zondag 16 augustus 2015

De Torentutter

Hallo fans

Hebben jullie al gehoord van de Tutters? Weten jullie wat een toren is? 
Ga mee met Lila...en droom jezelf naar Kroelonia...

De Torentutter

Lila , een meisje van vier jaar, ligt in haar bedje.
Ze ligt naar het plafond te kijken.
Het is nog vroeg in de avond. Lila heeft nog geen slaap.
Ze ligt niet voor niets zo vroeg in bed.
Lila is gek op chocolade.
Niets op de wereld is lekkerder dan choco.
Lila heeft twee chocolaatjes uit het trommeltje gehaald, ofschoon dat niet mocht van mama.
Mama is heel boos  geworden.Toen moest Lila voor straf naar bed.
Het nachtlampje schijnt zacht groen licht op de muur.
Ineens kijkt Lila boos naar lampje.
Lampje schrikt ervan.
"Lampje", zegt Lila."Ik ga mijn ogen dichtknijpen totdat ik slaap. Dan is het zo morgenvroeg.En mag ik weer uit bed. Mama zal dan niet meer boos zijn". 
Zo gezegd, zo gedaan.


Als Lila haar ogen open doet, is alles wit en donzig.
Ze kijkt eens rond.Waar is Mo?
Mo de Kroelio komt haar altijd ophalen als ze in Kroelonia is.
Geen Mo te zien.
"Dan ga ik wel alleen. Ik weet de weg heus wel", mompelt Lila.
Die kant op, denkt ze. Dan kom ik vanzelf op het Hemelse Plein.
Daar zullen de Kroelioos wel zijn.

Lila is al een tijdje aan de wandel maar het plein is nog niet te zien.
Als ze om zich heen kijkt ziet ze wolkenbomen.
Heel veel wolkenbomen.
"O, ik zit in het bos", zegt Lila. "Da's niet goed. Ik loop even terug".
Ze draait zich om en begint terug te lopen.
Nog steeds overal bomen.Hoe kan dat nu?
Lila weet het niet meer.
Ze is verdwaald.
Ze blijft stilstaan, om te kijken waar ze naar toe moet lopen.
Heel ver weg hoort Lila iemand praten.
Daar zal het Hemelse Plein wel zijn, denkt ze.
"Mo, ik kom er aan", roept ze heel hard.
Lila holt naar de stem toe.

Als Lila op de plek is gekomen waar ze de stem gehoord heeft, is daar geen Kroelio.
Er zit een groenig diertje vast in een wolkenprikkelbosje.
Het diertje lijkt op een kleine Kroelio. Een Motje,maar dan met hele grote oren.
Een van die oren zit vast in de prikkels. 
Met zijn voorpootje heeft het diertje geprobeerd zijn oor los te maken.
Nu zit ook zijn voorpoot vast.
"Tutterde tutterde tut", roept het diertje. "Is er dan niemand die mij los kan maken?...Tutterde tut".
Lila vindt het wel een grappig diertje.
"Ik kan je wel helpen hoor", zegt ze.
Het diertje moet er van schrikken.
Het ziet Lila nu pas.
Een beetje bang kijkt het beestje met de grote oren naar Lila.
"Ben...ben jij ook een Tutter?", vraagt het beestje zachtjes.
Lila loopt naar het diertje toe.
"Nee, ik ben een meisje en ik heet Lila".
Voorzichtig maakt ze het grote oor en het voorpootje los.

Het diertje is zo blij dat het een rondedansje maakt.
"Dank je wel meis Lola", roept het.
"Ik heet Lila', zegt Lila. "En wie ben jij?". 
Het beestje gaat rechtop staan.
"Mijn  naam is Tut van de Toren".
Tut maakt een buiging voor Lila.
"Kom maar mee, dan zal ik je mijn toren laten zien", zegt Tut.
Lila loopt over kleine wolkenpaadjes achter Tut aan.
Af en toe moet ze bukken. En soms zelfs op handen en knieën kruipen.
Ze is eigenlijk een beetje te groot voor de smalle paadjes.
Dan komen ze op een open plek.

