maandag 9 mei 2016

De Wolkendraak deel 2

Hallo Fans
Hoe zou het gaan in Kroelonia?
Zou die draak er nog zitten? 
Kan iemand hem weer wegjagen?
We zullen zien...

De wolkendraak

De wolkendraak heeft het roepen ook gehoord.
Want draken hebben goede oren. Ze kunnen zelfs een muis horen lopen.
Hij slaat zijn vleugels uit en vliegt naar het grote wolkenpad.
Oran

Mo staat met zijn voorpootjes in zijn zij naar Oran en Elsje te kijken.
 Hij wil gaan mopperen op Elsje.
Maar ineens horen ze een enorme klap.
Verschrikt kijken ze alle drie naar het Hemelse plein.
Het Luchtkasteel, de grote regenton, ligt helemaal in duigen.
Boven het plein zweeft de wolkendraak. Kwaadaardig lacht het beest.
Mo
Hij schiet nog een bliksemflits naar het kasteel.
Dan kijkt hij naar Mo, Elsje en Oran. Langzaam vliegt hij naar het wolkenpad.

Mo trekt Oran en Elsje uit de drijfwolken.
"Vooruit rennen", roept hij. "Naar de wolkenfabriek". Ze rennen zo hard ze kunnen.
Weer een enorme klap. De wolkenhangbrug aan het begin van het pad, is er niet meer... Ze horen de draak lachen.
Vlug schieten ze de fabriek in. De draak heeft het gelukkig niet gezien.
Alle drie houden ze hun adem in, als het beest over de fabriek vliegt.
"Wat nu? ", fluistert Oran tegen Mo.
Mo haalt zijn schouders op. Hij weet het ook niet meer.

"Ik denk dat we hier wel veilig zijn", fluistert Mo. "Afwachten maar".
Dan gebeurt het. Gedonder en geraas, aan een stuk door. Het lijkt wel of de fabriek instort. En dat is ook zo.
De draak is terug. Hij schiet bliksemflitsen af.
Als er bijna niets meer over is van de fabriek gaat de draak landen. Langzaam loopt het duivelse dier rond de puinhoop. 
Mo heeft hem gezien.
"Vlug", fluistert Mo. "Hij loopt aan de andere kant van het plein. Nu kunnen we er vandoor. Elsje...weet jij nog waar de grot van de slaapheks is? "
Elsje knikt bang van ja.
"Hier vlakbij", fluistert ze.
"Dan gaan we daar naartoe', zegt Mo."Vooruit rennen...nu".

De draak snapt er niets van. Waar zouden die wezentjes nu toch zijn? Hij kan ze weer niet zien of
ruiken.
Mo, Oran en Elsje duiken de grot van de slaapheks in.
"Hier kan ie ons mooi niet vinden", zegt Oran.
Elsje zit met grote schrikogen en een pruillip voor zich uit te kijken.
"Allemaal mijn schuld", fluistert ze."Allemaal mijn schuld...".
Zachtjes begint ze te huilen. Mo kijkt met een ruk om naar Elsje.
"Niet doen Els...niet huilen. Straks hoort de draak het nog".
"Ik kan het niet helpen", piept Elsje. Ze begint harder te huilen.
De draak heeft het ook gehoord.
"Aha", brult het dier. "Nu heb ik jullie...". 
Hij begint gemeen te lachen en laat een bliksemflits los. Recht de grot in.
Nu begint Elsje zelfs te gillen.

POEF, PLOF, DREUN en PLONS.
Rondom de draak verschijnen allemaal mannen en vrouwen in zwarte jurken met sterren erop.
Rond zijn kop verschijnen allemaal heksen die op bezemstelen vliegen.
Verbaasd kijkt de draak in het rond. Wie zijn deze wezens? denkt hij.
Vlak voor de draak staat Armand de grote tovenaar van de planeet Truuk.
Hij steekt zijn rechterhand omhoog. In zijn hand heeft hij een toverstaf. Ineens schiet er groen vuur op de draak af.
"Auw...", gilt de draak. "Wat krijgen we nu? "
Alle mannen en vrouwen, in de zwarte jurken, beginnen groen vuur te schieten.
Boven het hoofd van de draak beginnen de heksen rondjes te vliegen. Steeds sneller rond de kop van het dier.
De draak wordt er helemaal duizelig van.

