donderdag 17 september 2020

Het 4us deel 2 De goudsbloem

Hallo fans
Ik heb er niet van kunnen slapen.
Zo spannend met die zwarte Kroelio.
Hoe gaat dit aflopen



De goudsbloem


"Loop jij maar voorop", wijst Linky
"Lekker hapje weet de weg...haha...", lacht Linky.
Linky


Ze gaan op weg.
"Hij die altijd honger heeft...heeft alweer honger.Is het nog ver...lekker hapje?"vraagt de zwarte Kroelio. Mo stopt en draait om.
"Eeeu...ik weet de weg hier niet zo goed.En het is stikdonker. Het kan nog wel even duren". ,zegt Mo. 
"Hmmm...opschieten lekker hapje". Linky kijkt Mo verlekkert aan.
"Als we er zijn...heeft hij die honger heeft...een heleboel hapjes om op te eten...smikkelen en smullen...Hmmm", zegt Linky. Oei oei, denkt Mo. Dat is niet de bedoeling. Opeens rent Mo recht op Linky af. Hij geeft Linky een kopstoot. Linky valt om. Mo rent zo het Donkere Bos in.Hij kijkt niet om. Mo heeft nu drie bulten op zijn kop
Mo de Kroelio

Linky is opgestaan. Hij gaat achter Mo aan. 
"Lekker hapje...waar ben je?...ik zie je wel...haha", krijst de zwarte Kroelio. Mo hoort Linky steeds dichterbij komen. Mo weet niet meer welke kant hij op moet. Dan stormt hij een donker pad in. Wat is dat daar in de verte? Mo staat ineens stil.
Er brandt een lichtje. Opeens herkent Mo het hutje. Daar woont de Hork. Mo duikt achter een donker wolkenbosje.
"RGgg...Rgg...Rillo", hoort Mo. Hij weet wie dat is...de Hork. De Hork staat voor zijn hutje. Dan komt Linky de bocht om rennen. Hij ziet de Hork. Linky denkt dat de Hork Mo is. Hij holt regelrecht op de Hork af. 
"Hallo lekker ding...hier is Linky", roept Linky. De Hork draait zich naar Linky toe.
"RGGGG...Hmmm?"mompelt de Hork. Linky staat stil voor de Hork.
"Hij die altijd honger heeft...zegt...jij geen lekker hapje", fluistert Linky. Hij draait zich om. De zwarte Kroelio maakt dat ie wegkomt. 
"RGGGG...LIORGGG", krijst de Hork ineens. Hij holt achter Linky aan. Dan wordt alles weer stil. Mo durft voorzichtig achter het wolkenbosje uit te komen. Ja,ze zijn weg. Mo gaat verder op zoek naar de Wolkbreuk. Hij wil graag naar huis.

Mo is het Donkere Bos uit. In de verte ziet hij de boom van de Dwarrels. Hij is bijna bij de Wolkbreuk. Zijn voorpoot voelt een beetje raar aan. Mo kijkt naar zijn voorpoot. Hij schrikt zich een hoedje. Zijn voorpoot is helemaal...zwart.
"O jee...o jee. Nou wordt ik ook helemaal zwart. O jee...o jee", jammert Mo. Hij zet het op een lopen naar de Wolkbreuk. Mo rent zo door de Wolkbreuk heen. Hij is op de Oranje Vlakte. Maar Mo heeft zo hard gelopen dat hij erg moe is geworden.Hij gaat tegen een oranje wolkenboom zitten. Boven in de boom zit een oranje bol. Langzaam doet de bol zijn ogen open. Hij kijkt eens naar beneden. Daar ziet hij Mo zitten.
"Hee een lanterfanter...
O nee een geel ding gevlekt als een panter...", zegt de bol.Mo doet een oog open.
Hij kijkt naar boven.
"Aah Foudraal...ben ik blij dat ik jou zie. Ik wordt langzaam zwart en ik weet niet wat ik moet doen", zucht Mo.

Foudraal antwoordt:
"Het zwarte 4us heeft je te pakken...
Ga niet neer zitten bij de pakken...
Zoek in het Nevelwoud...
Naar de bloem van goud...
En eet hem op...
Van steel tot top...
Bij het zwevend dorp...
Zal de bloem zijn...
Niet zo groot maar wel zo klein...
Ga nu snel erheen...
Anders wordt je hart een zwarte steen...".