Tut van de Toren
Lila staat met open mond te kijken.
Op deze plek zweven hoog boven Lila een heleboel bollen.
Sommige bollen zijn doorzichtig.
De bollen zweven allemaal tegen elkaar aan.
Het lijkt wel een tros druiven, maar dan op z'n kop.
In deze bollen wonen de Tutters.
Midden tussen deze bollen staat een hele hoge toren.
Allemaal doorzichtige bollen op elkaar.
En helemaal bovenaan zit een reusachtige bol.
"Het dorpje Tutjebol", zegt Tut.
"Hier ben ik de baas. Want ik ben heer Tut van de Toren".
Tut loopt onder de bollen door naar het midden van de omgedraaide druiventros.
Hier blijft hij stilstaan.
Hij draait zijn grote oren heel strak om elkaar heen.
Dan laat Tut zijn oren los.
TJAF TJAF TJAF TJAF 
De oren draaien boven zijn hoofd rond.
Langzaam stijgt Tut van de Toren op.

Lila staat vol verbazing te kijken.
De Tutters kunnen vliegen.
Dan roept ze: "Hee, en ik dan? Ik kan niet vliegen". 
Verschrikt kijkt Tut naar beneden.
"Tutter de tut, helemaal vergeten.Ik kom zo terug  meis Lola", roept de Totentutter.
Snel vliegt hij naar boven.Even later komt hij terug.
Hij duwt met zijn achterpootjes een doorzichtige bol naar beneden
De bol landt voor Lila op de wolkengrond.
"Stap maar in...tutter de tut", heer Tut wijst naar de Bol.
Lila ziet geen deur. Ze doet haar ogen dicht en loopt vooruit.
Als ze haar ogen weer open doet zit ze in de bol.
De Torentutter is onder de bol en duwt hem langzaam weer omhoog.
Hoger en hoger...tot aan de bovenste reusachtige bol.

Even later staan Lila en Tut naar buiten te kijken.
"Wauw, ik kan over heel Kroelonia kijken", roept Lila.
"kijk daar...", wijst ze. "Daar is het luchtkasteel van de Kroelioos". 
Tut weet niet wat Kroelioos zijn. 
"Hmmmm...wil jij naar die..."regenton"...? "vraagt Tut.
Heer Tut staat met zijn neus tegen de wand van de bol naar beneden te kijken.
"Dan moet je dadelijk alsmaar rechtdoor lopen. Dan kom je er vanzelf". 
Tut loopt naar Lila toe. 
"Eerst even iets anders", zegt hij.
"Tutterdetut...jij meis Lola, hebt mij gered uit het wolkenprikkelbosje.Tuttel...
Daarom mag jij een wens doen. 
De Torentutter kan wensen laten uitkomen...Tutterdetut". 
Lila kijkt Tut verbaasd aan.
Wat zou ze nu willen wensen?
Ze denkt diep na.

Ineens weet ze het: "Ik wens...dat alles wat ik aanraak.
in chocolade veranderd".
Lila is dol op chocolade.
"Weet je het zeker?...tutter...", vraagt Tut.
Lila knikt van ja.
Tut pakt met zijn voorpootjes zijn grote oren vast.
Hij doet zijn ogen dicht en fluistert een paar woorden.
In de verte hoort Lila het rommelen.
Alsof er onweer is.
"Tutterdetut...je wens is goed...tutterdetut", zegt Tut van de Toren.

Lila blijft nog even gezellig kletsen met Tut.
De Torentutter vertelt van alles over het volk van Tut.
Maar Lila wil toch nog even naar de Kroelioos.
"Ik ken een gele Kroelio die hier heel  graag eens zou willen rondneuzen", zegt ze tegen Tut.
"Tutterdetut...hij is van harte welkom...tut...", antwoordt Tut.