Iedere keer als het groene vuur de wolkendraak raakt...wordt hij een beetje kleiner.
Na heel veel schieten en groen vuur is er nog maar een heel klein draakje over.
Armand gaat naar het beestje toe. Hij kijkt heel streng. Het draakje kijkt woest terug.
Dan schiet Armand nog één keer groen vuur...en het beestje is verdwenen.
Elsje, Mo en Oran zijn uit de grot gekropen.
Huilend rent Elsje naar haar vader. Armand tilt haar op.
"Allemaal mijn schuld. Ik zal het nooit meer doen", piept Elsje.
Vader Armand kijkt Elsje aan en zegt: "Het is al goed, stil maar".
De kleine heks snikt nog een beetje na.
"Armand , hoe kan jij weten waar Elsje hier op Kroelonia is? "vraagt Mo
'Via onze toverkracht hebben we Elsje horen huilen. Toen hebben wij ons als de wiedeweerga naar hier getoverd. Zo te zien net op tijd", lacht Armand.
"Ja, net op tijd", zucht Oran.
Even later gaan Armand en de andere tovenaars en heksen weer terug naar de planeet Truuk. Een voor een verdwijnen ze weer.
Vlak voordat Armand en Elsje terugploffen, zwaait Elsje nog even naar Mo en Oran.
De twee Kroelioos zwaaien terug.

Met tranen in hun ogen staan Mo en Oran rond te kijken. Er is bijna niets meer over van het grote wolkenrijk Kroelonia.
"Wat moeten we doen Mo? ", jammert Oran. "Deze keer is het wel een hele grote puinhoop geworden". Mo weet het ook niet meer.
Dan horen ze iemand lachen. De twee Kroelioos kijken elkaar verschrikt aan.
De wolkenfabriek bouwt zichzelf weer op. De wolkenhangbrug is er ineens weer. Het luchtkasteel verschijnt op het Hemelse plein.
In een mum van tijd is alles er weer. Het lijkt wel of alles nieuw is.
De Kroelioos kunnen weer lachen.
Mo kijkt omhoog naar de blauwe lucht. 
"Bedankt Armand", mompelt hij. "Bedankt".

Op de stapelwolkenvlakte.
"En zo komt er een einde aan dit avontuur. Ik en Mo hebben de Kroeliowereld weer eens gered", knipoogt Oran naar de Tippi's.


Als dat niet  spannend is...dan weet ik het niet meer.
Gelukkig ging het weer net goed..op het nippertje.
Even rustig nu Kroelioos ...even pauze.

Tot de volgende keer maar weer...



Joepdoei en de mazzel

DJEK    
 






donderdag 5 mei 2016

De Wolkendraak

Hallo fans
Om maar met de deur in huis te vallen, er komen mysterieuze berichten uit Kroelonia
Wat zou er aan de heand zijn in het grote wolkenrijk?  
Laten we maar vlug gaan kijken...

De Wolkendraak

Een avontuur van de Kroelioos

Hoog heel hoog, tegen het oneindige aan, drijft het wolkenrijk Kroelonia.
Hier wonen de Kroelioos.
Kroelioos zijn kleine beestjes met prachtige flapoortjes en een grappige mopsneus.
Ze lijken een beetje op jonge hondjes. Puppy's.

Als je denkt dat Kroelioos bestaan,
Kun je in je dromen naar Kroelonia gaan.
Mo

Mo de Kroelio zit in het lanterfantenbos tegen een wolkenboom.
Af en toe kijkt hij naar de blauwe lucht.
Het lijkt erop of Mo ergens op zit te wachten.
Het is nog vroeg in de morgen. De zon schijnt.
Bovenin de blauwe lucht verschijnt een heel klein lichtje.
Het lichtje wordt groter en groter...plof.

Ineens staat daar een meisje met kort zwart haar en een wipneusje.
Ze heeft een blauw jurkje aan. Op dit jurkje staan grote zilveren en gele sterren. Het meisje heeft roze gympen aan. 
In de ene gymp zitten groene veters en in de andere gele veters.

