het raam naar buiten. Mo kijkt naar buiten. Hij ziet alleen een paar wolkenbomen en struiken. 
"Hmmm...al twee Kroelioos zonder stem...vreemd", mompelt Mo.
"Blijven jullie hier...dan ga ik naar mijn kamer". Mo rent weg.
Leon en Valentino kijken elkaar aan.Ze gaan op de grond zitten. Verdrietig kijken ze voor zich uit.

Mo is op zijn kamer in het Luchtkasteel.
Hij is op een stoel gaan zitten. Mo is aan het zoeken in heel veel boeken.
"Nee deze is het ook niet", mompelt de Kroelio. Hij zoekt verder. Even later denkt Mo het goede boek te hebben gevonden.
"Verdwenen stemmen", leest hij. "Een stemmendief? "mompelt Mo. 
"Het lijkt inderdaad op tovenarij". Hij pakt het boek en gaat terug naar de paleiskeuken.

In de keuken gaat Mo bij Leon en Valentino op de wolkengrond zitten. Hij laat de twee andere Kroelioos het boek zien. Leon kijkt verbaasd naar het boek. 
"GRRRRo...PPPRRR", grauwt Leon en wijst naar een plaatje in het boek. Op het plaatje staat een duister wezen. Mo kijkt naar het plaatje.Hij leest voor. 
"Een Hork. Een wezen uit het Wie Wat Waar land. Een Hork kan een beetje toveren. Door een toverspreuk kan een Hork stemmen stelen".
"We moeten die Hork snel vinden", zegt Mo tegen de andere twee Kroelioos. 
Weer wijst Leon door het raam naar buiten.
"Daar heen dus", roept Mo. Hij sringt op en rent naar buiten. Leon en Valentino rennen mee.
De Hork is weer terug op het plein voor de fabriek. De ene keer praat hij met de stem van Leon, dam weer met de stem van Valentino. De Hork wil weer terug naar het Wie Wat Waar land.
Lino Kroelio, de baas van de wolkenfabriek, komt net naar buiten gelopen. Dan ziet hij de Hork.
Lino Kroelio
"Hee...wie ben jij?", roept Lino. "Wat doe jij hier?". Lino rent naar de Hork toe.
De Hork pakt snel zijn toverboek. De stem van Lino vliegt naar de Hork.
"RRRRGGG...Kpppirrr", roept Lino ineens.Hij stopt en voelt eens aan zijn keel.
"ARRRgg...Aargg , hoest Lino. Zijn stem is weg. De Hork is ook weg. Verdwenen in het Lanterfantenbos.

Heel snel achter elkaar komen er drie Kroelioos het fabrieksplein oprennen. 
Zo snel...dat ze bijna over Lino struikelen.
"Wat doe jij op het plein?", vraagt Mo. "Wat is er gebeurd?". 
"RRRRRGR KIPPPPeRRR", antwoordt Lino. Hij wijst naar het Lanterfantenbos.
"Aha, dus daar zit de stemmenrover", roept Mo. "Nu is het afgelopen. We gaan hem vangen. Kom mee", wijst Mo. Hij marcheert naar het bos. De andere Kroelioos kijken elkaar verbaasd aan. Dan gaan ze toch maar achter Mo aan. 
Langzaam sluipen de vier Kroelioos door het Lanterfantenbos. een Lanterfant kijkt op. Hij snapt niet wat die snuiters in zijn bos komen doen.

De Hork is moe geworden van al dat getover. Hij doet zijn rugzak af. De stemmendief kijkt voorzichtig rond. Niemand te zien. De kust is veilig.Hij laat zich pardoes tegen een wolkenboom vallen. Even later is de Hork in slaap gevallen.

