zondag 9 november 2014

Zeurpieten

Hallo Fans

Het begint alweer kouder te worden.
De zomer is voorbij.
Voordat je het weet is het weer Kerstmis.
Dan komt de Kerstman.
En wie komt er vóórdat de Kerstman komt?
Juist...Sinterklaas.
Maar...of hij dit jaar komt?...dat is nog niet zeker!!!


Zeurpieten.

Hoog, heel hoog, tegen het oneindige aan zweeft...een vogel.
Het is geen grote vogel, maar ook geen kleine vogel. Meer een 'tussenin' vogel.
Hij is helemaal grijs van kleur. Behalve zijn buik en kop, die zijn wit.
Op zijn kop draagt hij een zwarte pet.
Op de voorkant van deze pet staat een gouden letter "P".
De P van Post.
Op zijn rode snavel staat een rond brilletje. 
Om zijn nek hangt een zwarte tas, met daarop ook een gouden letter "P".
Het is de "E-meeuw". 

De E-meeuw rust even uit op een kleine wolk. 
Hij heeft een doekje uit zijn tas gehaald. Hiermee poetst hij zijn brillenglazen. 
De E-meeuw ziet niet meer zo goed. Eigenlijk heeft hij een nieuwe bril nodig.
Maar ja...druk, druk, druk...geen tijd dus.
"Genoeg gelummeld", mompelt de meeuw. "De brief moet naar ene Mo de Kroel...dinges of zoiets. Waar zou die zijn? Hij moet hier wonen en hij ziet geel."
De E-meeuw vliegt verder naar Kroelonia.

Op het Hemelse Plein staat een grote regenton. Dat is het "Luchtkasteel". 
De meeste Kroelioos wonen in het kasteel.
Zo ook Mo de Kroelio.

Mo komt net naar buiten gelopen.
Dan hoort hij gefladder.
Vlak Langs Mo ploft er iets op de wolkengrond.
Boven uit een hoopje wolken steekt een verenstaart.
Mo herkent de meeuwenkont meteen.
"Hé, meneer Meeuw", roept Mo. "Wat komt u hier doen?"
"Ahum", zegt de E-meeuw. Hij gaat vlug staan.
"Bent u Mo den Kroeldingens?", vraagt hij aan de Kroelio.
"Jawel, meneer den Meeuw", antwoordt Mo.
De meeuw haalt een hele grote enveloppe uit zijn tas. Hij gaat rechtop staan met zijn snavel in de lucht.
"Accepteert u de zending?", vraagt de E-meeuw deftig.
Mo kijkt de vogel schuin aan. 
"Ja, ja...geef maar hier", zegt hij ongeduldig. Mo trekt de brief zo uit de vleugel van de meeuw.
"Dan zal ik dat even aan de afzender gaan melden", zegt de meeuw weer deftig.
Hij draait zich om en begint over de wolkengrond te rennen.
Vlak voor het einde van de wolk stijgt de E-meeuw op en vliegt weg.

Mo heeft niet meer op de vogel gelet.
Hij heeft de enveloppe opengescheurd. Aandachtig leest hij de brief.
Aan zijn gezicht te zien is het geen leuke brief.
"Dit moeten de andere Kroelioos ook weten", mompelt Mo.
Dan draait hij zich om en rent terug naar het luchtkasteel.

Even later gaan Loe-wis, Spikkel en Roezje de andere Kroelioos halen.
Loe-Wis


Na een tijdje is iedereen in de grote hal van het kasteel. Vooraan staat Mo, met de brief in zijn voorpootjes.
"Stilte, stilte!", roept hij. De Kroelioos zijn stil.
Roezje

"Jullie kennen allemaal Sint en Piet", gaat Mo verder. Alle Kroelioos knikken van 'ja'.
Mo zegt: "Jullie weten ook dat Sint en Piet ieder jaar naar Nederland gaan. Als Sint jarig is deelt hij cadeautjes uit aan de Nederlandse kindertjes."
Weer knikken alle Kroelioos.
Ernstig vertelt Mo: "In Nederland maken de mensen ruzie om Sint en Piet. Dat doen ze al een paar jaar. En ieder jaar wordt het erger. Sint en Piet worden van al dat geruzie erg verdrietig. Sinterklaas is er zelfs ziek van
Spikkel
geworden."

"Daarom komen Sint en Piet NIET naar Nederland."
Geschrokken kijken de Kroelioos elkaar aan.
"Maar, maar", piept Ferd. "Hoe moet dat dan...?" 
"Arme kindertjes", snikt Spikkel.
Mo kijkt de andere Kroelioos aan.
"De Sint vraagt of WIJ de cadeautjes willen uitdelen."
"Gaan wij Sinterklaas helpen?" 
Alle Kroelioos roepen heel hard: "JA, DAT GAAN WE DOEN!" Dan begint iedereen door elkaar te praten.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, denkt Mo.