Ze staat een beetje rond te kijken. Dan ziet ze Mo.
"Hee, Mo zit je lekker? "roept ze.
"Heerlijk", antwoordt Mo.
Hij staat op en loopt naar het meisje toe.
"Dag Elsje, leuk dat je weer eens komt spelen".
Mo geeft Elsje een knuffel.

Samen lopen ze naar het pleintje voor de wolkenfabriek.

















"Je vader heeft mij een berichtje gestuurd dat je vandaag langs zou komen. Armand de grote tovenaar van de planeet Truuk heeft je naar het lanterfantenbos gestuurd" ,vertelt Mo.
"Daarom wist ik waar je zou verschijnen".
"Handig", knikt Elsje.
"Mo, er is een Kroelio die ik niet ken. Ik heb hem zelfs nog nooit gezien",zegt het meisje.
Mo blijft stilstaan. "Welke Kroelio is dat dan? "
"Oran, de oranje Kroelio", antwoordt Elsje.
Oran 
"Waarom wil je met Oran praten? "vraagt Mo.
"Hij schijnt veel te weten", zegt Elsje.
"Nou, hij denkt veel te weten", lacht Mo.
"Even nadenken. Volgens mij is Oran in het Woeste Westen Wolkenland. Op bezoek bij de Tippie-tippie stam, vlakbij de stapelwolkenvlakte.
"Bedankt Mo".
En...Poef...weg is Elsje.
Verbaast kijkt Mo om zich heen.
"Heeft die kleine heks toch haar toverstafje meegenomen.
Dat is niet de afspraak", moppert de gele Kroelio.
"Ik zal maar gauw naar het Woeste Westen Wolkenland gaan voordat er ongelukken gebeuren.
Mo de Kroelio gaat op weg.

Op de Stapelwolkenvlakte staan de wolkenhuisjes van de Tippi-Tippi stam.
De Tippi's, de kleine gestreepte Kroelioos, zitten voor hun huisjes ademloos naar Oran te luisteren.
Een van de Tippi's

 "En zo hebben, ik en Mo, het wolkenrijk voor de zoveelste keer gered", besluit Oran zijn verhaal.
De Tippi's klappen in hun voorpootjes. Oran is een held, dat weten ze zeker.
Opeens begint het wolkenzand te draaien en te stuiven.
Langzaam verschijnt er een klein meisje. 
"Hallo allemaal", zegt het meisje.
De Tippi's maken dat ze wegkomen. Zo geschrokken zijn ze.
Oran staat te bibberen op zijn pootjes. Hij weet even niets te zeggen.
Dat komt niet vaak voor, want normaal kletst Oran je de oren van het hoofd.
"Wie...wie...ben jij ?"stottert Oran.
Het meisje zegt: "Ik ben Elsje, van de planeet Truuk".
"Nu weet ik het weer", roept Oran. "Jij bent de slaapheks". 
Elsje haalt haar schouders op.
"Leuk je gezien te hebben, doei". Oran loopt weg.
"Wacht even. Ik wil je iets vragen". Elsje rent achter hem aan.

De Tippi's zijn achter hun huisjes vandaan gekomen en kijken naar Elsje en Oran.
Ze durven niet dichtbij te komen. 
"Ik heb gehoord...", begint Elsje. "Dat jij heel slim bent...en dat je erg veel weet".
Oran kijkt naar Elsje. "Ja dat klopt". 
"Weet jij of er een stil plekje op Kroelonia is?" vraagt Elsje.
De Oranje Kroelio kijkt haar vragend aan.
"Euuu...ik moet nog wat huiswerk maken", gaat Elsje verder.
"Maar op de planeet Truuk is het zo'n herrie. De grote tovenaars zijn allemaal aan het oefenen voor de toverwedstrijd. Ze hebben nog maar een paar dagen".
Oran zegt niets.
"Toe, asjeblieft?", smeekt Elsje.
Pivo
"Daar", wijst Pivo, een van de Tippi-Tippi's.
"Daar, in de woestenij bij de heuvels van Oen is het stil. Dat is wat jullie zoeken". 
"Dank je wel" ,zegt Elsje. Ze draait zich met een ruk om. 
Ze wil naar de heuvels van Oen gaan lopen. Ze kijkt om naar Oran.
"Kijken wie er het eerst is?". Dan rent ze weg.
Oran laat zich niet kennen en holt achter haar aan.
De Tippi's krabben zich achter hun oren. 
Ze snappen er niets van.

