zondag 7 mei 2017

De Dromenbrouwers deel 2



Hallo fans

Hoe zou het met Mo en Klaas Vaak zijn?
Ik ben nu toch wel erg nieuwsgierig geworden.

Wolken wolken en  nog eens wolken.
Waar zal dat eindigen...

De Dromenbrouwers 2





"Wat doen die Dromenbrouwers eigenlijk? "vraagt Mo. 
Dromenbrouwer

"Dromen brouwen natuurlijk", antwoord Klaas.
"Ja dat snap ik. Maar hoe?" vraagt Mo weer.
"Wel...als de Brouwers een droom hebben gehoord...dan gaan ze deze droom in elkaar zetten. Ze maken van sterrenzand, wolkenrestjes en nevelslierten een droom. Dan strooien ze er toverzout overheen...en de droom is klaar".
Mo en Klaas zijn bij het dromenmeer aangekomen.
"En hier leggen ze dan de droom in", wijst Klaas.
"De droom, in het dromenmeer, kan dan groeien tot een mooie droom. Dan komen de andere Brouwers de droom eruit halen. Deze hulpbrouwers kunnen vliegen. Vandaar".
Hulp-Brouwer


Mo kijkt zijn ogen uit. Zoiets heeft hij nog nooit gezien. 
TJAF TJAF TJAF. 
Er komt net een hulp-Brouwer aangevlogen. In zijn voorpootjes heeft hij een groot schepnet. Opeens duikt hij naar beneden, en schept een roze wolk uit het meer.
TJAF TJAF. Zijn grote oren draaien maar rond. Zo vliegt hij naar de andere kant van het meer.

"Zeg Klaas", zegt Mo. "Hoe komen die dromen nu bij de kinderen? "
"Dat meneer Mo, is het mooiste van allemaal.Kom mee...". Klaas beent weer naar de wolkenwaterval toe. Op een holletje komt Mo achter hem aan.
Via de wolkenlift, aan de binnenkant van de wolkenwaterval, komen Mo en Klaas weer in de grot waar de motor staat.
Bij de crossmotor vertelt Klaas verder. 
"Kijk... de tank van de motor is heel groot...zie je?". Mo ziet het.
"De tank heeft twee tankdoppen, een hier en een daar", wijst Klaas Vaak.
"In de ene kant van de tank zit het slaapzand. Aan de andere kant komen de dromen te zitten...snap je?" Klaas kijkt Mo vragend aan. Mo denkt het te snappen. "Als het donker wordt, ga ik op pad met de crossmotor. Ik vlieg over het hele land. Allereerst gaat het slaapzand uit de tank. De kindertjes vallen dan in slaap. Daarna laat ik de dromen uit de andere kant van de tank. Iedere droom gaat naar het kind dat deze droom gewenst heeft bij de Dromenbrouwers. Spannend hé", lacht Klaas Vaak.
"Dat heb ik nooit geweten", stamelt Mo.
"Ik zou zeggen vlieg een keer mee, dan kan je het zelf zien", stelt Klaas voor.
Dat ziet Mo wel zitten.

Mo en Klaas Vaak staan te kijken hoe de hulpbrouwers de dromen vangen in hun schepnet. Een voor een komen de beestjes naar de cross-motor van Klaas. Ze proppen de dromen in de tank van de motor.
Daar komt een groene hulpbrouwer aangevlogen.

hulp-brouwer
 Tut van de Toren
"Tutter de tut...is de tank nog niet vol?...Tutter", zegt het groene wezentje.
Tutter de tut denkt Mo. Zou dat dan toch een Tutter zijn? "Hallo ", zegt Mo. "Mag ik iets vragen". De groene Tutter kijkt Mo aan.
"Tutterdetut...natuurlijk...Tut", antwoordt het diertje.
"Ben jij een Tutter?", vraagt Mo voorzichtig. 
De Tutter kijkt Mo raar aan. 
"Zeker wel ben ik een Tutter en niet zomaar een Tutter". Hij steekt zijn neus deftig in de lucht. "Ik ben... Tut van de Toren". 
"Ja, Lila noemde die naam", mummelt Mo
"Meis Lola?", roept Tut."Ken jij meis Lola?". Mo vertelt Tut over Lila en de choco.
"Ja...tut...dat was de wens van meis Lola...tutter...alles in choco veranderen...", zucht Tut. "Maar de wens is teruggenomen", zegt Tut van de Toren opgelucht.
Mo en de Tutter kletsen vrolijk verder.