Langzaam staat Mo op. 
"Bedankt Foudraal", zegt Mo. Hij begint weer te rennen. Zijn andere voorpoot en zijn neus zijn nu ook zwart.
Foudraal kijkt Mo na. Zijn ogen gaan langzaam weer dicht. Mo rent nu langs de Hoge Wolkenbergen. De Motjes die hem zien maken dat ze wegkomen. Zo bang zijn ze van een bijna zwarte Kroelio.
De Motjes

Mo holt verder langs de Wolkenfabriek naar het Hemelse Plein.  Op het plein staan Roezje en Valencio te praten. 
"Heb je nu alle zoentjes en kusjes van de hele wereld?", vraagt Roezje aan Valencio.
"Ik denk van niet. Er komen steeds nieuwe bij", antwoordt Valencio. Dan zien ze Mo het plein oprennen.
"Wat is dat voor iets? ", wijst Roezje.  De twee Kroelioos vliegen op Mo af. Mo valt op de grond...zo moe is hij. Valencio en Roezje springen bovenop hem.
Roezje






"Wie ben jij?...Wat kom je hier doen", sist Roezje. 
"Ik...ik ben het...lekker hapje...Mo", kreunt Mo. Valencio en Roezje kijken elkaar aan.
Valencio

"Jij bent Mo niet.Die is geel", snauwt Roezje.
"GA VAN ME AF...Of ik ga bijten", snauwt Mo terug. 
"Hij klinkt wel als Mo. Alleen niet zo aardig", zegt Valencio. Roezje krabt eens achter zijn oren.Hij weet niet wat te doen.
"Alsjeblieft...help mij", jammert Mo. De twee Kroelioos gaan van Mo af. Ze helpen Mo opstaan. De achterpoten van Mo zijn ook al zwart. Mo vertelt Valencio en Roezje wat er is gebeurt. De drie Kroelioos zetten het op een lopen. Naar de Nevelwouden.

Ze hollen alle drie langs het huisje van Klad. Klad is zo te zien niet thuis. Ze rennen en hollen nog even verder. Dan...valt Mo doodmoe op de grond.
"Kom Mo doorlopen. Zo vinden we het zwevend dorpje Tutjebol nooit",zegt Valencio. 
"Ik weet...het...zo moe...van 4us...lekker hapje", mompelt Mo. Roezje kijkt Valencio aan.
"Wat zegt ie?"vraagt Roezje. Ineens springt Mo op. 
"IK ZEG...DAT JULLIE NIKS WETEN...ik ga jullie bijten", gilt Mo. Hij rent op Valencio en Roezje af. De twee Kroelioos pakken Mo vast. Ze vallen met zijn drieën op de wolkengrond. De drie Kroelioos rollen over elkaar heen. 
"Tutter de tutter de tut...", klinkt een stem. Daar staat heer Tut van de Toren. De drie Kroelioos stoppen met vechten. Mo staat op. Valencio en Roezje staan ook op. Ze pakken Mo vlug vast. 
"Tutter de tut...wat is hier aan de hand...tut", vraagt heer Tut.
"Hallo...lekker hapje...ik bedoel heer Tut", stamelt Mo. Tut van de Toren kijkt Mo raar aan.
"Ik ben het...Mo", zegt Mo weer. 
Heet Tut van de Toren