Even later is Lila weer, met een van de doorzichtige bollen, naar beneden gebracht.
Ze loopt weer terug naar de Nevelwouden.
Bij de bosrand draait ze om.
Tut staat in de reusachtige bol bovenop de toren naar Lila te kijken.
Ze zwaait naar hem.
De Torentutter zwaait terug.
Dan verdwijnt Lila in het woud.

"Alsmaar rechtdoor lopen had Tut gezegd ", mompelt Lila.
Ze heeft een takje met blaadjes eraan in haar hand.
Helemaal van chocolade. 
Lila heeft al twee wolkenbomen in choco veranderd.Erg lekker.
Ineens ziet ze een bekend huisje.
Het hutje staat op de eerste tak van een wolkenboom.
Het is geschilderd in heel veel kleuren.
Onder de boom staat een bankje.
Op het bankje zit Klad Kroelio.
Zo te zien heeft hij weer een mooie regenboog geschilderd.
Klad zit dat zelf ook onder de verfkleuren.
Hij zit op het bankje te slapen.
Lila hoort hem snurken.
Ze wil Klad verrassen. Langzaam sluipt Lila achter het bankje.
Dan...doet ze haar handen voor de ogen van Klad en roept heel hard:
"KIEKEBOE".
"Kroeiit...krak".
Van schrik laat Lila Klad los.
Wat is er gebeurd? O nee, Klad Kroelio is veranderd...in een chocolade Kroelio.
Zelfs het bankje waar hij op zit is van chocolade.
"Nee, nee...dat is niet de bedoeling. Wat nu?", fluistert Lila.
"Mo...Mo weet raad", roept ze.
 Vlug rent Lila naar het Hemelse Plein. Misschien is Mo wel daar.

Op Het hemelse Plein staan Mo en Lino met elkaar te praten.
Ineens komt Lila het plein oprennen.
"Mo...Mo...help, help dan toch".
Lino en Mo kijken tegelijk naar Lila.
"Lila", roept Mo. "Leuk dat je er bent".
Mo geeft Lila een knuffel.
"Kroeiit...krak".
Verbaasd kijkt Lino naar de choco-Mo.
Hij pakt Lila bij haar arm:"Wat heb je ge...Kroeiit...krak".
En ook Lino, de paarse Kroelio, is van chocolade.
Stokstijf staat Lila voor de twee choco-Kroelioos.
De andere Kroelioos hebben het gezien en maken dat ze wegkomen.
Zachtjes begint Lila te huilen.
Wat heeft ze gedaan?
Wat moet ze nu doen?
Ze weet het niet meer...

De Torentutter denkt Lila.
De Torentutter moet mijn wens weer laten verdwijnen.
Ze draait zich om en rent terug naar het huisje van Klad.
Ze vliegt langs de choco-Klad zo de Nevelwouden in.
"Alsmaar rechtdoor, alsmaar rechtdoor', mompelt Lila.

Opeens schiet Lila de open plek op.
Hijgend staat ze rond te kijken.
Boven haar zweven de bollen.
Alleen zijn ze niet meer doorzichtig.
Ze zijn donker geworden.
Alsof iedere Tutter is gaan slapen.
Lila loopt naar het midden van de open plek.
Dan roept ze zo hard ze kan naar boven:
"HEER TUT VAN DE TOREN,WAAR BEN JE?"
Geen antwoord. Niets. Alles blijft stil.
"HEER TUT KOM NOU TOCH', schreeuwt Lila weer.
Helemaal niets.
 "Heer Tut is weg", snikt Lila.
Wat moet ze nu toch doen.
Ze weet het echt niet meer.