De volgende dagen is het een drukte van belang in Kroelonia. Het is al bijna pakjesavond en er is nog zo veel te doen.
Spikkel en Stippel zijn naar de Hoge Wolkenbergen gegaan. Daar zoeken zij de kleine Kroelioos. De Motjes. 
Loe-wis en Ferd zijn op zoek naar de Tutters. Deze Tutters wonen in de Nevelwouden. Met hun grote oren kunnen Tutters vliegen. Ze helpen de Dromenbrouwers en Klaas Vaak.
Oran vertrekt naar het Woeste Westen Wolkenland
Leon 
. Op de Stapelwolkenvlakte vlakbij de heuvels van Oen staan de hutjes van de Tippie-tippie stam. Fel gekleurde gestreepte Kroelioos. Pivo is de bekendste Tippie-tippie.

Leon , de keukenprins, maakt lekkere wolkenhapjes. Niemand hoeft honger te krijgen. Alle hulp is hard nodig. Iedereen moet meehelpen. Want niemand weet hoeveel cadeautjes er uitgedeeld moeten worden.

Nog één nachtje slapen dan is het 5 december. Mo staat op het dak van het  luchtkasteel. de Motjes zijn al aangekomen. Tjaf, tjaf, tjaf... De Tutters komen aanvliegen.
de Tippi-tippi's zijn er bijna. Alles is op tijd behalve...de cadeautjes. Mo begint een beetje ongerust te worden.
Piet zou alles opsturen. Ieder geschenk en ieder cadeau, groot of klein.

5 december.
Iedereen staat op het Hemelse plein te wachten. Nog steeds geen presentjes. De Kroelioos, Motjes, Tutters en Tippi's kijken elkaar verdrietig aan.
Dit jaar geen cadeautjes voor de Nederlandse kindertjes.

Mo staat nog steeds op het dak van het kasteel. Lino staat naast hem. Hij slaat zijn voorpoot om de schouders van zijn vriend.
"Mo we hebben ons best gedaan. Meer kunnen we niet doen", zegt Lino.
"Waar zijn de presentjes gebleven?", fluister Mo. "Hoe zit dat?"
Lino
 


Ineens horen ze iemand roepen. "Ho, ho...ho, ho, ho." De twee Kroelioos kijken tegelijk omhoog. Daar komt een slee aangevlogen. Voor de slee vliegen er rendieren. "Ho, ho, ho", klinkt het weer. De Kroelioos kijken elkaar aan.
"De Kerstman?" roepen ze tegelijk.
De slee gaat landen. 
"Ho, ho, ho...ho, STOP DAN TOCH!!!!" Dan, een enorme PLOF.
Op het Hemelse Plein ligt alles door elkaar. Kroelioos, rendieren, een slee en een kerstman. Maar ook duizenden cadeautjes.

Lino en Mo zijn als de wiedeweerga van het dak naar beneden gekomen. Geschrokken lopen ze over het plein naar de Kerstman.
"Meneer Klaus...alles goed met u?", vraagt Lino aan de kerstman.
"Al goed, al goed...Ho, ho, ho", antwoordt Klaus. De andere Kroelioos zijn al bezig met de rendieren weer naar de arrenslee te brengen.
De kerstman zegt: "Het is de eerste vlieg-rit voor de rendieren. Volgens mij hebben ze nog 'stuifsneeuw' in hun oren. Hoe hard ik ook roep...ze horen me niet...ho, ho, ho."
Klaus haalt zijn schouders op. Niks meer aan te doen.
"De rendieren zijn alleen maar geschrokken. Dat komt wel goed", zegt Mo

Ondertussen zijn Mo en de kerstman naar het kasteel gelopen. Leon heeft vlug nog wat hapjes gemaakt. Speciaal voor de kerstman. Klaus is namelijk dol op de wolkenhapjes van Leon.
In de grote hal zitten Mo en Klaus aan een lange tafel.
Mo vraagt aan Klaus: "Hoe komt u nu aan al die cadeautjes?"
"Dat ...mijn beste Mo...is een raadselachtig raadsel", fluistert Klaus geheimzinnig. "Vanmorgen toen ik uit het raam keek van mijn huisje op de Noordpool, zag ik overal pakjes liggen. Dat is raar want het is nog lang geen Kerstmis. Misschien een vergissing van mijn Alven? Maar nee, zij weten ook niet waar al deze presentjes vandaan komen. De Alven hebben alles verzameld. Ze hebben ook dit gevonden." De kerstman haalt een kaartje uit zijn broekzak. Hij geeft het aan Mo.
Mo leest: "Afleveren bij Mo de Kroelio, Kroelonia."
"Maar...maar", stamelt Mo. "Dat zijn de cadeautjes van Sinterklaas!!!"
"De E-meeuw heeft ze verkeerd bezorgd. Hij heeft echt een nieuwe bril nodig hoor."