"GROMMM...gruwel". 
"O jee...tut". De groene Torentutter ziet een beetje wit.
Klaas Vaak komt langs Mo gehold. 
"Mo...maak dat je wegkomt...een NACHTMERRIE", schreeuwt Klaas naar Mo.
Mo kijkt omlaag naar het dromenmeer. In het midden van het meer stijgt langzaam een zwarte wolk op. "GROMMMM...". 
De wolk wordt groter en groter. De wolk begint steeds meer op een paard te lijken. Een zwart paard met akelige rode ogen.
Van alle kanten komen de Tutters aanvliegen. In hun pootjes houden ze zware wolkentouwen vast. De Dromenbrouwers hebben toverzout op de touwen gestrooid. De Tutters gooien hun touwen over het nachtmerriepaard heen. Iedere keer als een touw het paard met de rode ogen raakt...sist het...en gilt de nachtmerrie.
Zo proberen de Tutters de boze droom terug te duwen in het dromenmeer.
Ineens springt het paard omhoog...recht naar de cross-motor van Klaas Vaak.
Klaas, die verstopt zit achter zijn motor, duikt net op tijd weg.
Het paard met de rode ogen duwt de motor zo het dromenmeer in.
De Tutters gooien weer met de betoverde touwen. Langzaam zakt de nachtmerrie met luid gekrijs het meer in.
De Dromenbrouwers zijn naar het dromenmeer gekomen. Ze strooien nog wat toverzout over de nachtmerrie. Langzaam lost de zwarte wolk op.
Het water van het meer wordt weer rustig. Het is voorbij.

Dromenbrouwer

De Tutters zitten aan de rand van het meer.Ze zijn erg moe. Hun grote oren zijn ook moe. Ze kunnen niet meer vliegen.
Beteuterd staat Klaas Vaak naar het dromenmeer te kijken.
"Mijn crossmotor...", snikt Klaas. "Nu kan er geen kind meer dromen".

Tja, wat nu gedaan?
Mo wrijft over zijn kin. Hij krijgt een rimpel in zijn voorhoofd. Dat gebeurt altijd als Mo diep nadenkt. 
"Is dat meer diep?", vraagt Mo aan de Torentutter.
Tut van de Toren haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. De Dromenbrouwers staan nog aan de kant van het dromenmeer. Ze zijn de betoverde touwen aan het oprollen.
Mo loopt naar de brouwers toe.
"Pardon", zegt Mo. "Mag ik jullie iets vragen?". 
De Dromenbrouwers kijken Mo verbaasd aan. 
"Kunnen die touwen ook onder water?", vraagt Mo weer.
"Ik denk het wel", zegt een van de Brouwers.
Even later loopt Mo met een van de touwen zo het Dromenmeer in.
Hij is nu tot aan zijn nek in het water. Voetje voor voetje gaat hij verder. Maar...geen motor te zien. Wat nu?

Op de kant van het Dromenmeer zijn de Dromenbrouwers in een kring gaan zitten. Ze doen hun ogen dicht en houden elkaars voorpoten vast.
Ze mummelen een toverspreuk. Door de machtige spreuk begint het zachtjes te zoemen in de grot.
Hé...wat is dat nu. Het tovertouw gaat uit zichzelf bewegen. Het kruipt steeds verder onder water. Dan...trekt het touw strak. Het water van het dromenmeer begint te bewegen. En daar verschijnt de motor van Klaas Vaak. Langzaam trekt het tovertouw de motor uit het water. 
Mo is ondertussen ook uit het water gekomen. Hij maakt samen met Klaas een vreugdedansje. 
Als ze uitgedanst zijn lopen ze naar de Dromenbrouwers. Ze bedanken alle Brouwers voor hun hulp.
Daarna duwen ze de motor weer naar de grot achter de wolkenwaterval.
Mo en Klaas zijn er moe van geworden. Allebei gaan ze tegen de motor aanzitten. Nog geen tien tellen later liggen ze alle twee te snurken.
"Tutterdetut...tutter", roept Tut van de Toren. "Wat een herrie...tutter".
Hij houdt zijn voorpootjes tegen zijn grote oren en rent weg.

