zaterdag 24 november 2018

De Bewaarwolk 2



Hallo fans
Daar gaan we weer. 
Even denken. 
Mo en Elsje gaan op zoek naar de Tutters. 
Ja...daar waren we gebleven.
Spannend!!!!!



De Bewaarwolk 2


Mo en Elsje gaan op pad. Ze zwaaien nog een keer naar Klad. Daarna verdwijnen ze in de Lage Nevelwouden.
Uur na uur dwalen Els en Mo door de Nevelwouden. Geen zwevend dorp te zien. Els laat zich op de wolkengrond vallen.
"Mo, ik kan niet meer. Ik ben bekaf. Ik blijf hier tegen deze boom zitten", zucht Elsje. Mo gaat naast haar zitten. Hij is ook moe.
"Hmmm...de vorige keer was het dorpje sneller gevonden. Toen was ik wel verdwaald", mompelt Mo.
"Ik weet het", roept Mo ineens. "We moeten eerst verdwalen".
"Nee...nee...we moeten eerst uitrusten", zucht Els.
"Ook goed", zegt Mo. Hij laat zich languit op de wolkenbodem vallen. 
Even later is het tweetal in slaap gevallen.


"Tutterdetut...tutter".
Heer Tut van de Toren
Mo wordt langzaam wakker. Wie staat daar nu te tutteren? Hij kent de stem ergens van. Mo doet zijn ogen open en kijkt recht in het gezicht van Heer Tut van de Toren. Heer Tut is de belangrijkste Tutter van de Tutters.
"Goedemorgen...Heer Tut",geeuwt Mo. 
"Tutter...goedemorgen? ...tut...het is al middag hoor...slaapkop", tuttert Heer Tut. Ondertussen is Elsje ook wakker geworden. Ze kijkt verbaasd naar Tut.
"Ben jij...een... Tutter ", stamelt Elsje.
Met een ruk draait Heer Tut zich om. Hij kijkt Elsje aan.
"Wie ben jij?" vraagt de Torentutter."Je lijkt erg veel op meis Lola". ( zie De Torentutter in deze blog). 
"Nee, ik ben Elsje. Ik kom van de planeet Truuk. En ik zoek de Bewaarwolk. Weet jij waar die is?"vraagt Els. Verbaasd kijkt Heer Tut naar de kleine heks.
"Hmmmm...tutje...een heksje van Truuk...een Bewaarwolk...tutter", tuttert Heer Tut weer. 
"Dat moet ik...tut... even opzoeken in mijn boeken. Ze liggen in mijn toren...tutter...kamer.", zegt Tut.
"Ja", zegt Mo. "Maar waar is het zwevende dorpje Tutjebol? We kunnen het niet vinden".
"Natuurlijk...tut...weet ik wel waar het dorpje zweeft...tutter. Het ...tutje...is hier vlakbij. Loop mij maar achterna". Heer Tut loopt recht een wolkenbosje in. Mo en Els kijken elkaar aan. Dan gaan ze snel achter de Torentutter aan. 

Ze lopen over bospaadjes en kruipen onder wolkenbosjes door.
Vliegensvlug achter de Tutter aan. Ineens komen ze op een open plek.En ja... daar zweeft het dorpje Tutjebol. Het lijkt op een tros druiven...maar dan op z'n kop. In de bovenste bol woont Heer Tut van de Toren. Even later zijn ze in de bol van Tut. Heer Tut gaat zijn boeken zoeken.
"Tutterdetutterdetut...waar is dat boek nou...Tutter", tuttert Tut.
Mo en Elsje kunnen over bijna heel Kroelonia kijken. Zo hoog zitten ze. 
"AHA...Tut", roept Tut. Hij heeft een heel oud boek in zijn voorpootjes. Hij bladert snel door het boek.Hij kan niets vinden over een Bewaarwolk.
"Tutterdetut...Elsje...ik denk...tut...dat de wolk niet bestaat...Tutter", vertelt Heer Tut van de Toren.
"Volgens de bewaardoos wel...",zegt Els. Ze haalt de doos uit haar zak. Ze tikt weer op het ding en de kaart verschijnt. Heer Tut kijkt verbaasd naar Elsje. 
"Tovenarij...tut...kan niet anders", mompelt hij. Els laat het ding aan Tut zien.
"Daar bij dat rode ballonnetje moeten we zijn", zegt ze.
Bewaardoosje

