zaterdag 18 juli 2020

Bolle Jan



        Hallo fans 
Wat een weer hé   
Dan is het te heet,
dan weer te koud
Dan regent het weer
dan weer storm
Wat zijn ze toch aan het doen, 
daar op Kroelonia ?



Bolle Jan


In de wolkenfabriek is het druk. De Kroelioos maken nu veel regenwolken.
De planten en bomen van de mensenwereld kunnen wel wat water gebruiken.
Lino loopt tevreden door de fabriek. Hij hoort de regenwolken klatsen en klotsen in de grote schoorsteen. Opeens staat Lino stil. Wat hoort hij?...helemaal niets.
"Wat is er aan de hand?", mompelt Lino. Vlug rent de baas van de wolkenfabriek naar buiten. Op het plein voor de fabriek kijkt hij omhoog.
Lino
Alle wolken hangen nog boven het plein.Er komen geen wolken meer uit de grote schoorsteen. Alleen nog een paar giechelende praatwolkjes. Lino snapt wat er aan de hand is.
"Waar is Bolle Jan de wind?", roept Lino kwaad. De andere Kroelioos zijn ook naar buiten gekomen. Ze kijken elkaar aan . Niemand weet waar de wind is.

In het Luchtkasteel op het Hemelse Plein wordt Mo de Kroelio wakker. Het is nog donker. Is het nog zo vroeg? denkt Mo. Hij kijkt uit zijn raam naar buiten. Ook boven het Hemelse Plein hangen grote grijze wolken vol regenwater.
Mo de Kroelio

"Hmmm...hier klopt iets niet", zegt Mo. Snel loopt hij het Luchtkasteel uit.Op het Hemelse Plein komt hij Lino tegen.
"Hee Lino hoe is het?" vraagt Mo aan zijn vriend.
"De wind is gaan liggen. Alle regenwolken blijven hangen", wijst Lino naar de lucht. 
"Weet jij misschien waar Bolle Jan uithangt?". 
Mo denkt na. Hij krijgt een grote rimpel boven zijn ogen. Dat gebeurt altijd als Mo nadenkt. 
"Volgens mij woont Jan in de Hoge Wolkenbergen. Helemaal boven op de hoogste wolkenberg", zegt Mo. Hij haalt zijn schouders op. 
"Ik kan wel even gaan kijken of hij thuis is. Misschien is ie wel ziek", stelt Mo voor.
"Als je dat zou willen doen, graag", zegt Lino. 
"Ga ik terug naar de wolkenfabriek. Kijken of we de wolken kunnen verplaatsen". Hij draait zich om en loopt weg. Mo gaat ook op weg naar de Hoge
Wolkenbergen.  


Even verderop staat Loe-wis angstig naar boven te kijken. Alle Kroelioos zijn bang van water. Maar...Loe-wis is zelfs bang van regendruppeltjes. Dat komt omdat ie een keer in de wc gevallen is. Toen hij eruit wilde klimmen...heeft ie zichzelf bijna doorgespoeld. Eng hoor.
"Hallo Loe-wis", roept Mo. De Blauwe Kroelio kijkt verschrikt om.
"Gelukkig Mo dat ik jou tegen kom", zegt Loe-wis.
Loe-wis
"Weet jij wat er aan de hand is?...het is donker met die...regenwolken...gaat het regenen?...nee hé", jammert Loe-wis. 
"Rustig maar...rustig...Jan de wind heeft de wolken nog niet weggeblazen.Meer niet", sust Mo. Loe-wis vertrouwt het niet.
"Waar is die wind dan?", vraagt hij.
"Tja...dat weten we nog niet", antwoord Mo.
"Ik ga hem nu zoeken in de Hoge Wolkenbergen. Daar woont hij toch?...", zegt Mo. Loe-wis haalt zijn schouders op. Hij weet het niet. Mo loopt verder. Loe-wis loopt hem achterna.
"Wacht even Mo. Dan ga ik mee", roept hij. Samen gaan ze op weg.
Even later komen ze bij de wolkenfabriek. Loe-wis kijkt nog steeds angstig omhoog. Het lijkt wel of er bij de fabriek nog meer regenwolken hangen. Vlug loopt Loe-wis verder. Hij wordt achtervolgd door een paar praatwolkjes. De wolkjes zijn ontsnapt uit de grote schoorsteen van de fabriek.
"Hee hallo. Waar gaan jullie naar toe?", roept een van de wolkjes. Loe-wis stopt en kijkt om.
"Wij gaan Jan de wind zoeken", vertelt Loe-wis tegen de wolkjes.
"O, ja", "waarom dan?'..."Weet je het zeker" ...Hoppa... Alle wolkjes praten door elkaar. Loe-wis doet zijn voorpootjes tegen zijn oren. Hij ziet Mo nergens meer.Hij rent snel naar de wolkenbergen.
 