Niet veel later staan Elsje en Oran te hijgen vlakbij de heuvels van Oen.
"Poeh hé, dat was snel. Maar ik ben sneller", puft Oran.
"Mooi niet meneer Oran", hijgt Elsje.
Oran is omgevallen. Hij ligt op zijn rug in het zand van de Woestenij.
Zo heet de woestijn voor de heuvels van Oen.
Elsje gaat ook op de grond zitten.
"Wij waren even snel, zullen we maar zeggen".

Oran is het daar wel mee eens.

"Wat voor huiswerk moet jij maken?", vraagt Oran.
"Ik moet de spreuk voor kleine verschijningen nog oefenen", zegt Elsje.
Op haar jurk zitten verschillende zakken.
Uit een van die zakken haalt ze een rood met witte zuurstok tevoorschijn.
"Oho", roept Oran. "Je toverstok...die mag jij helemaal niet meenemen van Mo".
Elsje haalt haar schouders op.
"Mo zal wel onderweg zijn naar hier denk ik', zegt de kleine heks.
"Ik zal maar gauw gaan beginnen met oefenen. Weet jij hoe een hagedis eruit ziet? " vraagt ze aan Oran.
De Oranje Kroelio knikt van ja.
"Daar gaan we dan", roept Elsje. "AMALGAAN...DIS". 
Het wolkenzand begint te kolken en te stuiven. Het begint te waaien,
Even later is alles weer rustig. Op het zand staat een piepklein diertje.
"Is dat een hagedis?', vraagt Elsje. 
"Zou best eens kunnen", antwoordt Oran.
"Maak hem eens iets groter, dan kan ik het beter zien". 
Hier moet Elsje even over nadenken. Ze had meester Kobold wel eens de 'vergrotingsspreuk' horen zeggen. Maar hoe ging die ook alweer.
Elsje richt haar toverstok op het diertje. 
"FORTISSIMO FORTO". Of was het forta. Ze weet het niet zeker.
Poef...het beestje is nu iets groter.
Oran kijkt eens goed. "Ja, het lijkt wel op een hagedis, maar toch anders".

Ineens poef.. Poef...POEF...POEF.
Het beestje is nu drie keer zo groot.
"Dit...dit is wel groot genoeg", stamelt Oran.
Elsje loopt naar de hagedis.
"Ik tover hem wel weer weg".
Ze steekt haar toverstok uit en roept:
"DISAPPERTO...PROTO".

POEF

Ineens zit daar een enorme hagedis.
"Elsje, dat is geen hagedis...dat is een draak... rennen", schreeuwt Oran.
De twee maken dat ze wegkomen.
De wolkendraak kijkt ze na. Opeens slaat hij zijn vleugels uit en stijgt op.
Hij zweeft achter Elsje en Oran aan, naar het dorpje  van de Tippi-Tippi stam.

Elsje en Oran rennen het dorpje in.
Een heldere flits en een donderend geluid.
Als ze opzij kijken zien ze dat een van de Tippi-huisjes is ingestort.
Getroffen door de bliksem.
De draak zweeft nu boven het dorp. Hij schiet nog meer bliksemflitsen af.
Er blijft van het dorpje niet veel meer over.
De Tippi-Tippi stam is naar de heuvels ven Oen gevlucht.

Opeens blijft Elsje staan.
"Oran...pak mijn hand vast", roept ze.
In haar andere hand heeft ze haar toverstaf.
Elsje mompelt een toverspreuk.
Ineens zijn Oran en Elsje verdwenen.
De draak, boven in de lucht, snapt er niets van.
Hij kan die twee niet meer zien. Hij snuift een keer met zijn neus.
Hij ruikt niets. Hij kan Elsje en Oran ook niet meer horen.
Langzaam zweeft de draak boven het verwoeste dorp.