"Wolken...tut...waterval...Tut", mompelt de Torentutter.
"Die weet ik", roept hij ineens. "Die is bij...tut...het tuuter...Dromenmeer". 
"Ja maar hoe komen we daar?"vraagt Mo. 
"Tutters de tut...ik wijs de weg Tut", roept de Tutter weer. Tut gaat achter een tafel zitten met een televisie erop. Hij drukt op wat knoppen. ineens begint het dorpje Tutjebol te trillen. Mo de Kroelio en Elsje van Truuk kijken elkaar verbaasd aan. 
"Ja, ja ...Tutters...ik kan ook een beetje toveren", gniffelt Tut van de Toren.
Langzaam maar zeker zweeft het dorp naar de WolkenWaterVal.  Mo en Els kijken hun ogen uit. Zoiets hebben ze nog nooit gezien.

Vlakbij de WolkenWaterVal blijft het dorpje Tutjebol hangen. Mo, Els en Tut komen uit de zwevende druiventros. 
"Meis Els van Truuk...tutter...mag ik de tekening...tut...nog een keer zien?"vraagt Tut.  Elsje haalt het bewaardoosje uit haar zak.  Ze laat het aan Tut zien. "Hmmm...tut...hmmm...komt niet bekend voor...Tutterdetut", mompelt Tut. Dan lopen ze achter de waterval naar binnen. 
"Hier zou het moeten zijn", zegt Elsje.Maar er is niets te zien. Hoe kan dat? 
Zou de toverdoos toch niet weten waar de Bewaarwolk is? Mo denkt diep na. Hij krijgt weer een rimpel boven zijn ogen. 
"Kun je hier naar beneden?"vraagt Mo. Nu moet Heer Tut van de Toren diep nadenken. Ook hij krijgt een rimpel boven zijn ogen. 
WolkenWaterVal
"Tut...nu dat je het...tutter...zegt. De Dromenbrouwers...tut...
gaan wel eens naar...beneden.Helemaal naar de bodem...tutterdetut...van het Dromenmeer...tutje", zegt Tut. Ineens begint hij rond te rennen.
"Het ...tut...moet hier... ergens zijn...tutje", roept de Torentutter.  Niemand snapt wat hij bedoelt. 
Mo loopt met zijn voorpootjes langs de muur. Hij kan niet veel zien.Het is een beetje donker achter de WolkenWaterVal. Plotseling begint er iets te zoemen. Er verschijnt een gat in de muur. Mo springt achteruit. Hij is erg geschrokken. Tut staat aan de grond genageld. Hij durft zich niet te bewegen. Elsje kijkt in het gat. 
"Hee Mo...hier is een trap helemaal naar beneden.Denk ik", roept Els.
"Tja ...dan zullen we naar beneden moeten...ben ik bang", mompelt Mo. En Mo is echt bang. hij durft eigenlijk niet zomaar in het donker op een trap te lopen. 
Elsje haalt haar toverzuurstok tevoorschijn. Ze zwaait ermee door de lucht. 
"KOMO...Lumienierie...", roept de kleine heks. Dan verschijnt er een lichtgevend bolletje boven haar hoofd. 
"Kom jongens we gaan", lacht Els.
"Tutterdetut...nee neen nee tut...wij Tutters zijn bang...tut in het donker...tutje .
En het dorp moet...tut...weer verder...tutten...sorry". En weg is de Torentutter. 
Elsje haalt haar schouders op en loopt naar de trap. Vlug loopt Mo haar achterna. Het lichtbolletje laat zien waar Elsje is. Ze is al een eindje naar beneden gelopen.