Het is nu heel stil geworden op het plein en in het kasteel.
Iedereen kijkt verbaasd naar Mo.
"Hoera", roept Mo. "De presentjes voor de kinderen zijn er."
"Hoera", roepen de andere Kroelioos. Mo wil opstaan om de Kroelioos te gaan vertellen wat er nu gedaan moet worden. De kerstman houdt hem tegen.
"Zeg Mo, hoe zit dat nu met mijn goede vriend Sint Nicolaas?" 
Mo vertelt Klaus het hele verhaal. Over de ruziemakers in Nederland en dat Sint ziek is geworden.
"Hmmmm", zegt de kerstman en hij wrijft met zijn hand door zijn baard.
"Waar maken die ruziemakers dan ruzie om?", vraagt hij aan Mo.
Mo antwoordt: "Ze zeggen dat Piet te zwart is."
Verbaasd kijkt Klaus Mo aan. 
"Zwarte Piet is toch altijd zwart, of niet soms? Die Nederlanders zijn zelf pieten. Maar dan wel ZEURPIETEN...ho, ho, ho", buldert de kerstman.

Daar moet Mo ook wel om lachen.
"We moeten nu toch echt opschieten hoor", zegt hij tegen Klaus.
"We weten nog niet hoe we al die cadeautjes bij de kinderen moeten brengen."
"Hmmmm", zegt de kerstman weer. Hij wrijft nog eens door zijn baard.
"Misschien dat ik jullie wel kan helpen. De rendieren moeten toch nog een beetje oefenen met vliegen. Als de Tutters de stuifsneeuw uit hun oren blazen zal dat wel goed gaan. Dus kan ik wel een extra rondje vliegen. Krijgen de kinderen toch nog hun presentjes. Wat denk je ervan?", vraagt Klaus.
Mo en de Kroelioos vinden dat een uitstekend idee.
"Maar...dan wil ik wel Leon Kroelio een paar dagen lenen. Die maakt zulke lekkere hapjes. Die wil ik ook op de Noordpool. Afgesproken?", vraagt de kerstman weer.
Leon de keukenprins vindt het wel leuk om eens naar de Noordpool te gaan.
Dus afgesproken.

Even later zijn de arrenslee en rendieren klaar om te vertrekken. De Kerstman en Leon staan voor de slee. 
Mo zegt; "Het is wel erg laat. Ik weet niet of je alle cadeau's op tijd kunt brengen."
De Kerstman haalt zijn schouders op. 
"Wat te laat is neem ik gewoon met Kerstmis mee", zegt Klaus.
"Het komt allemaal goed, Mo". De kerstman en Leon stappen in de slee.
"Ho, ho, ho,...ho", roepen Klaus en Leon tegelijk.
Daar stijgt de slee op. Leon zwaait nog eens naar de Kroelioos.
Alle Kroelioos zwaaien terug.

Mo zegt tegen Lino: "Ik hoop dat dat geruzie van die Nederlanders volgend jaar afgelopen is. Kunnen Sint en Piet gewoon weer met de boot naar Nederland komen." 
"Ben ik het helemaal mee eens", zucht Lino.
Ferd
"Mo,...Mo...", roept Ferd. "Mag ik iets vragen?"
Mo kijkt hem aan.
"Euhh,...wie maakt er nu iets te eten voor ons...nu Leon een paar dagen weg is?"
"O...dat doe ik wel. Ik flans wel iets in elkaar", zegt Lino.
Alle Kroelioos doen hun voorpootjes bij hun mond. En roepen allemaal tegelijk: "LEON...KOM TERUG...ASJEBLIEEEEEEEEEEEEEEEEFT!"

Hoog, heel hoog tegen het oneindige aan...zit de E-meeuw op een wolkje. Hij heeft zijn brillenglazen al gepoetst. De meeuw heeft een geboortekaartje in zijn vleugel. Op de voorkant staat een ooievaar getekend. De ooievaar heeft een doek aan zijn snavel hangen. Uit de doek steken allemaal gekleurde koppies. Achterop de kaart staat geschreven:
"Er is een wonder gebeurd in Sinterklaasland. Er zijn 'gekleurde' Pietjes geboren. Hoera!"
"Ha, ha...", lacht de E- meeuw. "Dat kan volgend jaar wel eens een gekleurd Pietenfeest worden. Ha...ha."

Jonges, jongens. Wat een gedoe weer dit jaar. Als ik het goed heb begrepen dan krijgen er kinderen met Sinterklaas cadeautjes...andere met Kerstmis...en weer anderen met Sinterklaas EN met Kerstmis. 

Als dat maar goed gaat!!!
Leuke feestdagen allemaal.




Joepdoei en de mazzel !!!

DJEK