Een eindje verderop staan de vier Kroelioos te luisteren.
"Horen jullie dat ook?", vraagt Mo. De andere Kroelioos knikken van ja.
"Het lijkt wel of er iemand een boom aan het omzagen is", zegt Mo weer.
Valentino wijst naar een grote Wolkenboom.
Voorzichtig kruipen de Kroelioos naar de grote boom. Niet voorzichtig genoeg.
De Hork doet zijn ogen open. Hij heeft iets gehoord. Hij kijkt vlug achterom. Dan ziet hij de Kroelioos. De Kroelioos hebben hem ook gezien. Vlug duiken ze op de Hork af. Net te laat. De stemmendief klauwt de grote hoge boom in.
Tja denkt Mo. Hoe krijgen we hem weer uit die boom?. 
"Hmmm, eigenlijk zit ie wel goed in die boom", zegt Mo. "We wachten gewoon tot hij er weer uitkomt". Ondertussen heeft Leon de rugzak van de Hork gevonden. Nieuwsgierig kijkt hij in de rugzak. Leon haalt het toverboek uit de rugzak en laat dat aan Mo zien. 
"Dank je wel Leon. Misschien staat in dit boek wel hoe jullie je stem terug kunnen krijgen", vertelt Mo. Hij begint in het bek te lezen. Mo snapt er niet veel van. 
"Heeft iemand van jullie mijn boek meegenomen?", vraagt Mo. De drie andere Kroelioos schudden van nee met hun hoofd. 
"Dan ligt dat zeker nog in de keuken van het Luchtkasteel", mompelt Mo.
"Valentino zou jij dat boek even kunnen gaan halen?", vraagt Mo. "Dan bewaken wij de boom. De Hork kan dan niet ontsnappen".
Zo gezegd zo gedaan. Valentino zet het op een lopen terug naar het Luchtkasteel. Lino kijkt naar boven. Geen spoor te zien van de Hork. De stemmendief zit goed verstopt tussen de wolkenbladeren. Hij durft zich niet te bewegen.
Even later is Valentino weer terug. De Kroelio is helemaal buiten adem. Zo hard heeft ie gerend. Hij geeft het boek aan Mo. Mo bladert door het boek. 
"Aha...hier staat het", wijst Mo. "Spreek de toverspreuk andersom uit", mompelt Mo. Dan pakt hij het boek van de Hork erbij. Hij begint weer te bladeren. Opeens staat Mo op. Hij loopt naar de grote wolkenboom. Aandachtig kijkt hij omhoog. Langzaam begint Mo de Kroelio woorden te fluisteren. 
De Hork krijgt een raar gevoel in zijn hoofd. Wat is dat...?.
Er gebeurt niets. Hmmm, denkt Mo. Zeker iets niet goed gezegd. Nog maar een keer. Opnieuw begint hij te fluisteren.
Dan...verschijnen er ineens...drie groene bolletjes.Vliegensvlug schieten de bolletjes naar de kelen van Valentino, Leon en Lino. De drie Kroelioos beginnen te lachen. Ze kunnen weer praten. Ze hebben hun stem terug. 

Boven in de hoge wolkenboom zit nog steeds de Hork. Zijn keel doet pijn. Hij doet zijn voorpoten op zijn keel. Alleen...nu kan hij zich niet meer vasthouden...en tuimelt zo naar beneden. De Kroelioos springen bovenop hem.  ze grijpen hem stevig vast.
"Rg...RRRGGG", gromt de stemmendief met zijn eigen stem.
"Nee, we laten je niet los", roept Valentino.
"We zullen jou wel eens een lesje leren...", gromt Lino
"We zullen jou stem eens afpakken...dan piep je wel anders", sist Leon.
"Dat gaan we allemaal NIET doen", zegt Mo. "We brengen hem terug naar het Wie Wat Waar land".

Om de beurt houden de Kroelioos de Hork stevig vast en nemen hem zo mee naar de Wolkbreuk.De Hork gromt en krijst bijna de hele tijd. Bij de Wolkbreuk krijgt de stemmendief zijn rugtas terug. Mo heeft wel het toverboek eruit gehaald. Hij zegt tegen de Hork.
"Je hebt zelf toch een stem. Veel zingen dan krijg je vanzelf een mooie stem". 
De Hork kijkt hem ongelovig aan.
Dan pakken de Kroelioos hem bij zijn poten.Ze tellen tot drie. En...daar vliegt de Hork zo door de Wolkbreuk heen.
"Ziezo, daar zijn we mooi vanaf",zegt Lino.
"Eind goed, al goed", zucht Valentino. Leon zegt niets. De vier Kroelioos draaien zich om. Langzaam lopen ze terug nar het Lanterfantenbos. Mo kijkt nog één keer om naar de Wolkbreuk.

BONS
Aan de andere kant van de Wolkbreuk ploft de Hork op de wolkengrond.Hij kijkt eens om zich heen. Een eindje verderop staat de boom met de Dwarrels.
Ja...hij is weer thuis.De Hork staat op en loopt naar de boom met de Dwarrels.
"Rggg...Rg", gromt het beest tegen de Dwarrels. Hij denkt even na.
"RPPPP...Rlllooooo". De Hork begint te lachen. Ja, dat klinkt al een stuk beter. Tevreden waggelt de stemmendief het donkere Wolkenbomenbos weer in. Zelfs de Dwarrels houden even op met dwarrelen...héél even maar. 


Zo dat is gelukkig weer goed afgelopen

Joepdoei en de mazzel



DJEK




woensdag 1 november 2017

De Hauw Mauw





Hallo Fans 

Zoals jullie wel weten, kan het in de herfst hard waaien. dan is er soms een storm. Er kunnen dan grote wervelwinden ontstaan. Orkanen bijvoorbeeld. Maar er bestaan ook kleine wervelwinden.
Deze wervelwindjes heten HauwMauw's



DE HAUWMAUW


Op Kroelonia, het grote wolkenrijk, is het ook herfst. De wolkenblaadjes vallen langzaam maar zeker  op de wolkengrond. Bolle Jan, de wind, probeert ze allemaal weg te blazen.
In een hoekje tussen de wolkenbomen zit het wervelwindje HauwMauw.
Het windje wervelt vrolijk door het Lanterfanten-bos. Hij laat de blaadjes omhoog vliegen. Hier en daar vliegt er ook een takje omhoog. Hauw mauw heeft veel plezier.