TJAF TJAF TJAF TJAF
Langzaam zweeft de Torentutter naar benden.
"Tutterdetut...wie durft mij te storen. Terwijl ik aan het middagtutteren ben tutterde tutje".
Heer Tut van de Toren landt voor Lila.
Zijn grote oren hangen nu weer stil.
Zij hele vacht zit in de war
Woest kijkt hij naar Lila.
"Het spijt me heel erg...Heer Tut", stamelt Lila.
Vlug maakt ze een buiging voor de Torentutter.
Tut kijkt al wat vriendelijker.
"Meis Lola, wat is er aan de hand...tutter?"
"Al mijn vriendjes zijn in chocolade verandert", snottert Lila.
"Dan heb jij een stel lekkere vriendjes", lacht Tut.
Lila kan er niet mee lachen.
Door haar tranen heen kijkt ze Tut aan.
"Ik wil die wens niet meer. Kan ik hem teruggeven? ". 
Tut kijkt schuin naar Lila.
"Een wens teruggeven? Dat heb ik nog nooit meegemaakt", zucht hij.

De Torentutter pakt zijn oren vast en fluistert een paar woorden.
TJAF TJAF TJAF TJAF
Ineens komen er nog vijf Tutters naar beneden.
"Wacht hier op ons meis Lola", zegt Tut.
Hij loopt met de vijf anderen naar de rand van de open plek.
Daar staan ze met elkaar te praten.
Even later komen de zes Tutters naar Lila toe.
Tut kijkt Lila ernstig aan.
"De wens kan teruggegeven worden. Tutter...maar...dan kan jij geen wensen meer doen. Geen enkele wens van jou zal nog uitkomen.
Tut. Wil je dat?"
Lila knikt van ja.
Het kan haar niet schelen, als de Kroelioos maar weer gewoon worden.
De zes Tutters knikken naar Lila.
Ze pakken alle zes hun grote oren vast.
Ze fluisteren weer wat woorden. 
Dan knalt er een bliksemflits door de lucht.
Even is het stil. Dan begint het te rommelen.
Even later is het weer stil...doodstil.
"Tutterde tut...de wens is er niet meer...tut", zegt Tut.
De andere Tutters stijgen weer langzaam op, naar boven.
De Torentutter pakt met zijn voorpootjes de hand van Lila vast.
"Ga maar gauw naar je vriendjes kijken. Tutterde tut.
Tot ziens meis Lola".
TJAF TJAF TJAF
Heer Tut van de Toren vliegt weer terug naar zijn toren.
"Tot ziens", fluistert Lila.

Lila rent weer door de Nevelwouden naar het huisje van Klad Kroelio.
Klad zit nog steeds op zijn bankje te slapen.
Lila stopt bij het bankje en geeft Klad een klap op zijn schouder.
Klad schrikt wakker. "Wie...wat...hoe", roept hij.
Lila geeft hem plotseling een klapzoen op zijn wang.
"Lekker klad, je smaakt naar choco", lacht lila.
En weg is ze weer. Op naar het Hemelse plein.

Lila vliegt het plein op.
Alle Kroelioos op het plein maken dat ze wegkomen.
"Gelukkig Mo je bent weer helemaal goed", hijgt Lila.
"Was ik niet goed dan? Ik hoor van de anderen rare verhalen over chocolade.
Hoe zit dat? ", vraagt Mo.
"Mo ik ga even zitten hoor. Ik heb de hele dag op en neer gerend. Ik ben doodmoe". 
Lila gaat languit op de wolkengrond liggen.
Een beetje boos zegt Mo: "Nou Lila kom op. Hoe zit dat met die chocolade?...
Lila...Lila...zeg dan wat".

Het nachtlampje schijnt nog steeds groen licht op de muur.
Lila doet haar ogen open.
Ze kijkt naar lampje.
"Weet jij wat Tutters zijn?", vraagt ze aan lampje.
Lampje weet het niet.
"Nee? Dan zal ik het je vertellen". 
In geuren en kleuren vertelt Lila het verhaal van heer Tut van de toren.

Poeh hé, dat is nog meer net goed afgelopen.
Lekker verhaal...toch!!





Joepdoei en de mazzel

DJEK