Kort daarna heeft Loe-wis Mo ingehaald. Samen lopen ze nu naar de eerste wolkenberg. Mo kijkt omhoog.
"Is dit de hoogste berg?", vraagt Mo aan Loe-wis.
"Ik kan het niet goed zien. Er hangen teveel regenwolken daar boven", antwoordt Loe-wis.
"Hmmmm...dan moeten we boven gaan kijken.", zegt Mo. De twee Kroelioos beginnen de berg te beklimmen. Als ze bijna op de helft zijn komen ze een Motje tegen. De kleine Kroelioos wonen in de Hoge Wolkenbergen.
"Hallo", roept Mo.
"Is dit de hoogste wolkenberg?", vraagt Mo aan het Motje. Motje Paars haalt zijn schouders op. Hij weet het niet.
"Weet je dan misschien waar Bolle Jan de wind woont? ", vraagt Mo opnieuw.
Het Motje steekt zijn voorpoot in zijn mond. Dan haalt hij de poot weer uit zijn mond en steekt de poot recht omhoog. Daarna wijst hij naar een volgende berg.
"We zitten dus op de verkeerde berg", zegt Mo tegen Loe-wis.

Niet veel later klauteren de twee Kroelioos tegen de andere berg op. Als ze uiteindelijk helemaal boven zijn gaan ze even uitrusten. Het was een heel eind klimmen. Ze zien een stenen grot. Dat moet het huis zijn van Bolle Jan de wind. Samen lopen ze naar de ingang van de grot. Het is erg donker in de grot. De Kroelioos zien niets.
"Hallo...", roept Mo.
"Hallo...allo...lo", roept de grot terug.Loe-wis maakt dat ie wegkomt.
"Een SPOOK Mo...een spook", schreeuwt hij.
"Nee hoor...dat is de echo", zegt Mo.
"Hallo echo...is Jan thuis?...", roept Mo weer in de grot.
"...llo...ho...thuis...nee...nee", antwoordt de echo.
"Weet je waar die is dan?", vraagt Mo weer.
"Aar...ie...s dan...naar...nest", fluistert de echo terug.
"Dank je wel", zegt Mo.
"...ank...e...wel", echoot de echo terug.
Loe-wis staat nog steeds op een afstandje te kijken.
"Kom we gaan", roept Mo tegen Loe-wis.

De twee Kroelioos zijn alweer op weg naar de wolkenfabriek.
"Zei die echo nou nest?...heb ik dat goed verstaan?", vraagt Loe-wis aan Mo.
"Ja dat heb je goed verstaan", zet Mo. 
"Welk nest ?...Waar dan?", vraagt Loe-wis weer.
"Ik ken maar een nest...dat is het Kroelio-nest in de Nevelwouden", zegt Mo.
Mo kijkt Loe-wis aan.
"Als jij doorloopt naar de wolkenfabriek en Lino vertelt wat wij ontdekt hebben. Loop ik verder naar de Nevelwouden...Goed?"zegt Mo.
Loe-wis knikt. Hij gaat meteen door naar de fabriek. Ondertussen gaat Mo op weg naar het Kroelio-nest.