"Kan niet...Tut...Mo is geel niet zwart...Tutter", tuttert Tut.
"Toch is het Mo.Maar dan zwart", zegt Roezje.
"Help me dan toch...stom tutding. Breng mij naar de goudsbloem...voordat ik helemaal zwart ben", snauwt Mo. Heer Tut van de Toren deinst terug. Hij is een beetje bang geworden van Mo. "We moeten hem snel helpen. Hij wordt steeds kwaadaardiger", zegt Valencio tegen Tut.
"Kom maar...tutter...mee dan...Tut", wenkt heer Tut. Valencio en Roezje slepen Mo mee. Ze volgen Tut op de voet. Even later komen ze op een open plek in de Nevelwouden. Daar hangt het zwevend dorpje Tutjebol. Hier wonen de Tutters. Heer Tut van de Toren loopt naar de achterkant van het dorpje. Daar groeit een klein geel gouden bloempje. De Goudsbloem. Mo wordt naar het bloempje gesleurd.
"Nou Mo hier is de Goudsbloem. Eet hem maar gauw op", zegt Roezje. Maar Mo doet zijn mond niet open. Boos kijkt hij Roezje aan.
"Tutterdetut...waarom wil hij nu niet meer?"vraagt Tut. De andere twee Kroelioos halen hun schouders op. Ze weten het ook niet. Roezje pakt Mo vast en gooit hem op de grond. Valencio gaat vlug op Mo zitten.
"Als jij de bloem plukt, dan knijp ik zijn neus dicht. Dan moet ie zijn mond wel opendoen.Dan stop jij gauw de Goudsbloem in zijn mond", roept Valencio. Zo gezegd zo gedaan. Met veel moeite stoppen ze de bloem bij Mo in zijn mond. Nu wil Mo de bloem weer niet doorslikken. Weer houden Valencio Roezje en Tut de neus en mond van Mo dicht. Boos kijkt Mo het drietal aan. Hij kan niet anders dan de bloem doorslikken.

De neus van Mo begint weer geel te worden.Even later is Mo weer helemaal geel. De twee andere Kroelioos durven hem nu wel weer los te laten. Mo blijft languit op de wolkengrond liggen. Valencio en Roezje bedanken heer Tut van de Toren voor zijn hulp. Tut gaat naar het zwevend dorp Tutjebol. Hij kijkt nog een beetje bang naar Mo. Dan is hij verdwenen. Mo gaat rechtop zitten Hij kijkt de andere twee Kroelioos aan.
"Pfffoe...wat ben ik blij jullie te zien", zucht Mo.
"Wij zijn ook blij de oude Mo weer te zien", zegt Roezje. Valencio knikt van ja.
"Hoe kom jij nu zo zwart?"vraagt Valencio. Mo staat op.
"Dat zal ik jullie vertellen...als we onderweg zijn naar huis", puft Mo.
Dat vinden Valencio en Roezje een goed idee. Ze pakken Mo allebei aan een kant vast en lopen zo verder. Terug naar het Hemelse Plein.


Gelukkig
Het is toch nog goed afgelopen.
Mo zal voorlopig niks meer gaan ontdekken.
Of denken jullie van wel...?

Joepdoei en de mazzel



DJEK


vrijdag 11 september 2020

Het 4us deel 1 Linky



Hallo fans 
wat een gedoe
Niet op vakantie
Niet naar school
Is nu iedereen ziek?
allemaal vanwege een virus.
Zelfs Mo krijgt te maken met een

4us










Zojuist loopt Valentino het luchtkasteel uit. Hij ziet de zon en de lucht. Meteen is Valentino verliefd. Hij staat stil.
"OOOOH, wat mooi", zucht Valentino. Hij zet nog één stap vooruit. En dan...PATS Boem...Valentino rolt zo over de kop.Dat deed pijn. Valentino heeft een bult op zijn kop. Hij ziet overal sterretjes.
Een eindje verderop ligt Mo de Kroelio. Hij heeft ook een bult op zijn kop.Mo staat op. Hij loopt naar Valentino.
"Gaat het Valentino?"vraagt Mo.
"OOOOh wat mooi", roept Valentino. "Al die sterretjes". 
Mo krabt eens achter zijn oor. Hij snapt er niets van.
"Het spijt me heel erg Valentino", zegt Mo.
"Ik ben rondjes aan het rennen rond het luchtkasteel. Ik had je helemaal niet gezien".
Valentino
Valentino

Valentino staat over de bult op zijn kop te wrijven. De bult doet nog steeds zeer. 
"Waarom loop jij rondjes rond het kasteel?", vraagt Valentino aan Mo. 
"Kweenie ik moet iets doen. Ik kan gewoon niet stilzitten vandaag. Ik weet niet wat er met me aan de hand is", antwoordt Mo.
"Ik denk dat ik dat wel weet", zegt Valentino. Mo kijkt hem verbaasd aan.
"Wat dan?", vraagt Mo. 
"Ik denk dat jij weer eens iets moet gaan ontdekken. Dat denk ik...", antwoordt Valentino. Hij knikt een keer naar Mo en loopt verder. Mo wrijft ook eens over de bult op zijn kop.
"Daar zou Valentino wel eens gelijk in kunnen hebben", mompelt Mo.
Hij gaat het luchtkasteel binnen.