Op het Hemelse Plein loopt Valencio naar het luchtkasteel. In zijn voorpootjes heeft hij een heleboel enveloppen. In deze enveloppen zitten allemaal kusjes en zoentjes. Valencio verzamelt deze kusjes en zoentjes. Maar ook knuffeltjes hoor. Hij houdt de enveloppen stevig vast. Het waait een beetje en Valencio wil zijn verzameling niet kwijt raken. Snel loopt hij door naar het kasteel.

Valencio
HauwMauw is naar het Hemelse Plein gewerveld. Daar ziet hij Valencio lopen.  Wat heeft die Kroelio in zijn pootjes? Zulke blaadjes heeft Hauw Mauw nog nooit gezien. Die moeten weggeblazen worden. Snel vliegt het wervelwindje naar Valencio. 
Valencio heeft niets in de gaten. Ineens zit hij midden in de wervelwind. De Kroelio schrikt...hij laat alle enveloppen een beetje los. Daar gaan de enveloppen, hoog de lucht in. HauwMauw doet zijn best om de papiertjes nog hoger te laten vliegen. De wervelwind giert van plezier.
Valencio heeft geen plezier. Hij kijkt zijn verzameling na en roept: "Mijn zoentjes...mijn kusjes...mijn knuffeltjes...o,nee".
Valencio wordt kwaad. Hij zal die HauwMauw wel eens een lesje leren.
"Kom hier jij", roept Valencio en rent naar de wervelwind toe. HauwMauw heeft gezien dat Valencio geen plezier heeft.  Hij wervelt  vlug terug naar de Wolkenfabriek.
Valencio holt zo hard hij kan. Hij wil de wervelwind inhalen.  Het lukt niet...de wind is veel te snel.
Hijgend staat Valencio voor de wolkenfabriek. Hij ziet HauwMauw in het Lanterfanten-bos verdwijnen.
Valencio laat zich op zijn achterwerk vallen.
"Wat nu?" mompelt de Kroelio verdrietig. "Hoe krijg ik mijn kusjes en zoentjes terug? .

Mo en Ferd komen uit de wolkenfabriek. Ze hebben net wat lekkers gegeten in de keuken van de fabriek.
"Het is iedere keer heerlijk wat Leon de keukenprins maakt. Vind jij ook niet Mo? ", zegt Ferd.
Mo de Kroelio
Mo is het daar helemaal mee eens. Ineens zien ze Valencio op het plein voor de fabriek zitten. Vlug lopen de Kroelioos naar hem toe.
Ferd Kroelio
Verdrietig vertelt Valencio het verhaal van de HauwMauw. Wat nu gedaan? Mo krabbelt achter zijn oren. Hij krijgt een rimpel boven zijn ogen. Dat gebeurt altijd als Mo diep nadenkt.
"Waar is dat allemaal gebeurt? "vraagt Mo.
"Op het Hemelse Plein vlak voor het Luchtkasteel", wijst Valencio.
"Dan zullen daar de enveloppen wel ergens zijn", zegt Mo. Ferd haalt zijn schouders op. Hij heeft geen idee. De drie Kroelioos gaan naar het Hemelse Plein.

Op het plein aangekomen wijst Ferd naar de deur van het kasteel.
"Kijk nou... daar", roept hij. En ja, er zitten twee enveloppen op de deur geplakt. Vlug rent Valencio naar de deur.  Hij heeft nu weer en paar kusjes terug. De Kroelio kijkt alweer iets vrolijker. Even later komt Roezje het kasteel uitgewandeld. In zijn voorpootje heeft hij een lege envelop. Hij gaat naar Valencio toe.
"Zeg eens Valencio, kan jij die zoentjes van je een beetje bij je houden. Ik zit helemaal onder", vertelt Roezje. Valencio ziet het en moet er om lachen. Roezje heeft een grote kus op zijn neus zitten. Drie zoentjes op zijn rug. Ook drie kleine knuffels op zijn achterpoten. Voorzichtig haalt Valencio de zoentjes, knuffeltjes en kus van Roezje af. Hij stopt ze weer in de envelop. Valencio moet er van zuchten. Het verhaal van HauwMauw wordt ook aan Roezje verteld.
"Ik ga nog een paar Kroelioos halen. Kunnen die ook mee zoeken", zegt Roezje. Hij loopt het
Roezje
luchtkasteel binnen.
Even later lopen bijna alle Kroelioos over het Hemelse Plein. Allemaal speuren ze het plein af.
Op zoek naar enveloppen. Maar helaas...ze vinden geen enkele enveloppe meer.
"Waar zit die HauwMauw nu? ',vraagt Mo aan Valencio.
"In het Lanterfantenbos", roept Valencio. "Ik heb het zelf gezien...echt waar".
Op een holletje gaat het hele stel naar het plein voor de Wolkenfabriek. En één voor één verdwijnen ze in het bos.