Over het Hemelse Plein loopt Mo naar een regenboogbrug. Als Mo over de brug is volgt hij het pad naar de Nevelwouden.Even later komt hij bij het huisje van Klad Kroelio aan. Klad zit op het bankje voor zijn huisje naar de lucht te staren. Dan ziet hij Mo aan komen wandelen.
"Ha die Mo", roept Klad. "Nogal donker weertje hé...".
Mo gaat naast Klad op het bankje zitten.
"Ja nogal donker weer...Jan de wind is spoorloos verdwenen. Daarom blijven alle regenwolken boven Kroelonia hangen", zet Mo.Klad knikt.
Klad Kroelio
"OOO...vandaar. Ik kan zo ook niks schilderen", zegt hij.
"Ik ben op weg naar het Kroelio-nest boven in de Oeroude Wolkenboom. Jan de wind zou daar zitten", vertelt Mo.
"Zal ik met je meegaan? Ik kan nog wel wat kleuren gebruiken. Misschien ligt er nog wat kleur in het nest", antwoordt Klad. Mo vindt het best. Veel leuker met z'n tweeën dan alleen.
"Even wat potjes en pannetjes halen om de kleuren in te doen". 
Klad rent zijn huisje in. Klad heeft een rugzak omgedaan. Hier zitten de potjes en pannetjes in.  Nu zijn ze klaar om te vertrekken. Op naar de Oeroude Wolkenboom.

De Oeroude Wolkenboom staat niet ver van Klad's huisje. Ze zijn er dus zo. Mo staat onder aan de boom.  Hij kijkt omhoog. Tjonge...wat is ie hoog...die boom.
"Kom op Mo", roept Klad.Hij rent pardoes langs Mo naar de wenteltrap die om de boom slingert. Klad klimt flink door. Mo heeft moeite om hem bij te houden.  Eindelijk zijn ze boven. Mo staat te hijgen. Klad niet. Langzaam loopt Klad het nest in.Hij kijkt goed om zich heen. Misschien ligt er nog wat kleur hier of daar. Mo staat op het randje van het nest.Hij kan zo over heel Kroelonia kijken. 
"WOO...IIISSSCH". Daar komt Klad met al zijn potjes en pannetjes voorbij vliegen. 
"HELP", schreeuwt Klad. Mo kan hem nog net bij een van zijn achterpootjes pakken. Mo trekt Klad weer in de boom. De gekleurde Kroelio ziet een beetje wit rond zijn neus.
"Dank je wel Mo. Anders zou ik dat hele eind naar beneden gevallen zijn", piept Klad. 
"Wat is er gebeurd dan?", vraagt Mo.
"Nou...ik loop te zoeken naar nieuwe kleuren...Ineens is daar ...een windvlaag...heel hard. Ik vlieg gelijk het nest weer uit. En toen pakte jij mij bij mijn achterpoot", vertelt Klad.
"Hmmm...dan is Bolle Jan hier", mompelt Mo. Maar hoe komen de Kroelioos nu bij de wind als ze iedere keer weggeblazen worden? Mo denkt na. Hij krijgt een grote rimpel boven zijn ogen. Dat gebeurt altijd als Mo nadenkt. Dan begint hij te lachen.
"Ik weet het...", roept Mo
"Wat weet jij?"vraagt Klad. Mo geeft geen antwoordt.Hij kijkt rond. Rond het nest zitten hier en daar wat wolkentouwen om het nest vast te houden. Mo trekt een lang stuk wolkentouw uit het nest. Het ene eind van het touw bind hij aan de wolkenboom vast. Het andere eind bindt hij om zijn eigen middel.
'Kijk...zo kan ik niet uit de boom waaien", zegt Mo tegen Klad.
Mo loopt zo het nest in. Hij kijkt goed uit of hij Bolle Jan ziet zitten.
"Het zal mij benieuwen", mompelt Klad. Hij gaat op het randje van het nest zitten wachten.
"wHOESSSSJAAAAAaaa".
En ja, daar komt Mo aangevlogen. Zo de boom uit. Omdat hij aan de boom vast zit hangt Mo nu naast de boom. Mo klimt weer omhoog.
"Volgens mij is Jan een beetje boos", zegt Klad tegen Mo. Mo zegt niets. Hij loopt langs Klad zo het nest weer in.
"Jan...JAN...niet blazen. Ik ben het... Mo", roept Mo. Deze keer blijft het stil. Voorzichtig loopt Mo verder. Het nest is een beetje uit elkaar geblazen. Overal zitten er gaten. De nevelslierten hangen er los bij. Helemaal achteraan in het nest ziet Mo Bolle Jan zitten. De wind zit verdrietig voor zich uit te staren.
"Ha die Jan.Zit je hier", zegt Mo vrolijk. Maar Jan zegt niets terug. Hij zucht eens diep.
"Hee...wat is er aan de hand Jan?",vraagt Mo. De wind kijkt Mo aan. 
"SSshoo...so saai...shooSSS", fluistert Jan de wind. Mo kijkt Jan vragend aan.
"Saai?...wat is er saai? ", zegt Mo.
"SSsh...werk...saai...SHHHHoo...altijd...maar wolken wegblazen...HHooeschhh", fluister de wind.
 "Ooooh...op die manier",antwoordt Mo.
"Daar weet ik wel iets op". Hij springt op en loopt naar Klad.
"Kom mee Jan...zal ik je wat laten zien", roept Mo naar Bolle Jan.