Een hele tijd later wordt Mo wakker. Hij kijkt om zich heen. Hij weet even niet waar hij is.
"Ah...tutterdetut...ben je er weer ...tut...?", vraagt heer Tut van de Toren.
Even later is Klaas Vaak ook wakker. Hij kijkt op naar de hemel.
"O, jee...het begint al donker te worden. We moeten opschieten", zegt Klaas paniekerig. 
"Geen nood...tutter...heer Vaak", tuttert Tut. "De motor is al volgetankt...tutter...en ook ...tut...drooggemaakt.U kunt zo vertrekken...tutter".
Ondertussen zijn alle Tutters naar de Wolkenwaterval gekomen.
Mo en Klaas bedanken de Tutters voor de goede zorgen. Klaas Vaak zet zijn "slaapmuts" op en stapt op zijn motor. Mo klimt achter hem op de motor. De bal met het gezichtje aan de punt van Klaas zijn muts, kijkt nog steeds boos. Het sist nu niet meer.

Klaas Vaak laat zijn cross-motor ronken en pruttelen. Mo houdt de jas van Klaas goed vast. Dan begint de motor langzaam te stijgen. Klaas en Mo zwaaien naat de Tutters. De motor vliegt ineens heel snel tussen de wolkjes van de Wolkenwaterval door. En zo zijn ze op weg.
In vliegende vaart brengen Mo en Klaas Vaak de mooiste dromen naar alle kinderen van het land.
En Mo...vindt het geweldig. Toch maar met zijn ogen dicht...voor de zekerheid.

Eind goed al goed.
Sommige kinderen zeggen: "Ik droom nooit".
Ik denk dat deze kinderen hun droom vergeten zijn.
Als je wakker bent geworden, moet je maar eens door je ogen wrijven.
Daar bij het puntje van je oog...het dichtst bij je neus.
Soms zitten daar dan nog korreltjes slaapzand. 
Dan weet je dat Klaas Vaak langs is geweest op zijn cross-motor.
Probeer maar...morgenvroeg!!!!!

Joepdoei en de mazzel




DJEK...












maandag 1 mei 2017

De Dromenbrouwers

Hallo fans

Je zou het niet zeggen...Maar het is lente.
Ik zie het alleen maar regenen en waaien...
heel hard waaien.
Zou het op Kroelonia ook zo hard waaien?
Ik hoop het niet voor de Kroelioos.
Ondertussen is er toch nog een nieuw verhaal naar beneden gewaaid.

De Dromenbrouwers.








Op het Hemelse plein loopt Mo de Kroelio haastig op en neer.
Mo kijkt boos. Dat is niets voor Mo. Hij is eigenlijk een hele vriendelijke Kroelio.
Lino ziet Mo lopen.Hij gaat naar hem toe en vraagt: "Hee Mo.Wat is er met jou aan de hand?. Je kijkt zo boos". 
Mo blijft stilstaan en kijkt Lino aan.
"O, Lino het spijt me. Ik ben aan het nadenken. Ik ben niet boos hoor".
Lino
"Gelukkig maar" zegt Lino. "Waar ben je eigenlijk over aan het denken?".
Mo vertelt: "Weet jij nog dat Lila hier was?". Lino knikt van ja.
"Weet jij ook nog dat ze vertelde over chocolade? En dat wij veranderd waren in choco? ", vraagt Mo
"En de verhalen over die Torentotter of zoiets", zegt Lino."Ja dat weet ik nog". 
"Maar voordat Lila iets kon vertellen was ze alweer naar huis", mompelt Mo.
"En nu ben ik nieuwsgierig geworden naar dat torenfiguur. Weet jij nog waar Lila vandaan kwam?"
"Vanaf het huisje van Klad, rechtdoor het Nevelwoud in", wijst Lino. "Dan moet je zo bij dat dorpje komen. Dacht ik". 
"Dan ga ik daar maar eens kijken", zegt Mo. "Ga je mee Lino?"
"Nee Mo, dat gaat niet deze keer. Ik heb nog veel te doen in de Wolkenfabriek". 
Klad
"Goed dan, Tot ziens Lino".
Mo gaat op weg naar het huisje van Klad.
Lino kijkt zijn vriend na.