Alleen Valentino heeft nog twee enveloppen gevonden onderaan een hoge wolkenboom. Langzaam lopen de Kroelioos naar de Hoge Wolkenbergen. Hier wonen de Motjes. De Motjes komen uit hun splonken. Ze kijken de Kroelioos verbaasd aan. Mo vertelt hun het hele verhaal. En ja...de Motjes gaan ook mee zoeken.
De Motjes
Loe-wis kijkt omhoog naar de top van een van de hoogste Wolkenbergen.  Wat ziet hij? Jawel, helemaal bovenaan zit iets groens. Zou dat een envelop zijn? Dapper begint Loe-wis naar boven te klimmen. Hij durft niet naar beneden te kijken. Bij de envelop aangekomen, laat Loe-wis één pootje los en grijpt het groene  ding.
"Hebbes...", roept Loe-wis. Hierbij laat hij ook zijn andere pootje los. Dat is niet zo slim. Loe-wis schuift zo weer naar beneden. Steeds sneller en sneller.
Loe-wis
"MOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO...HELP...", gilt Loe-wis
Mo en de andere Kroelioos zijn al op weg. Alles en iedereen komen tegelijk onderaan de hoge berg bij elkaar.

BOTS
Een grote botsing. Alle Kroelioos en Motjes liggen door elkaar. De een heeft pijn aan zijn hoofd de ander aan zijn rug en weer en ander heeft een pijnlijk achterwerk. Loe-wis heeft allen maar een paar blauwe plekken. Daar zie je niets van want...Loe-wis is helemaal blauw. Hij houdt de groene envelop stevig vast in zijn voorpootjes.
Valencio is superblij met deze envelop. Hier zit namelijk zijn liefste kusje in.

Weer thuis in het Luchtkasteel zit Valencio zijn enveloppen te tellen. 
"Hmmm...5...6...Hmmmm", mompelt hij. "Ik mis nog één envelop", roept Valencio ineens.
De volgende dag loopt Valencio weer over het Hemelse Plein. Hij is nog steeds een beetje verdrietig. De laatste envelop is niet gevonden. Nergens te zien. In deze envelop zitten Valencio's liefste knuffeltjes.
Tsja...niets aan te doen.

In het Lanterfantenbos wervelt nog een klein windje rond. HauwMauw durft het bos niet meer uit. Overal Kroelioos. Iedereen is weer terug naar het kasteel. HauwMauw vertrouwt het niet.  Voorzichtig loert hij naar de ingang van de Wolkenfabriek. Niemand te zien...gelukkig. Ineens kijkt het wervelwindje naar beneden. Daar...in een van de onderste wervels zweeft iets. Is dat niet een van die blaadjes? Die rare blaadjes van die Kroelio?
HauwMauw wil dat blaadje wel teruggeven. Maar waar is die Kroelio gebleven?
Heel voorzichtig wervelt hij uit het Lanterfantenbos  naar de fabriek. Geen Kroelio.
Het wervelwindje wervelt nu naar het Luchtkasteel. Af en toe kijkt hij om. Gelukkig...niemand die achter hem aankomt.

HauwMauw ziet  Valencio  op het Hemelse Plein lopen. De Kroelio kijkt nog niet vrolijk, denkt HauwMauw. De wervelwind haalt diep adem. Hij begint steeds sneller te draaien. Met volle kracht schiet de wervelwind op Valencio af.
Valencio hoort de wind. Hij kijkt op en ziet HauwMauw op zich af komen. De Kroelio duikt in elkaar. Hij knijpt zijn ogen dicht. Zo bang is hij. Vlak voor Valencio stopt Hauw Mauw. Hij laat de envelop vallen.
Daarna wervelt hij weer met volle kracht weg van Valencio.
Voorzichtig doet Valencio zijn ogen weer open. Hij ziet de envelop liggen. Vlug pakt hij de envelop.
Hij houd hem met twee pootjes stevig vast. Zo die ontsnapt niet meer.
Het wervelwindje is nergens meer te zien.

Dolgelukkig huppelt Valencio weer naar het kasteel. Onderweg komt hij Mo en Lino tegen.
Valencio vertelt meteen het goede nieuws.
"Eind goed, al goed", zegt Mo
Valencio heeft zijn hele verzameling zoentjes, kusjes en knuffeltjes weer terug.
En de HauwMauw..die hebben ze nooit meer gezien.


Joepdoei en de mazzel














zondag 7 mei 2017

De Dromenbrouwers deel 2



Hallo fans

Hoe zou het met Mo en Klaas Vaak zijn?
Ik ben nu toch wel erg nieuwsgierig geworden.

Wolken wolken en  nog eens wolken.
Waar zal dat eindigen...

De Dromenbrouwers 2





"Wat doen die Dromenbrouwers eigenlijk? "vraagt Mo. 
Dromenbrouwer

"Dromen brouwen natuurlijk", antwoord Klaas.
"Ja dat snap ik. Maar hoe?" vraagt Mo weer.
"Wel...als de Brouwers een droom hebben gehoord...dan gaan ze deze droom in elkaar zetten. Ze maken van sterrenzand, wolkenrestjes en nevelslierten een droom. Dan strooien ze er toverzout overheen...en de droom is klaar".
Mo en Klaas zijn bij het dromenmeer aangekomen.
"En hier leggen ze dan de droom in", wijst Klaas.
"De droom, in het dromenmeer, kan dan groeien tot een mooie droom. Dan komen de andere Brouwers de droom eruit halen. Deze hulpbrouwers kunnen vliegen. Vandaar".
Hulp-Brouwer


Mo kijkt zijn ogen uit. Zoiets heeft hij nog nooit gezien. 
TJAF TJAF TJAF. 
Er komt net een hulp-Brouwer aangevlogen. In zijn voorpootjes heeft hij een groot schepnet. Opeens duikt hij naar beneden, en schept een roze wolk uit het meer.
TJAF TJAF. Zijn grote oren draaien maar rond. Zo vliegt hij naar de andere kant van het meer.