Op zijn kamer in het luchtkasteel gaat Mo op zijn bed zitten. Hij loopt naar zijn boekenkast en trekt er een paar boeken uit. Mo ligt op zijn buik op de grond. Langzaam bladert hij door de boeken.
Opeens springt hij op. 
Mo de Kroelio

"Ik ga maar weer eens naar het Wie Wat Waar land.Daar is altijd wel iets te ontdekken", roept Mo. Even later is hij al op weg naar de wolkenfabriek. Op zijn rug draagt Mo een rugzak. Hij gaat naar Leon de keukenprins. Even wat drankjes en wolkenhapjes halen...voor onderweg.

Niet veel later komt Mo uit de fabriek. Hij knabbelt op een lekker wolkenkoekje. Hij zwaait nog even naar Leon.Vanuit de keuken zwaait Leon terug. 
Leon de keukenprins.


Daar gaan we dan. Mo is op weg naar de Hoge Wolkenbergen. Snel loopt hij door het Lanterfantenbos.  Een paar Lanterfanten kijken Mo na als hij voorbij loopt. Mo wandelt stevig door. Daar is de Oranje Vakte al. Aan het eind van deze vlakte zit de Wolkbreuk. En vandaar kom je in het Wie Wat Waar land. Midden op de vlakte staat Mo stil. Hij heeft wat gehoord.
"Foep foep". 
Mo weet wat dat is. De Foeperpot. Als je daar invalt kun je alleen nog maar carnavalsliedjes zingen. Mo loopt met een grote boog langs de Foeperpot.
Daar is de Wolkbreuk al. Mo haalt eens diep adem. Dan rent Mo ineens heel hard de Wolkbreuk in.

Rommeldebom
Mo rolt zo aan de andere kant de Wolkbreuk uit. Er stijgen wat wolkjes op uit zijn vacht. Het sist nog een beetje. Mo staat op en kijkt naar zijn vacht. Het lijkt erop dat de zure regen , die in de wolkbreuk zit, zijn vacht heel gelaten heeft. Mo kijkt of zijn rugzak ook nog heel is. Jawel Nu kan hij iets gaan ontdekken. Maar waar?  Tja...voor hem is het Donkere Bos. Daar waar de Hork woont. De Hork kan een beetje toveren. Mo wil de Hork niet tegenkomen. hij loopt eerst een stukje langs het bos. Dan gaat hij pas het Donkere Bos in. De bomen in het bos zijn zo hoog dat er geen licht op de wolkenbodem kan komen. Het is dus stikdonker. Voorzichtig loopt Mo verder. Mo weet eigenlijk niet meer welke kant hij oploopt. 
"Krak". Mo blijft doodstil staan. Was dat de Hork? Nee het was maar een takje dat onder zijn voet krakte. In de verte ziet Mo licht. Zou daar het Donkere Bos ophouden? Vlug gaat Mo die kant op. Even later is Mo op de verlichte plek.  Hij kijkt verbaasd rond. Midden op de open plek staan een paar bomen. Achter de bomen zijn een paar heuveltjes met gaten erin. En achter de heuvels staan geen bomen meer. Helemaal achteraan begint het Donkere Bos weer. Mo loopt naar de bomen toe. Het zijn hele mooie lichtgroene bomen. Mo heeft nog nooit zulke bomen gezien. Hij doet zijn rugzak af. De rugzak zet hij achter een wolkenbosje. De eerste boom die hij tegenkomt heeft één tak naar beneden gebogen. Vreemd, denkt Mo. Ineens voelt hij iets aan zijn voet trekken...te laat. Mo hangt op zijn kop langs de boom. Zijn voet zit vast aan een wolkentouw. Dat touw zit weer aan de tak van de boom vastgebonden.Mo kan geen kant meer op. Wat nu? 