Even later is Mo bij het huisje van Klad.
Zo te zien is Klad niet thuis. Jammer denkt Mo.
Anders had ik kunnen vragen waar Lila precies vandaan kwam.
"Alsmaar rechtdoor", mompelt Mo."Da's niet zo moeilijk".Mo gaat op weg.
Na weer een tijdje blijft Mo stilstaan. Hij kijkt om zich heen. Hier is hij nog nooit geweest. Er komt Mo niets bekend voor.
"Het lijkt erop dat ik verdwaald ben. Dat is me nog nooit overkomen", zegt Mo.
Hij kijkt achterom, maar het huisje van Klad is niet meer te zien. Wat nu?.
"Ik loop gewoon mijn neus achterna, dan komt het allemaal wel goed", mompelt Mo.
Hij begint weer te lopen.

Dan komt Mo op een open plek. Hij stopt en gaat staan luisteren. Hij heeft iets gehoord...maar wat?
Het lijkt wel donderen als bij een onweer, denkt Mo.
Maar de lucht is blauw. De zon schijnt.
Voorzichtig loopt hij verder. Het geluid klinkt harder.
Ineens springt Mo achter een wolkenbosje. Waar is de Kroelio van geschrokken?
Aan de andere kant van het bosje staat een monster. Met één groot oog kijkt het naar Mo. Het monster beweegt niet. Het kijkt alleen maar.
Mo ziet dat er beneden uit de buik van het monster, een stok steekt. Het monster hangt daar een beetje op.
Mo sluipt, zo voorzichtig als hij kan, naar de andere kant van het monster.
Daar ziet hij het...er ligt een man tegen het monster aan. De man maakt het dondergeluid. Mo moet lachen. Dat geluid is geen donder...maar snurken. 
De man ligt te slapen.

Zou het monster ook slapen? Het beweegt nog steeds niet. Mo sluipt naar de man toe.
De man ziet  er wel een beetje vreemd uit.
Hij heeft laarzen aan. Bruine laarzen met veel gespen. Ook een bruine lange jas, met veel knopen erop. Hij heeft een gele broek aan. Zijn neus is puntig en hij heeft een grote grijze snor. Aan zijn kin hangt een puntbaardje...ook grijs van kleur. Op zijn hoofd heeft hij een gele muts met een hele lange punt eraan.
Onder aan deze punt zit een bal met een gezichtje. Twee ogen en een mond.
Het gezicht kijkt boos naar Mo.  Mo schrikt ervan.
Ineens begint het ding te krijsen. De man schrikt wakker, springt op en duikt zo over het monster heen. De man zit nu achter het monster. 
Hij staat langzaam op. Hij kijkt Mo kwaad aan. 
"Wel meneer, vindt u het plezant om hardwerkende mensen
 te laten schrikken? ", roept de man.
Mo kijkt verbaasd. "Hard werken? U lag gewoon te slapen hoor", antwoordt Mo.
"Tja", mompelt de man. "Dat krijg je als je met slaapzand werkt". 
Mo zegt: "Als ik u was, zou ik een beetje oppassen voor dat monster".
Mo wijst naar het ding dat voor de man staat. De man moet ermee lachen.
"Dat is geen monster...maar een 'cross-motor' meneer".
De man wijst naar het monster. 
"Dit hier zijn de wielen...en dat is de koplamp...en daar zit de tank.Snapt u?". 
Mo snapt er geen barst van. Hij heeft nu wel door dat het monster een machine is. 
"Wat bent u, als ik vragen mag?", zegt de man.
"Ik ben Mo de Kroelio", antwoordt Mo.
"Hmmmmm...een Kroelio...daar heb ik wel eens van gehoord", mompelt de man.
"En wie bent U?", vraagt Mo
"O, wat onbeleefd van mij...Ik ben Vaak', zegt de man.
Verbaasd kijkt Mo de man aan. "Vaak?"
"Ja Klaas...aangenaam", zegt de man weer.
"Vaak...Klaas", mompelt Mo. "Vreemde naam".
"Nee...nee andersom...je zegt het verkeerd om...", hakkelt de man.
"Klaas Vaak is de naam. Toch niet zo moeilijk dacht ik", antwoordt de man een beetje boos.