"Zeg Klaas", zegt Mo. "Hoe komen die dromen nu bij de kinderen? "
"Dat meneer Mo, is het mooiste van allemaal.Kom mee...". Klaas beent weer naar de wolkenwaterval toe. Op een holletje komt Mo achter hem aan.
Via de wolkenlift, aan de binnenkant van de wolkenwaterval, komen Mo en Klaas weer in de grot waar de motor staat.
Bij de crossmotor vertelt Klaas verder. 
"Kijk... de tank van de motor is heel groot...zie je?". Mo ziet het.
"De tank heeft twee tankdoppen, een hier en een daar", wijst Klaas Vaak.
"In de ene kant van de tank zit het slaapzand. Aan de andere kant komen de dromen te zitten...snap je?" Klaas kijkt Mo vragend aan. Mo denkt het te snappen. "Als het donker wordt, ga ik op pad met de crossmotor. Ik vlieg over het hele land. Allereerst gaat het slaapzand uit de tank. De kindertjes vallen dan in slaap. Daarna laat ik de dromen uit de andere kant van de tank. Iedere droom gaat naar het kind dat deze droom gewenst heeft bij de Dromenbrouwers. Spannend hé", lacht Klaas Vaak.
"Dat heb ik nooit geweten", stamelt Mo.
"Ik zou zeggen vlieg een keer mee, dan kan je het zelf zien", stelt Klaas voor.
Dat ziet Mo wel zitten.

Mo en Klaas Vaak staan te kijken hoe de hulpbrouwers de dromen vangen in hun schepnet. Een voor een komen de beestjes naar de cross-motor van Klaas. Ze proppen de dromen in de tank van de motor.
Daar komt een groene hulpbrouwer aangevlogen.

hulp-brouwer
 Tut van de Toren
"Tutter de tut...is de tank nog niet vol?...Tutter", zegt het groene wezentje.
Tutter de tut denkt Mo. Zou dat dan toch een Tutter zijn? "Hallo ", zegt Mo. "Mag ik iets vragen". De groene Tutter kijkt Mo aan.
"Tutterdetut...natuurlijk...Tut", antwoordt het diertje.
"Ben jij een Tutter?", vraagt Mo voorzichtig. 
De Tutter kijkt Mo raar aan. 
"Zeker wel ben ik een Tutter en niet zomaar een Tutter". Hij steekt zijn neus deftig in de lucht. "Ik ben... Tut van de Toren". 
"Ja, Lila noemde die naam", mummelt Mo
"Meis Lola?", roept Tut."Ken jij meis Lola?". Mo vertelt Tut over Lila en de choco.
"Ja...tut...dat was de wens van meis Lola...tutter...alles in choco veranderen...", zucht Tut. "Maar de wens is teruggenomen", zegt Tut van de Toren opgelucht.
Mo en de Tutter kletsen vrolijk verder.

"GROMMM...gruwel". 
"O jee...tut". De groene Torentutter ziet een beetje wit.
Klaas Vaak komt langs Mo gehold. 
"Mo...maak dat je wegkomt...een NACHTMERRIE", schreeuwt Klaas naar Mo.
Mo kijkt omlaag naar het dromenmeer. In het midden van het meer stijgt langzaam een zwarte wolk op. "GROMMMM...". 
De wolk wordt groter en groter. De wolk begint steeds meer op een paard te lijken. Een zwart paard met akelige rode ogen.
Van alle kanten komen de Tutters aanvliegen. In hun pootjes houden ze zware wolkentouwen vast. De Dromenbrouwers hebben toverzout op de touwen gestrooid. De Tutters gooien hun touwen over het nachtmerriepaard heen. Iedere keer als een touw het paard met de rode ogen raakt...sist het...en gilt de nachtmerrie.
Zo proberen de Tutters de boze droom terug te duwen in het dromenmeer.
Ineens springt het paard omhoog...recht naar de cross-motor van Klaas Vaak.
Klaas, die verstopt zit achter zijn motor, duikt net op tijd weg.
Het paard met de rode ogen duwt de motor zo het dromenmeer in.
De Tutters gooien weer met de betoverde touwen. Langzaam zakt de nachtmerrie met luid gekrijs het meer in.
De Dromenbrouwers zijn naar het dromenmeer gekomen. Ze strooien nog wat toverzout over de nachtmerrie. Langzaam lost de zwarte wolk op.
Het water van het meer wordt weer rustig. Het is voorbij.

Dromenbrouwer

De Tutters zitten aan de rand van het meer.Ze zijn erg moe. Hun grote oren zijn ook moe. Ze kunnen niet meer vliegen.
Beteuterd staat Klaas Vaak naar het dromenmeer te kijken.
"Mijn crossmotor...", snikt Klaas. "Nu kan er geen kind meer dromen".