Kapof

Elsje en Oran verschijnen vlak langs het grote wolkenpad.
"Euhh...Els...we staan in de drijfwolken", zegt Oran.
"Oeps...verkeerd gemikt. Maar ik moest ook zo snel toveren", antwoordt Elsje.
Langs het wolkenpad liggen de drijfwolken. Als je hierin terecht komt...dan zitten je voeten vast.
"Wat nu...we zitten muurvast. Nu moeten we wachten tot iemand ons los komt maken", mompelt Oran.
Als de draak maar niet hierheen komt, denkt Elsje.
Een eindje verder loopt Mo de Kroelio over de wolkenhangbrug naar het Hemelse plein.
Oran heeft hem gezien.
"Daar loopt Mo", wijst hij. Oran en Elsje beginnen hard te roepen.
Mo heeft het gehoord en draait om.
Hij loopt terug om het tweetal los te trekken.

De wolkendraak heeft het roepen ook gehoord...


Nou zeg. Ik durf even niet meer verder te lezen. Beetje eng...
(Binnenkort deel 2)

Joepdoei en de mazzel

          

DJEK





















vrijdag 1 april 2016

Mo de Kroelio en het schaap

Hallo fans


Af en toe is het al mooi lente weer. Volgens de krant zijn er weer veel lammetjes geboren.
Ik geloof dat het vorige week "lammetjesdag" was. 
Dan mogen de kinders de lammetjes komen aaien. In de schaapskooi.
Erg leuk om te zien.

Een Kroeliaanse wijsheid.
Reizen is...
het vinden en verliezen
van dromen.


Dat doet me denken aan onze reislustige Kroelio Mo.
Ook Mo is wel eens een schaap tegengekomen. Echt waar...

Wat voor ons heel normaal is...
Is voor een Kroelio soms heel bijzonder.

Mo de Kroelio en het schaap

Mo de Kroelio is aan het wandelen.
Hij wandelt langs bomen.
Hij wandelt lang grasvelden.
Het is mooi weer.

In de verte ziet hij een grasveldje met een hek er omheen.
Op het grasveld staan  "wolken".
Hoe kan dat? denkt Mo
Wolken horen aan de lucht te hangen.
"Daar wil ik meer van weten" mompelt Mo.

Hij loopt naar het veld en klimt over het hek.
Hij loopt naar de eerste de beste wolk.
Mo ziet dat er  vier stokjes onder de wolk vandaan komen.
"Iemand heeft de wolkjes aan het gras vastgemaakt. Daarom hangen ze niet  in de lucht", roept de Kroelio kwaad.

"BEEEEEEEEEH ", zegt de wolk.
Mo rent terug naar het hek.
Hij is erg geschrokken.
Mo is geboren in het grote wolkenrijk Kroelonia.
In Kroelonia heeft nog nooit een wolk iets tegen Mo gezegd.

Voorzichtig loopt hij weer naar de wolk toe.
Vooraan de wolk zit nog een klein wolkje... met oogjes.
"BEEEEH" blaat de wolk weer.
"Maar wolk", zegt Mo.
"Wat doe je hier? Waarom hang jij niet in de lucht?"
"Omdat ik geen wolk ben", kletst de wolk terug.
"Ik ben een schaap en ik sta in de wei.Ik eet gras"

"Dan ben jij net als de koe", roept Mo.
"Die eet ook gras. In haar buik maakt ze dan melk Echt waar...".
"Nee", snauwt het schaap.
"Ik eet gras en ik maak WOL".

"Wol?" vraagt Mo. "Wat is wol?"
Het schaapje geeft antwoord.
"Wol groeit op mijn  rug". 
Mo voelt aan de rug van het schaap.
"O, da's lekker zacht" roept Mo
"Als er genoeg wol op mijn rug gegroeid is, scheert de boer het af".
Zegt het schaap trots.

Dat vindt Mo zielig.
"Dan heb je het zeker wel koud, hé?" vraagt Mo
"De boer doet dat in de zomer" zegt schaap.
"In de zomer  is het warm. Zonder wol is het dan lekker koel".
Dat is waar.

"En van mijn wol maken ze truien" ,zegt  het dier weer.
"Heerlijk zacht en warm in de winter". 
Daar is Mo het  helemaal mee eens.
"Schaapje ",zegt Mo."Het is al laat, ik ga weer eens naar huis".
Hij loopt naar het hek.
Bij het hek draait Mo zich weer om.
"Mag ik nog iets vragen?"
"Ja hoor", zegt het schaap vriendelijk.

"Waarom hebben jullie een gekleurde vlek op jullie wol? 
Jij hebt een groene vlek".
Mo wijst naar de andere schapen.
"En die  heeft een rode vlek. En die ene daar een blauwe".