Het lijkt erop of er geen einde komt aan de trap. Mo loopt nog steeds achter Elsje en het lichtgevende bolletje aan. Hij is een beetje draaierig geworden.
En dan...ineens staan ze beneden op de bodem van het Dromenmeer. Het is nog steeds pikkedonker. Els laat het lichtbolletje een eindje vooruit vliegen. 
"Ja, daar is een gang", wijst de kleine heks. Mo loopt dicht achter Elsje aan.
Ze lopen een bocht om en...daarachter lijkt een lichtje te branden. Sneller en sneller lopen ze naar het licht. Dan stappen ze in een hoge kamer.  
Ingang Bewaarwolk.
Recht vooruit zien ze een grote ronde ijzeren deur. 
Elsje loopt naar de deur.  Er zit een groot wiel op de deur. Ze probeert aan het wiel te draaien. Het gaat niet. Mo gaat haar helpen. Ze hangen allebei aan het wiel. Geen beweging.
"HALT...WIE BENT U. WAT KOMT U DOEN? "
de Bewaak-robot
Mo en Els schrikken zich een hoedje. Ze vallen pardoes op de grond. Voorzichtig kijken ze om. Daar staat een ijzeren man. Een robot. Waar komt die ineens vandaan? De robot gaat tussen Els, Mo en de ijzeren deur staan. 
"HALT...WIE BENT U. WAT KOMT U DOEN?" zegt de robot weer. 
"Ik ben Els van de planeet Truuk. Ik wil naar de bewaarwolk", roept Elsje tegen de robot. Even is het stil.
"WACHTWOORD", antwoordt de robot. Mo kijkt Elsje aan. 
"Wat voor woord?" fluistert hij. 
"Wachtwoord", fluistert Els terug. Mo kijkt haar vragend aan. Hij snapt er geen sikkepit van. 
"Als we het goede woord raden...mogen we naar binnen...anders niet", fluistert de kleine heks. Mo haalt zijn schouders op. Hij weet geen woord. 
"Ik weet wel wat...ssst", fluistert Els weer. Ze pakt haar toverzuurstok stevig vast. Ze mompelt een paar toverwoorden. Opeens gaat de robot opzij staan. Het grote wiel op de ijzeren deur begint te draaien. Dan...klik. De grote deur zwaait open. 
"TREEDT BINNEN", zegt de robot. Hij wijst naar de grote deur. Langzaam lopen Elsje en Mo naar binnen. 

Achter de deur is een nog grotere kamer. Deze kamer is heel hoog. Hele hoge muren vol met lades. Ieder laatje zit vol met...tja met wat? Sommige laatjes hangen open. Helemaal bovenin vliegen er kleine ronde robots met grijparmen en een groot oog. Verbaasd staan Mo en Els te kijken. 
"Heee...hallo". Mo kijkt nu recht vooruit.  In de verte komt een robot aangewandeld. Hij steekt zijn hand op en zwaait naar Mo en Elsje. Even later staat de robot bij hen. 
"Welkom...welkom in de Bewaarwolk. Mijn naam is Droon. Wat willen jullie weten?"zegt de robot vriendelijk. 
"Ik ben een foto kwijt", zegt Elsje verlegen. 
"Hmmm...welk nummer heeft de bewaardoos", vraagt Droon. 
"Als ik het nummer weet, weet ik waar ik moet gaan zoeken".
"Ik weet het niet". Elsje haalt haar schouders op. Ze laat Droon het doosje zien. Maar er staat geen nummer op. Ze vertelt over de tovenaars  Sam en Soen. Die
Droon
zullen het nummer wel weten. Even later zit Droon achter zijn computer. Daar verschijnen Sam en Soen op het scherm. Verbaasd kijken de tovenaars naar Elsje. 