Tja, wat nu gedaan?
Mo wrijft over zijn kin. Hij krijgt een rimpel in zijn voorhoofd. Dat gebeurt altijd als Mo diep nadenkt. 
"Is dat meer diep?", vraagt Mo aan de Torentutter.
Tut van de Toren haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. De Dromenbrouwers staan nog aan de kant van het dromenmeer. Ze zijn de betoverde touwen aan het oprollen.
Mo loopt naar de brouwers toe.
"Pardon", zegt Mo. "Mag ik jullie iets vragen?". 
De Dromenbrouwers kijken Mo verbaasd aan. 
"Kunnen die touwen ook onder water?", vraagt Mo weer.
"Ik denk het wel", zegt een van de Brouwers.
Even later loopt Mo met een van de touwen zo het Dromenmeer in.
Hij is nu tot aan zijn nek in het water. Voetje voor voetje gaat hij verder. Maar...geen motor te zien. Wat nu?

Op de kant van het Dromenmeer zijn de Dromenbrouwers in een kring gaan zitten. Ze doen hun ogen dicht en houden elkaars voorpoten vast.
Ze mummelen een toverspreuk. Door de machtige spreuk begint het zachtjes te zoemen in de grot.
Hé...wat is dat nu. Het tovertouw gaat uit zichzelf bewegen. Het kruipt steeds verder onder water. Dan...trekt het touw strak. Het water van het dromenmeer begint te bewegen. En daar verschijnt de motor van Klaas Vaak. Langzaam trekt het tovertouw de motor uit het water. 
Mo is ondertussen ook uit het water gekomen. Hij maakt samen met Klaas een vreugdedansje. 
Als ze uitgedanst zijn lopen ze naar de Dromenbrouwers. Ze bedanken alle Brouwers voor hun hulp.
Daarna duwen ze de motor weer naar de grot achter de wolkenwaterval.
Mo en Klaas zijn er moe van geworden. Allebei gaan ze tegen de motor aanzitten. Nog geen tien tellen later liggen ze alle twee te snurken.
"Tutterdetut...tutter", roept Tut van de Toren. "Wat een herrie...tutter".
Hij houdt zijn voorpootjes tegen zijn grote oren en rent weg.

Een hele tijd later wordt Mo wakker. Hij kijkt om zich heen. Hij weet even niet waar hij is.
"Ah...tutterdetut...ben je er weer ...tut...?", vraagt heer Tut van de Toren.
Even later is Klaas Vaak ook wakker. Hij kijkt op naar de hemel.
"O, jee...het begint al donker te worden. We moeten opschieten", zegt Klaas paniekerig. 
"Geen nood...tutter...heer Vaak", tuttert Tut. "De motor is al volgetankt...tutter...en ook ...tut...drooggemaakt.U kunt zo vertrekken...tutter".
Ondertussen zijn alle Tutters naar de Wolkenwaterval gekomen.
Mo en Klaas bedanken de Tutters voor de goede zorgen. Klaas Vaak zet zijn "slaapmuts" op en stapt op zijn motor. Mo klimt achter hem op de motor. De bal met het gezichtje aan de punt van Klaas zijn muts, kijkt nog steeds boos. Het sist nu niet meer.

Klaas Vaak laat zijn cross-motor ronken en pruttelen. Mo houdt de jas van Klaas goed vast. Dan begint de motor langzaam te stijgen. Klaas en Mo zwaaien naat de Tutters. De motor vliegt ineens heel snel tussen de wolkjes van de Wolkenwaterval door. En zo zijn ze op weg.
In vliegende vaart brengen Mo en Klaas Vaak de mooiste dromen naar alle kinderen van het land.
En Mo...vindt het geweldig. Toch maar met zijn ogen dicht...voor de zekerheid.

Eind goed al goed.
Sommige kinderen zeggen: "Ik droom nooit".
Ik denk dat deze kinderen hun droom vergeten zijn.
Als je wakker bent geworden, moet je maar eens door je ogen wrijven.
Daar bij het puntje van je oog...het dichtst bij je neus.
Soms zitten daar dan nog korreltjes slaapzand. 
Dan weet je dat Klaas Vaak langs is geweest op zijn cross-motor.
Probeer maar...morgenvroeg!!!!!

Joepdoei en de mazzel




DJEK...












maandag 1 mei 2017

De Dromenbrouwers

Hallo fans

Je zou het niet zeggen...Maar het is lente.
Ik zie het alleen maar regenen en waaien...
heel hard waaien.
Zou het op Kroelonia ook zo hard waaien?
Ik hoop het niet voor de Kroelioos.
Ondertussen is er toch nog een nieuw verhaal naar beneden gewaaid.

De Dromenbrouwers.