"O", lacht het schaapje.
"Dat is niet zo moeilijk hoor.
 Dat betekent, dat er van mijn wol een groene trui gemaakt wordt.
En van de anderen blauwe en rode truien".

" Ik snap het", zegt Mo.
Hij klimt over het hek.
Hij zwaait naar het schaapje en wandelt naar huis.
Ondertussen denkt Mo
Hoe zouden die schaapjes dan een streepjestrui maken?

( Streepje voor streepje Mo}



Joepdoei en de mazzel


DJEK    
 

donderdag 28 januari 2016

De Slaapheks

Hallo fans
Daar zijn we weer. Het heeft even geduurd. 
We hebben een hele tijd niets van de Kroelioos gehoord of gezien.
Ze zijn misschien ook druk geweest met Sinterklaas en Klaus de Kerstman.
Maar nu dan toch een nieuw avontuur met de titel

De Slaapheks

Dat belooft niet veel goeds.


Hoog heel hoog, tegen het oneindige aan, drijft het wolkenrijk Kroelonia.
Hier wonen de Kroelioos
Kroelioos zijn kleine beestjes met prachtige flapoortjes en een grappige mopsneus.
Ze lijken een beetje op jonge hondjes.Puppy's.

Als je denkt dat Kroelioos bestaan...
Kun je in je dromen naar Kroelonia gaan.


Het is nacht.
Overal zijn blinkende sterretjes.
Een sterretje blinkt harder dan alle andere sterretjes.
Dat sterretje wordt groter en groter, tot...het een grote ster is.
De grote ster landt op Kroelonia.
Poef...
Ineens staat daar een klein meisje.
Ze heeft kort haar, en een wipneusje.
Ze heeft een pyjama aan.
Een roze jasje met grote knopen.
Een mooi glanzende rode broek.
Ze staat op blote voeten.
In haar hand heeft ze een grote zuurstok.
Rood met wit.

Hoog in een wolkenboom zit een klein vogeltje.
Het is een blauw met witte stippen larievogeltje.
Het beestje is wakker geworden van het geluid.
De vogel vliegt naar het meisje.
Het larievogeltje gaat op haar schouder zitten.
Nieuwsgierig begint het beestje te twitteren.
Het meisje wijst met de rood witte zuurstok naar de larievogel.
"Ka-kazoem",fluistert ze. 
Het vogeltje valt van haar schouder op de wolkengrond.
En begint te snurken.

"Ha, ha...", lacht het meisje.
"Dit is een mooi land. Ik tover alles en iedereen in slaap. Dan zijn alle wolken van mij.
Ik laat het regenen, overal tegelijk. Heel lang. Want ik ben Snurkonia de slaapheks.
Ha-ha....". 

De volgende morgen.
Mo en Ferd Kroelio maken een lange wandeling. Ferd vindt dat niet leuk.
De groene Kroelio ligt liever in zijn bed. Hij is een beetje lui.
"Moet dat nu Mo, moet dat nu echt? Lang lopen is niet gezond hoor".
Mo geeft geen antwoordt. Hij gaat iets sneller lopen.
Even later komen ze Spikkel Kroelio tegen.
"Hebben jullie mijn spiegel gezien? ", vraagt de roze met rood gespikkelde Kroelio aan Mo.
"Ik ben hem kwijt.". 
"Nee , het spijt me ", antwoordt Mo.
"Ligt ie misschien bij Roezje? "vraagt Ferd.
Spikkel trekt een ongelukkig gezicht.
"Ik denk van niet Ferd. Maar toch bedankt.
Spikkeltje gaat op zoek naar Roezje.


 Mo loopt verder. Ineens ziet hij iets paars tussen de wolken liggen.
Wat zou dat kunnen zijn? denkt hij.
Vlug loopt hij naar het paarse ding.
Het is een Motje, een van de kleine Kroelioos.
Mo roept: "Ferd kom eens kijken".
De groene Kroelio rent naar Mo. Samen kijken ze naar het Motje.
"...eks...aap...", fluistert het beestje.
"Wat is een eksaap?",vraagt Ferd aan Mo.
Mo weet het niet.
"...slaap...heks..." kreunt het Motje weer.
Met een zucht valt het kleine beestje in slaap.
Het gesnurk is niet om aan te horen.
"Dat zo'n klein ding, zoveel lawaai kan maken. Het lijkt Ferd wel", lacht Mo.
"Ha ha, grappig die Mo. Bedenk maar eens wat er aan de hand is, grapjas", snauwt Ferd terug.
Daar heeft Ferd wel gelijk in, denkt Mo.
Waarom valt dat Motje in slaap? Wat is een slaapheks?