"Hee...Els ben jij in de Bewaarwolk?",zegt Soen.
"Ja...ik ben op zoek naar een foto. Droon wil graag het nummer weten van de bewaardoos", vertelt de kleine heks. 
"Eens even denken", zegt Sam. "Ja...dat moet de N8 zijn". 
"Dank je wel", zegt Droon. Hij staat op en gaat op zoek naar de verloren foto.
Soen en Sam kijken nog eens naar Elsje.
"Zeg Elsje. Hoe ben jij daar binnen gekomen?"vraagt Sam.
"Ja...ken jij het wachtwoord?"vraagt Soen. 
"Nee". Antwoordt Els. Ze lacht en zegt. "Ach ja...een beetje tovenarij hé...".
Op dat moment komt Droon binnen met de foto.
"WAT...BINNEN ZONDER WACHTWOORD", roept Droon ineens. Boos drukt hij op een knop bij de computer. Opeens begint er van alles te tuuten en lichtflitsen schieten door de kamer. 
"GRIJP ZE ", krijst Droon. De vliegende ronde robots met grijparmen komen naar beneden.
"Niet doen Droon...NIET DOEN", roepen de twee tovenaars uit de computer.
Vliegende bewaak-robot.

Maar Droon  zet de computer uit. Mo staat angstig om zich heen te kijken. Wat nu? De kleine heks grist de foto uit de grijpers van Droon. Ze rent naar Mo. 
"Kom Mo... rennen", roept ze. Mo rent snel achter haar aan een gang in. De vliegende bollen zitten vlak achter het tweetal.Vlug de bocht om. En dan houdt de gang op. Alleen nog maar muren.
"Vlug Mo...pak mijn jurk vast", schreeuwt Elsje. Ze heeft haar tover-zuurstok al in haar hand. Ze begint snel met de zuurstok te zwaaien. De ronde robots zijn nu heel dichtbij. De grijparmen beginnen al te grijpen.
"ESCAPE VITE", roept de kleine heks. POEFFF...weg is het tweetal. De grijpers grijpen mis.

POEFF
Daar zijn Elsje en Mo weer. Ze kijken om zich heen. 
"Waar heb je ons naar toe getoverd?" vraagt Mo.
"Dat weet ik eigenlijk niet", zegt Els. Overal wolken-zand Het lijkt wel een woestijn. 
"OOOh..ik weet het al ", zegt de kleine heks. 
"Hier heb ik samen met Oran de Wolkendraak getoverd", wijst Elsje. (Zie de Wolkendraak). 
"Dit is de Woestenij, vlakbij de heuvels van Oen. Nu zie ik het ook", zegt Mo.
"Klopt. Ik heb mijn foto terug. Tot ziens Mo", zwaait Elsje.
POEFFF
Weg is de kleine heks. Verbaasd kijkt Mo rond. Nee ze is echt weg. Je weet maar nooit. 
"Had ze me niet even naar het Hemelse Plein kunnen toveren.Nu moet ik helemaal lopen", moppert Mo.
"Weet je wat. Ik ga maar eens naar Pivo en de Tippie-Tippie stam. Ook leuk", zegt Mo. Hij draait zich om en begint te lopen. Naar de stapelwolkenvlakte.



Lijkt me wel handig zo'n toverdoos.
Maar ja...het blijft toveren.
En toveren kan gevaarlijk zijn.
Voordat je het weet zit je aan zo'n doosje vastgegroeid.
Wat dan?


Joepdoei en de mazzel

DJEK



maandag 22 oktober 2018

De Bewaarwolk Deel 1


Hallo fans
Wat was het warm
Nu iets minder warm...maar toch.
Geen wolkje te zien
Geen zuchtje wind
Zou de Wolkenfabriek dicht zijn?
Zou een van de wolkenmachines kapot zijn?
We zullen eens gaan kijken...


Hoog heel hoog, tegen het oneindige aan, drijft het wolkenrijk Kroelonia.
Hier wonen de Kroelioos.
Kroelioos zijn kleine beestjes met prachtige flapoortjes en een grappige mopsneus.
Ze lijken een beetje op jonge hondjes. Puppy's.

Als je denkt dat Kroelioos bestaan...
Kun je in je dromen naar Kroelonia gaan.