Op het Hemelse plein loopt Mo de Kroelio haastig op en neer.
Mo kijkt boos. Dat is niets voor Mo. Hij is eigenlijk een hele vriendelijke Kroelio.
Lino ziet Mo lopen.Hij gaat naar hem toe en vraagt: "Hee Mo.Wat is er met jou aan de hand?. Je kijkt zo boos". 
Mo blijft stilstaan en kijkt Lino aan.
"O, Lino het spijt me. Ik ben aan het nadenken. Ik ben niet boos hoor".
Lino
"Gelukkig maar" zegt Lino. "Waar ben je eigenlijk over aan het denken?".
Mo vertelt: "Weet jij nog dat Lila hier was?". Lino knikt van ja.
"Weet jij ook nog dat ze vertelde over chocolade? En dat wij veranderd waren in choco? ", vraagt Mo
"En de verhalen over die Torentotter of zoiets", zegt Lino."Ja dat weet ik nog". 
"Maar voordat Lila iets kon vertellen was ze alweer naar huis", mompelt Mo.
"En nu ben ik nieuwsgierig geworden naar dat torenfiguur. Weet jij nog waar Lila vandaan kwam?"
"Vanaf het huisje van Klad, rechtdoor het Nevelwoud in", wijst Lino. "Dan moet je zo bij dat dorpje komen. Dacht ik". 
"Dan ga ik daar maar eens kijken", zegt Mo. "Ga je mee Lino?"
"Nee Mo, dat gaat niet deze keer. Ik heb nog veel te doen in de Wolkenfabriek". 
Klad
"Goed dan, Tot ziens Lino".
Mo gaat op weg naar het huisje van Klad.
Lino kijkt zijn vriend na.

Even later is Mo bij het huisje van Klad.
Zo te zien is Klad niet thuis. Jammer denkt Mo.
Anders had ik kunnen vragen waar Lila precies vandaan kwam.
"Alsmaar rechtdoor", mompelt Mo."Da's niet zo moeilijk".Mo gaat op weg.
Na weer een tijdje blijft Mo stilstaan. Hij kijkt om zich heen. Hier is hij nog nooit geweest. Er komt Mo niets bekend voor.
"Het lijkt erop dat ik verdwaald ben. Dat is me nog nooit overkomen", zegt Mo.
Hij kijkt achterom, maar het huisje van Klad is niet meer te zien. Wat nu?.
"Ik loop gewoon mijn neus achterna, dan komt het allemaal wel goed", mompelt Mo.
Hij begint weer te lopen.

Dan komt Mo op een open plek. Hij stopt en gaat staan luisteren. Hij heeft iets gehoord...maar wat?
Het lijkt wel donderen als bij een onweer, denkt Mo.
Maar de lucht is blauw. De zon schijnt.
Voorzichtig loopt hij verder. Het geluid klinkt harder.
Ineens springt Mo achter een wolkenbosje. Waar is de Kroelio van geschrokken?
Aan de andere kant van het bosje staat een monster. Met één groot oog kijkt het naar Mo. Het monster beweegt niet. Het kijkt alleen maar.
Mo ziet dat er beneden uit de buik van het monster, een stok steekt. Het monster hangt daar een beetje op.
Mo sluipt, zo voorzichtig als hij kan, naar de andere kant van het monster.
Daar ziet hij het...er ligt een man tegen het monster aan. De man maakt het dondergeluid. Mo moet lachen. Dat geluid is geen donder...maar snurken. 
De man ligt te slapen.

Zou het monster ook slapen? Het beweegt nog steeds niet. Mo sluipt naar de man toe.
De man ziet  er wel een beetje vreemd uit.
Hij heeft laarzen aan. Bruine laarzen met veel gespen. Ook een bruine lange jas, met veel knopen erop. Hij heeft een gele broek aan. Zijn neus is puntig en hij heeft een grote grijze snor. Aan zijn kin hangt een puntbaardje...ook grijs van kleur. Op zijn hoofd heeft hij een gele muts met een hele lange punt eraan.
Onder aan deze punt zit een bal met een gezichtje. Twee ogen en een mond.
Het gezicht kijkt boos naar Mo.  Mo schrikt ervan.
Ineens begint het ding te krijsen. De man schrikt wakker, springt op en duikt zo over het monster heen. De man zit nu achter het monster. 
Hij staat langzaam op. Hij kijkt Mo kwaad aan. 
"Wel meneer, vindt u het plezant om hardwerkende mensen
 te laten schrikken? ", roept de man.
Mo kijkt verbaasd. "Hard werken? U lag gewoon te slapen hoor", antwoordt Mo.
"Tja", mompelt de man. "Dat krijg je als je met slaapzand werkt". 
Mo zegt: "Als ik u was, zou ik een beetje oppassen voor dat monster".
Mo wijst naar het ding dat voor de man staat. De man moet ermee lachen.
"Dat is geen monster...maar een 'cross-motor' meneer".
De man wijst naar het monster. 
"Dit hier zijn de wielen...en dat is de koplamp...en daar zit de tank.Snapt u?". 
Mo snapt er geen barst van. Hij heeft nu wel door dat het monster een machine is. 
"Wat bent u, als ik vragen mag?", zegt de man.
"Ik ben Mo de Kroelio", antwoordt Mo.
"Hmmmmm...een Kroelio...daar heb ik wel eens van gehoord", mompelt de man.
"En wie bent U?", vraagt Mo
"O, wat onbeleefd van mij...Ik ben Vaak', zegt de man.
Verbaasd kijkt Mo de man aan. "Vaak?"
"Ja Klaas...aangenaam", zegt de man weer.
"Vaak...Klaas", mompelt Mo. "Vreemde naam".
"Nee...nee andersom...je zegt het verkeerd om...", hakkelt de man.
"Klaas Vaak is de naam. Toch niet zo moeilijk dacht ik", antwoordt de man een beetje boos.