Veel later zijn ze weer beneden. Behalve Mo. Die hangt nog langs de boom. Hij is vergeten zijn wolkentouw los te maken. Bolle Jan en Klad liggen krom van het lachen. Even later is Mo er ook.
"Blij dat je weer kan lachen", zegt hij tegen Jan. Dan zijn ze weer bij het huisje van Klad.
"Ik ben d'r moe van geworden. Ik ga op mijn bankje zitten", zegt Klad. Bolle Jan en Mo hebben geen tijd om te zitten. Ze nemen afscheid van Klad en lopen door naar de regenboogbrug. Haastig loopt het tweetal naar het einde van het Hemelse Plein. Hier zit een groot gat in de wolken. In dat gat hangt een soort buis waar je door kan kijken.
"Ziehier...de Koekeloer", wijst Mo naar het gat.
"Als je hierdoor kijkt...kun je zien wat er op de mensenwereld te doen is", legt Mo uit. Bolle Jan kijkt door de Koekeloer.
"SSSchhh...niks te zien...ssschSS", sist de wind.
Mo zegt: "Goed kijken...zie je die huisjes met die wieken niet?. Bolle Jan knikt van ja.
"Die wieken staan nu stil... maar als jij gaat blazen gaan ze bewegen...probeer maar". zegt Mo. Bolle Jan kijkt Mo ongelovig aan. Hij draait zich om.Dan springt hij van de wolken af. Bolle Jan laat zich naar beneden vallen. Dan begint hij te blazen.
"wwwHOOESSJee".
En ja... de wieken van de molens beginnen te draaien. ook de wolken gaan bewegen. Jan gaat nog harder blazen. De wieken draaien steeds sneller en sneller.
De wolken gaan ook steeds sneller. Bolle Jan begint er plezier in te krijgen. Hij knipoogt een keer naar Mo.. Dan gaat hij nog harder blazen.
Windmolens



ook windmolens

 

De mensen van het mensenland zeggen tegen elkaar: "Eerst is er geen zuchtje wind...en nu stormt het. Ik zou willen dat die wind weer ging liggen".
Het is ook nooit goed.





Joepdoei en de mazzel


DJEK