Even later zitten Klaas en Mo gezellig te kletsen. De Kroelio vertelt over de andere Kroelioos, het luchtkasteel en de Hoge Wolkenbergen.
Hij vertelt ook over Lila en de Torentutters. Misschien dat Klaas Vaak weet waar het dorpje van de tutters is. 
"Torentutters?...Tutters van een toren?...", vraagt Klaas.
"Nee het spijt me daar heb ik  nog nooit van gehoord. Of wacht eens...bij de Dromenbrouwers heb ik wel wezentjes gezien die er op lijken.Als ik jou verhalen goed begrijp. Maar of ze tutters heten? Dat weet ik niet".
"En waar kan ik die Dromenbrouwers dan vinden?",vraagt Mo.
"Eeeu...bij het Nevelmeer in de Nevelbergen. Als je achter de wolkenwaterval gaat, kom je ze zo tegen", zegt Klaas.
"Welke kant moet ik op, wil ik bij al dat nevel en wolkengedoe komen?", vraagt Mo weer.
"Ha, ha het is inderdaad een heel gedoe', lacht klaas. "Vooral die wolkenwaterval...ha ha".
Klaas Vaak staat op en loopt naar zijn cross-motor.
"Maar...het is een toevallig toeval dat toevallig is. Ik Klaas Vaak...moet heel toevallig naar de Dromenbrouwers toe", roept Klaas. "Als je wil kan je meerijden...As je durft...".
Klaas klapt de stok waar de motor op hangt in. aan de zijkanten van het ding zitten een paar trappers. Klaas zet zijn voet op een van de trappers en duwt die dan heel snel naar beneden. De motor begint te piepen...stil. Nog maar een keer. De cross-motor begint nu te brullen en te pruttelen. Toch een monster denkt Mo. 
Klaas kijkt Mo aan. 
"Kom maar hier achter mij zitten...als je durft...".
Mo is geen bange Kroelio. Hij loopt naar het 'monster' toe en klimt achter Klaas Vaak. De bal met het gezichtje onder aan de puntmuts begint te sissen.
"Heee ...Bollie gedraag je". Klaas Vaak kijkt om naar Mo.
"Goed vasthouden hoor...daar gaan we". 
De motor gaat bewegen. Even later vliegt het ding hoog boven het Nevelwoud.
Mo houdt de jas van Klaas stevig vast. Hij is niet bang, maar knijpt voor de zekerheid, zijn ogen stijf dicht.

"Kijk", roept Klaas. "Daar is het grote Nevelmeer". Klaas wijst naar beneden.
Mo doet voorzichtig één oog open. Beneden hem ziet hij tussen twee grote nevelbergen een wolkenmeer liggen. Aan de zijkant van het meer vallen er allemaal kleine wolkjes naar beneden. De wolkenwaterval. 
Klaas zet de motor uit. Langzaam zweven ze nu naar het meer toe.
"Het grote Nevelmeer wordt ook wel het...dromenmeer...genoemd", vertelt Klaas vaak.
"Daar groeien de dromen in. Nou ja, je zult het dadelijk wel zien". 
De crossmotor gaat nu recht op de wolkenwaterval af. 
"Nu wordt het moeilijk", roept Klaas. Opeens zwiert de motor tussen twee wolkjes door naar binnen. Achter de wolkenwaterval is een grot.
Netjes landt de machine op de wolkengrond van de grot.
"Ziezo, we zij d'r", zegt klaas Vaak.
Klaas en Mo stappen van de motor af. Mo kijkt eens om zich heen. Het ziet er allemaal wel een beetje vreemd uit.
"Kom mee", tettert Klaas. Hij trekt Mo aan zijn voorpoot.
Ze lopen naar het einde van de grot. Daar is een verhoging. op deze verhoging zitten wezentjes aandachtig te luisteren. Waar luisteren ze naar?
"SSSSST", Klaas doet zijn wijsvinger tegen zijn lippen. 
"Dat zijn de Dromenbrouwers. Ze zitten rond de wenswolk. Dat is een wolk met een gat erin...of zoiets. Zo kunnen zij de droomwensen van de kinderen horen", fluistert Klaas Vaak. Mo kijkt eens goed naar de Dromenbrouwers. Het lijken net Motjes, maar dan met hele grote oren en een geruite vacht, denkt Mo. 
Zouden dat Tutters zijn? Een eindje verderop staat Klaas naar hem te wenken.
"Hierheen", wijst hij. Samen lopen ze achter de wolkenwaterval naar beneden.

Ik ben benieuwd wat ze daar vinden.
Kom erachter in deel 2 van 
De Dromenbrouwers.



Joepdoeii en de Mazzel


DJEK