Even later zitten Klaas en Mo gezellig te kletsen. De Kroelio vertelt over de andere Kroelioos, het luchtkasteel en de Hoge Wolkenbergen.
Hij vertelt ook over Lila en de Torentutters. Misschien dat Klaas Vaak weet waar het dorpje van de tutters is. 
"Torentutters?...Tutters van een toren?...", vraagt Klaas.
"Nee het spijt me daar heb ik  nog nooit van gehoord. Of wacht eens...bij de Dromenbrouwers heb ik wel wezentjes gezien die er op lijken.Als ik jou verhalen goed begrijp. Maar of ze tutters heten? Dat weet ik niet".
"En waar kan ik die Dromenbrouwers dan vinden?",vraagt Mo.
"Eeeu...bij het Nevelmeer in de Nevelbergen. Als je achter de wolkenwaterval gaat, kom je ze zo tegen", zegt Klaas.
"Welke kant moet ik op, wil ik bij al dat nevel en wolkengedoe komen?", vraagt Mo weer.
"Ha, ha het is inderdaad een heel gedoe', lacht klaas. "Vooral die wolkenwaterval...ha ha".
Klaas Vaak staat op en loopt naar zijn cross-motor.
"Maar...het is een toevallig toeval dat toevallig is. Ik Klaas Vaak...moet heel toevallig naar de Dromenbrouwers toe", roept Klaas. "Als je wil kan je meerijden...As je durft...".
Klaas klapt de stok waar de motor op hangt in. aan de zijkanten van het ding zitten een paar trappers. Klaas zet zijn voet op een van de trappers en duwt die dan heel snel naar beneden. De motor begint te piepen...stil. Nog maar een keer. De cross-motor begint nu te brullen en te pruttelen. Toch een monster denkt Mo. 
Klaas kijkt Mo aan. 
"Kom maar hier achter mij zitten...als je durft...".
Mo is geen bange Kroelio. Hij loopt naar het 'monster' toe en klimt achter Klaas Vaak. De bal met het gezichtje onder aan de puntmuts begint te sissen.
"Heee ...Bollie gedraag je". Klaas Vaak kijkt om naar Mo.
"Goed vasthouden hoor...daar gaan we". 
De motor gaat bewegen. Even later vliegt het ding hoog boven het Nevelwoud.
Mo houdt de jas van Klaas stevig vast. Hij is niet bang, maar knijpt voor de zekerheid, zijn ogen stijf dicht.

"Kijk", roept Klaas. "Daar is het grote Nevelmeer". Klaas wijst naar beneden.
Mo doet voorzichtig één oog open. Beneden hem ziet hij tussen twee grote nevelbergen een wolkenmeer liggen. Aan de zijkant van het meer vallen er allemaal kleine wolkjes naar beneden. De wolkenwaterval. 
Klaas zet de motor uit. Langzaam zweven ze nu naar het meer toe.
"Het grote Nevelmeer wordt ook wel het...dromenmeer...genoemd", vertelt Klaas vaak.
"Daar groeien de dromen in. Nou ja, je zult het dadelijk wel zien". 
De crossmotor gaat nu recht op de wolkenwaterval af. 
"Nu wordt het moeilijk", roept Klaas. Opeens zwiert de motor tussen twee wolkjes door naar binnen. Achter de wolkenwaterval is een grot.
Netjes landt de machine op de wolkengrond van de grot.
"Ziezo, we zij d'r", zegt klaas Vaak.
Klaas en Mo stappen van de motor af. Mo kijkt eens om zich heen. Het ziet er allemaal wel een beetje vreemd uit.
"Kom mee", tettert Klaas. Hij trekt Mo aan zijn voorpoot.
Ze lopen naar het einde van de grot. Daar is een verhoging. op deze verhoging zitten wezentjes aandachtig te luisteren. Waar luisteren ze naar?
"SSSSST", Klaas doet zijn wijsvinger tegen zijn lippen. 
"Dat zijn de Dromenbrouwers. Ze zitten rond de wenswolk. Dat is een wolk met een gat erin...of zoiets. Zo kunnen zij de droomwensen van de kinderen horen", fluistert Klaas Vaak. Mo kijkt eens goed naar de Dromenbrouwers. Het lijken net Motjes, maar dan met hele grote oren en een geruite vacht, denkt Mo. 
Zouden dat Tutters zijn? Een eindje verderop staat Klaas naar hem te wenken.
"Hierheen", wijst hij. Samen lopen ze achter de wolkenwaterval naar beneden.

Ik ben benieuwd wat ze daar vinden.
Kom erachter in deel 2 van 
De Dromenbrouwers.



Joepdoeii en de Mazzel


DJEK