De Bewaarwolk


Mo de Kroelio loopt snel van het Hemelse Plein over het wolkenpad naar de Wolkenfabriek. Hij lijkt wel een beetje boos. 
Mo komt op het pleintje voor de fabriek. Alle Kroelioos zitten op de wolkengrond gezellig met elkaar te praten. Wat krijgen we nu? denkt Mo.
Even verderop staat Lino, de baas van de Wolkenfabriek. Mo stevent recht op Lino af.
"Lino, wat is hier aan de hand? Veel wolken zijn opgelost, verdwenen. Dat doet de zon. Waarom worden er geen nieuwe wolken gemaakt? Is de fabriek stuk? En wat doen alle Kroelioos hier buiten? "vraagt Mo aan zijn vriend. Lino staat een beetje beteuterd te kijken. 
"De Kroelioos hebben vakantie", zucht Lino. "Ze willen niet meer gaan werken". 
Lino haalt zijn schouders op. Hij weet niet wat hij moet doen. Ook Roezje zit op het Pleintje. Hij staat op en loopt naar Mo. 
Mo de Kroelio
Roezje
"Hee, Mo...ook vakantie? "lacht Roezje. 
"Vakantie...vakantie", roept Mo boos.
"Jij weet toch ook wel, dat als de zon schijnt de wolken oplossen en dan verdwijnen. Dadelijk is het hele wolkenrijk verdwenen".
"Rustig...rustig Mo", sust Roezje. 
"Dat valt heus wel mee. We hebben alle dagen hard gewerkt...en nu even niet",lacht  Roezje. Mo ploft bijna uit elkaar, zo boos is hij. 
Ineens beginnen achter Mo wolken in elkaar te draaien. Sneller en sneller. Een kleine plof...daar staat een meisje. Een meisje met kort zwart haar en een wipneusje. Ze heeft een blauw jurkje aan. Op deze jurk staan grote zilveren en gele sterren. Het meisje heeft roze gympen aan. In de ene gymp zitten groene veters. In de andere gymp gele veters. Verbaasd kijken de Kroelioos naar het meisje. 
"De Slaapheks", roep Roezje. Hij rent meteen weg naar de Wolkenfabriek. Iedereen springt op, roept door elkaar, holt naar de fabriek. Ineens is het plein leeg. Mo draait zich om.
"Hallo Elsje. Kom je ons weer eens een keertje bezoeken?", zegt Mo. 
Elsje kijkt om zich heen. 
"Ze blijven bang voor mij hé", fluister het meisje. 
"Dat zal nog wel even zo blijven", zegt Lino. ( zie De Slaapheks in deze blog)
Lino draait zich om en wandelt naar de Wolkenfabriek. De eerste wolken komen al uit de schoorsteen van de fabriek. 
"Vakantie voorbij", gniffelt Lino.

Even later kuieren Elsje en Mo over het wolkenpad terug naar het Hemelse Plein.
"Gezellig dat je er bent Els. Wat zullen we eens gaan doen?"vraagt Mo.
"Mo, ik ben iets kwijt", zegt Elsje. "Heb jij wel eens van de Bewaarwolk gehoord?".Mo schudt met zijn kop van nee. Op de jurk van Elsje zitten twee grote zakken. Uit een van die zakken haalt ze een klein plat doosje. 
"Dit is een bewaardoos", zegt Elsje tegen Mo.Ze laat het doosje aan Mo zien.
De Bewaardoos
een gewoon zwart plat ding, denkt Mo. Vragend kijkt hij Elsje aan.Het meisje raakt de voorkant van het ding aan. Er gaat een lichtje branden in het ding. Opeens ziet Mo foto's, filmpjes en nog veel meer voorbij komen. Iedere keer als Elsje het ding aanraakt komt er iets anders tevoorschijn. 
"Tovenarij. Kan niet anders", fluistert Mo.
"Ja", zegt Elsje. "Twee tovenaars van de Planeet Truuk hebben dit bedacht".
"Zo... Welke tovenaars dan? " vraagt Mo.
"De tovenaars Soen en Sam", antwoordt Els. 
"Maar nu ben ik één foto kwijt. Als het bewaardoosje vol zit...gaat alles wat er niet meer in past zo naar de Bewaarwolk", vertelt Elsje. 
"Ik dacht dat deze wolk vast wel hier zou zijn. Maar als jij niet weet waar...dan ben ik mijn foto kwijt", fluistert het meisje verdrietig. 
"Kop op Els, we vinden er wel wat op.We gaan gewoon zoeken", zegt Mo vastberaden. Maar hij heeft geen idee waar ze moeten zoeken. Ze beginnen op het Hemelse Plein. Ze zoeken in alle hoeken en gaten. Geen Bewaarwolk te zien. Dan is het Luchtkasteel aan de beurt. Ze zoeken overal. Ze vragen aan iedere Kroelio of hij iets weet van de wolk. Geen succes. Niemand heeft de wolk gezien. Dan gaat het tweetal terug naar de Wolkenfabriek.