Mo wijst naar de grote wolkenberg.
De berg waar de Motjes in wonen.
"Hij is daar vandaan gekomen. We moeten daar gaan kijken", zegt Mo tegen Ferd.
"Eeuh...ik blijf wel hier Mo...Motje paars bewaken...goed?".
"Dan ga ik wel alleen hoor. Ik...ben niet bang".
Mo draait zich om en loopt naar de wolkenberg.

Even later hoort Mo iemand akelig lachen.
"Ha, ha...kom maar op kleine beestjes...Ik ben Snurkonia de slaapheks. Ik laat jullie allemaal slapen...ha,ha".
Mo heeft zich achter een wolkenstruik verstopt. Voorzichtig kijkt hij over het bosje heen.
Hij ziet hoe Motje groen probeert de slaapheks aan te vallen.
Maar voordat hij bij haar kan komen...ka-kazoem...valt hij al in slaap.
Overal om Snurkonia liggen Motjes te slapen.
Het heksje rekt zich uit.
"O,  hee ik ben moe geworden van dat toveren. Even uitrusten in mijn grot. Kan ik meteen in mijn nieuwe spiegel kijken, die ik vanmorgen heb gevonden".
Ze draait zich om en loopt recht op Mo af.
De gele Kroelio weet zich nog net op tijd te verstoppen.
Snurkonia loopt verder.
Mo sluipt achter haar aan.

Ondertussen.
Ferd Kroelio ligt langs Motje paars te slapen.
Ineens schiet hij wakker.
"Waar zijn we. En wie is ik", mompelt de Kroelio slaperig.
"O, ja...ik weet het weer. Ik pas op Motje paars...voor Mo. Waar is Mo?"
Ferd staat op. Hij kijkt om zich heen. Geen Mo te zien.
Hij voelt zich nu toch wel alleen.
"Welnu, ik zal de gele deugniet maar eens gaan zoeken", roept Ferd heel deftig.
En...hij loopt helemaal de verkeerde kant op.

Waar zou Mo toch zijn, denkt Ferd.
In de verte, tussen twee wolkenstruiken in, ziet hij een donker gat.
Hij rent op de grot af.
"Mo, Mo...ben je daar?"
Voorzichtig gaat Ferd de grot binnen.
Het is erg donker binnen.
"Hmm..geen Mo",mompelt Ferd.
Er liggen wat dingetjes hier en daar. Helemaal achteraan liggen wat bladeren op een hoopje.
Dat lijkt wel een bedje, denkt de groene Kroelio.
Hij gaat op de bladeren liggen. En Ferd slaapt alweer.

Mo sluipt nog steeds achter het heksje aan.
Ze loopt naar een zwart gat tussen twee wolkenstruiken in.
Snurkonia stapt de grot binnen.
Mo weet niet wat hij moet doen.

Ineens hoort Mo de stem van Ferd.
"Hee, Mo. Ben je daar eindelijk?"
"Wie ben jij en wat doe je in mijn grot? ", krijst de slaapheks.
"Jij bent Mo niet", gilt Ferd.
"Ka-Kazoem", schreeuwt Snurkonia.
Er lijkt van alles om te vallen. Een hels kabaal.
Dan...niets...helemaal niets.
Geen enkel geluid.