In een van de heuveltjes begint er iets te rommelen. Er kruipt een wezen uit de heuvel.
"Aha...een lekker hapje...in de boom...hmmmm", klinkt een hese stem. Het wezen gaat voor Mo staan. Het water loopt hem uit zijn bek.
"Zoo.Lekker hapje...hij die honger heeft is blij.", sist de stem weer. Mo kijkt het wezen ondersteboven raar aan.
"Eeuuh...ben jij een Kroelio? " vraagt Mo. Het wezen springt achteruit. Hij begint te sissen. 
Linky


"Oei...hij die altijd honger heeft...ziet een Kroelio. Ja ja...hij die honger heeft kent wel de Kroelioos", fluistert het wezen.Opeens schiet hij naar voren. Springt tegen de boom en bijt het wolkentouw door. Mo valt zo naar beneden...op zijn kop. Mo gaat rechtop zitten. Hij ziet weer sterretjes. Nu heeft Mo twee bulten op zijn kop. Het wezen pakt Mo op. Hij zet Mo op zijn achterpoten.

"Jij ...lekker hapje...gaat mee", sist het wezen. Hij sleurt Mo zo naar een gat van een van de heuvels. Mo wordt ruw naar binnen geduwd.

Het is aardedonker in de heuvel. In het midden ziet Mo licht branden. Hij wordt naar het licht geduwd. Daar staat een grote paal. Bovenop de paal staat een bol met vuurvliegjes erin. Mo wordt aan de paal vastgebonden. Het wezen gaat recht tegenover Mo op de grond zitten. Mo kijkt het wezen aan.
"Jij lijkt wel een zwarte Kroelio. Hoe heet jij? "vraagt Mo. Het wezen staat op. Warempel het is...een Kroelio. 
"Hij die altijd honger heeft...is Linky", antwoordt de zwarte Kroelio.
"Hmmm...ik heb nog nooit een zwarte Kroelio gezien...hoe kom jij zo zwart?"vraagt Mo weer.
"Lekker hapje wil veel weten", zegt Linky
"Linky eerst andere kleur...weet niet meer...daarna zwart. Gezien?...lichtgroene bomen? Daarin 4us ...daarna zwart.", legt Linky uit.
"4us. Wat is dat?"vraagt Mo. Linky kijkt geheimzinnig om zich heen.
"Weet niet...hij die altijd honger heeft...raakt groene boom aan...daarna zwart...langzaam zwart", mompelt Linky.
"Kun je daar dan niks tegen doen?"roept Mo. Linky haalt zijn schouders op en zegt: "Boom niet aanraken". Hij kijkt Mo aan.
"Hij die altijd honger heeft...gaat nu slapen. Daarna kijken hoe lekker hapje smaakt...ja ja". Hij draait zich om en loopt verder de heuvel in. Mo kan hem niet meer zien.

Mo probeert het wolkentouw los te peuteren. Het lukt niet. Maar Mo geeft het niet op. Na een lange tijd zit hij nog steeds vast aan de paal. Mo hoort gezang. En daar is de zwarte Kroelio weer.
"Hij die altijd honger heeft...heeft over lekker hapje gedroomd....heel lekker...ha ha", zegt Linky. Linky gaat recht voor Mo staan. Opeens schiet hij naar voren en bijt Mo in zijn neus.
"Auw...auw...wat doe je nu?"schreeuwt Mo. Linky kijkt Mo verlekkert aan.
"Even proeven...inderdaad...heeeel lekker hapje", roept Linky terug.
"Wat zal ik doen met lekker hapje", mompelt Linky. Hij staat even diep na te denken.
"Hij die altijd honger heeft...kan soep maken van hapje. Of toetje...gebakken?... ook lekker. Gekookt misschien?.Nee nee dat niet", fluistert Linky. Mo denkt razendsnel na. Hoe komt hij hier veilig weg. 
"Linky", zegt Mo. De zwarte Kroelio kijkt om.
"Linky, je kan ook met mij meegaan naar de andere Kroelioos. Misschien kunnen we je dan weer gewoon maken. Niet meer zwart. Wat vindt je ervan?" zegt Mo. Linky kijkt Mo aandachtig aan
"Hmmm...zijn daar dan meer Kroelioos?"vraagt Linky.
"O ja...veel meer Kroelioos", lacht Mo.
"Dan...vind hij die altijd honger heeft...dat een goed idee...lekker hapje". 
Linky maakt Mo los. 
"Loop jij maar voorop", wijst Linky.
"Lekker hapje weet de weg...haha...", lacht Linky.


Poeh hee
Hoe zou dat aflopen
Ik vertrouw die Linky voor geen cent.

Joepdoei en de mazzel




DJEK