Langzaam lopen Mo en Elsje over het plein voor de fabriek. Ze kijken onder alle wolkenbosjes. Ze kijken omhoog naar alle wolkenbomen. Maar een Bewaarwolk zien ze niet. 
"Ik begin honger te krijgen", zegt Mo. Elsje lust ook wel wat. 
"Kom dan lopen we naar de Wolkenfabriek. Keukenprins Leon zal nog wel wat wolkenhapjes hebben denk ik ", zegt Mo weer. Zo gezegd zo gedaan.

Even later zitten Mo en Els in de kantine van de wolkenfabriek. Elsje zit beteuterd naar het bewaardoosje te kijken. Leon komt wat wolkentaartjes en wolkenlimonade brengen. Hij kijkt naar Elsje. 
"Wat kijk jij beteuterd. Is er iets niet goed? " vraagt Leon aan Els. 
"Er is niks mis met de wolkentaartjes en limonade hoor", zegt Elsje.
"Maar...ik ben een foto kwijt". 
Vragend kijkt Leon naar Mo en Els. De kleine heks vertelt aan Leon het hele verhaal van de verloren foto. Leon denkt na. 
"Als dat bewaarding zoveel kan onthouden, weet ie misschien ook wel waar de Bewaarwolk is", zegt Leon.
"Ach...natuurlijk...dat ik daar zelf niet aan gedacht heb", mompelt Elsje.
Ze pakt het doosje en begint er met haar vingers op te tikken. Ineens verschijnt er een plaatje met allemaal lijntjes, vierkantjes en rondjes erop.
Ergens aan de kant knippert een rood ballonnetje.
"Daar moeten we naar toe", wijst Els. "Daar is de Bewaarwolk". 
Leon kijkt naar het bewaardoosje. Tovenarij. Kan niet anders, denkt hij.
Bewaardoos
"Wat leuk", zegt Mo. Hij wijst naar een vierkantje op de kaart. 
"Hier staat Wolkenfabriek. Kijk maar bij dit blauwe ballonnetje".
"Ik zie het", zegt Leon. 
"En hier is het huisje van Klad', wijst Leon. Elsje wordt ongeduldig. 
"Kom we gaan ", zegt ze. Ze trekt Mo aan een van zijn voorpoten mee naar buiten. 
"Tot ziens", roept Leon hen na.

Elsje holt het fabriekspleintje op. 
"Mo schiet op, doorlopen", snauwt ze naar Mo.  Mo volgt haar zo snel hij kan. Ineens staat Els stil. Mo knalt zo tegen haar aan. 
"Zeg eens...waar staat dat huisje van Klad eigenlijk?, vraagt Elsje aan Mo.
"Nou...dat staat...even denken...aan het begin van de Nevelwouden", antwoordt Mo.
"Hmmmm...Mo pak mijn jurk vast...goed vasthouden hoor"roept Els. Ze pakt een zuurstok uit een van haar zakken.
"Nee...niet weer die toverstaf", roept Mo. ( zie De Slaapheks en/of de Wolkendraak).
"KARRRRR...TOOM", roept de kleine heks.