Mo durft bijna geen adem te halen.
Voorzichtig sluipt hij de grot binnen
Aan de ene kant ligt Ferd te slapen.
Aan de andere kant ligt Snurkonia...ook te slapen!
"Wat is hier gebeurd ?", mompelt Mo.
Fred wordt wakker.
"Ha die Mo, ben je daar eindelijk".
"Wat is er gebeurd?", vraagt Mo aan Ferd.
"Ik weet niet... Dat meisje komt binnen en wil mij betoveren. Ik pak dit ding. Ik houd het voor mijn gezicht. En ik knijp mijn ogen dicht...Toen ik weer durfde te kijken...lag het meisje te slapen",vertelt Ferd.
"Wat is dat dan voor ding?", vraagt Mo weer.
Ferd geeft het 'ding' aan Mo.
Dan zien ze wat het is. De spiegel van Spikkel.
"Ha,ha", lacht Mo. "Snurkonia de slaapheks heeft zichzelf betoverd. Dan zal iedereen zo wel weer wakker worden".
Maar daar heeft Mo zich in vergist.

Als Mo en Ferd buiten de grot komen. Zien ze dat iedereen nog gewoon ligt te slapen.
De Motjes, de vogels en alle andere diertjes.
Mo gaat op een wolkenboomstam zitten.
Hij begint aan zijn kin te krabbelen. Dat doet hij altijd als hij diep moet nadenken.
Maar hoe lang Mo ook nadenkt, hij snapt er niets van.
Waarom blijft iedereen slapen?.

Het begint alweer donker te worden.
Ferd ligt op zijn rug naar de sterren te kijken.
Opeens gaat hij rechtop zitten.
"Hé, Mo...Ik zie twee sterren die steeds groter worden. Hoe kan dat? ".
Mo kijkt op. De twee sterren komen recht op de Kroelioos af.
Mo en Ferd springen op. De twee sterren staan nu vlak voor hen.

                       Poef
Opeens staan er een man en een vrouw. 
De man lijkt wel een reus. Hij heeft een wilde lange baard. 
Hij draagt een hemelsblauwe mantel met een wit pak eronder.
De vrouw naast hem is wat kleiner. Ze draagt zwarte kleren. Ze heeft zwart lang haar en een wipneusje.

De man steekt een hand op en begint te praten.
"Beste Kroelioos, wij zijn Armand en Hilde. Wij zijn tovenaars van de planeet Truuk. Wij zijn ons dochtertje kwijt.Hebben jullie haar misschien gezien? ".
"Ze heeft een roze pyjama aan en een rode broek", zegt Hilde.
De Kroelioos staan met open mond te kijken.
Dan springt Ferd naar voren. 
Hij roept: "Ja, die hebben we gezien ja. Jullie slaapheks Snurkonia ligt daar". Hij wijst met zijn voorpootje naar de grot.
Armand krabt aan zijn lange baard.
"Snurkonia? ...Onze dochter heet gewoon Elsje hoor", mompelt hij.
De vrouw wil naar de grot lopen. Maar Mo gaat voor haar staan. 
"Mag ik u nog iets vragen? ", zegt Mo.
Hilde knikt. "Kunt u de betovering verbreken?  Iedereen slaapt nog".
"Natuurlijk, ik begin meteen", zegt Hilde.
Ze steekt allebei haar armen in de lucht en knipt met haar vingers.
Alle Motjes en andere diertjes beginnen met hun ogen te knipperen.
"Dank u wel", zegt Mo.

Armand de tovenaar kijkt een beetje bedroefd.
"Jullie moeten het Elsje maar niet kwalijk nemen hoor. Ze is nog maar een klein meisje. Op onze planeet Truuk wonen allemaal tovenaars. Er zijn geen kinderen, alleen Elsje. En af en toe doet ze alsof ze een heks is. Maar ja, ze kan wel echt toveren. Het spijt ons heel erg".
Ondertussen heeft Hilde Elsje uit de grot gehaald.
Elsje slaapt nog steeds.
Mo vertelt tegen de tovenaars dat de Kroelioos niet boos zijn op Elsje.
Als ze haar toverstok thuis laat, mag ze gerust nog eens komen spelen.
Armand en Hilde vinden dat heel aardig.

Poef
De tovenaars veranderen weer in sterren en zweven terug naar hun eigen planeet.

"Mo, ben je helemaal gek geworden, heksen uitnodigen. Mo, Mo...zeg dan wat!!", roept Ferd.
Maar Mo zegt niets meer... hij snurkt. Iedereen is wakker...behalve Mo.

Poeh hee, toch nog goed afgelopen.
Voor iedereen die toch in slaap gevallen is...slaap lekker.
En tot de volgende keer.


Joepdoei en de mazzel

DJEK