Op het bankje voor zijn huis zit Klad een beetje te suffen. Hij heeft vandaag al verschillende gouden randjes rond wolken geschilderd. Hij vindt dat hij genoeg gedaan heeft.
"RRRTOOM". Daar verschijnen Mo en Elsje ineens. Klad kiepert zo van zijn bankje af. Hij kijkt van achter het bankje geschrokken naar Mo en Els. 
"Hee Klad ", roept Mo. "Zat je te slapen?". 
Klad staat op. "Nee ik schrok me rot. Kun je niet even waarschuwen als je langs komt", zegt Klad nijdig.
Klad Kroelio
"Sorry", zegt Els. Ik wist niet waar we precies zouden verschijnen ".
"Zal wel", moppert Klad. Hij laat zich weer op zijn bankje zakken. De kleine heks draait zich om en zegt niets meer.
Mo gaat langs Klad zitten. Hij vertelt hem het hele Bewaarwolk verhaal. 
"Waar moeten jullie dan precies zijn? "vraagt klad.
"Els... laat klad die kaart eens zien...misschien weet hij de weg?" vraagt Mo.
"Zal wel", zegt Elsje. Ze blijft gewoon staan. De twee Kroelioos kijken elkaar aan. Ze halen hun schouders op.
"Toe nou Els...laat die kaart even zien...Klad bedoelt het niet zo kwaad...", zegt Mo tegen de kleine heks.
"Vooruit dan", zegt Elsje. Ze draait zich om maar ze kijkt Klad niet aan. Ze tikt met haar vingers tegen de bewaardoos. Daar is de kaart weer. 
"Hmmm,tovenarij, kan niet anders", mompelt Klad. Het rode ballonnetje staat weer te knipperen.
"Weet jij waar dit is? "wijst Mo naar het ballonnetje. 
"Ik zie het niet zo goed...kan het kaartje niet wat groter? "vraagt Klad.
'jawel", zegt Elsje. Ze raakt het ding weer aan. Ziedaar de lijntjes vierkantjes en rondjes worden groter. 
"Heee...", zegt Mo. "Hier staat iets geschreven".
Hij wijst naar het knipperende rode ballonnetje. Klad leest voor.
"Wolk...val...Wolkenwaterval? ".
"Weet jij wat dat is?"vraagt Klad aan Mo.
"Ja "zegt Mo. "Ik ben daar met Klaas Vaak naar toe geweest. Maar ik weet niet hoe we er moeten komen. Ik vloog mee met Klaas op zijn crossmotor door de lucht".( zie De Dromenbrouwers)
"Wat nu", piept Elsje. Mo zit na te denken. Hij krijgt een diepe rimpel boven zijn ogen. Dat krijgt Mo altijd als hij heel diep nadenkt.
"Natuurlijk...de Tutters", roept Mo "Zij werken met de Dromenbrouwers samen. Zij moeten de weg weten". 
Hij kijkt Klad aan en vraagt: "We moeten dan naar het zwevende dorpje Tutjebol. Weet jij misschien waar dat nu zweeft?"
Klad krabt eens achter zijn oor. 
"Pak mijn jurk vast Mo. We gaan ", roept Elsje. 
"Nee...nee...Els...niet die toverstaf", roept Mo.
"Je weet niet eens waar dat je ons naar toe moet toveren", roept Mo weer.
"Tsja. Dat is waar", Els wrijft over haar kin. 
"Je kan het beste hier achter mijn huisje doorlopen. Alsmaar rechtdoor...en dan...zie maar.

Benieuwd hoe dit gaat aflopen?
Ik ook.


Joepdoei en de mazzel

Djek












maandag 11 juni 2018

De Bliksembloemen

Hallo fans
Daar zijn we weer. 
Deze keer een vreemd verhaal over vreemde bloemen.

De Bliksembloemen.

Na de ontmoeting met de Oelewapper is Mo weer onderweg naar huis. 
Mo is nu wel om het donkere bos heen gelopen. Hij heeft tijd genoeg. In de verte ziet hij de hoge grijze wolkenboom weer. De Dwarrels dwarrelen nog
steeds naar beneden.
"Ik vraag me toch af waarom? Waarom dwarrelen Dwarrels?"zegt Mo. 
Nieuwsgierig geworden, loopt hij naar de boom. Bij 
de hoge wolkenboom aangekomen kijkt hij omhoog.Nee, Mo kan de bovenkant van de boom niet zien. 

"Wat zou daarboven toch zijn?" mompelt Mo. Hij vraagt het aan een paar Dwarrels. Ze geven geen antwoord. Zouden ze Mo wel kunnen verstaan? Mo weet het niet. 
"Nou, dan ga ik zelf maar eens kijken", zegt Mo. Hij begint in de boom te klimmen. Mo is nog niet zo ver met klimmen of de Dwarrels, die ook in de boom klimmen,  kruipen naar hem toe. Ze houden zijn verweglopenschoenen vast.Ze proberen zijn voorpoten te pakken. Of zijn oren. Wat krijgen we nu? denkt Mo. 
Willen de Dwarrels niet dat ik naar boven klim? Maar Mo wil nu zeker weten wat daarboven is. Hij klimt gewoon door. Zelfs als er wel tien Dwarrels aan zijn rugzak hangen.

Na een lange tijd komt Mo bovenaan de boom. Hier hangen nog meer wolken.
Kijken of je er op kan lopen. Voorzichtig zet Mo een pootje met schoen op de wolk. Ja. Het is sterk genoeg om op te staan. Mo kijkt eens om zich heen. Wat een vreemde wereld is dit.  Overal lopen er Dwarrels af en aan. Ze gaan iedere keer naar de top van de boom en springen dan naar beneden. Als ze weer boven komen lopen ze weg. Waar naar toe eigenlijk? Deze wereld lijkt veel op Kroelonia. Overal wolken. Soms een wolkenbosje, maar geen wolkenbomen. Vreemd. 
De Dwarrels lopen naar een nogal grote wolk.  Mo kan de wolk net zien. Erg ver weg dus. Mo trekt de veters van zijn schoenen strak.Op naar de verre wolk.

Mo loopt stevig door. De Dwarrels blijven hem voor de voeten lopen. Ze willen zeker niet dat hij naar de wolk gaat.
Ineens ziet Mo bloemen staan. Ze staan achter een hek. Aan alle kanten staat een hek.De planten zijn opgesloten. Mo loopt naar het hek. De bloemen bewegen een beetje.
"Hmmm...", mompelt Mo. "Bloemen die kunnen bewegen zonder dat het waait. Nog nooit gezien". 
Hij draait zich om en loopt verder naar de grote wolk.
Opeens...een fel licht. Dan een hard gekraak. Mo duikt in elkaar. Verschrikt kijkt hij om. Een van de bloemen ziet helemaal zwart. Er komt veel rook uit zijn blaadjes. Dan komt er een Dwarrel heel hard langs Mo gerend. Hij holt naar de wolkenboom. Als Mo weer naar de bloem kijkt is alles weer zoals het was.De plant is niet meer zwart en de rook is ook weg. Vreemd, denkt Mo. Hij krabt eens achter zijn oren.

Even later staat Mo voor de grote wolk. De wolk lijkt op een kasteel. Aan allebei de zijkanten heeft de wolk grote torens. Alles gemaakt van wolk. Net het luchtkasteel...maar dan anders.  Mo ziet geen ingang. Geen deur of zo. Mo klopt eens met zijn voorpoot op de wolk. Het klinkt hol.
Krakend en steunend komt er een deel van het wolkenkasteel naar beneden. Het maakt een heleboel herrie. Mo houdt zijn oren dicht. Met een klap valt het luik op de wolkenbodem.
Dan stapt er een vreemde vogel naar buiten. Zijn lijf is van steen Zijn kop ogen  snavel en poten zijn van ijzer.
De Steenvogel

"Goedendag", krast de vogel. "Komt u voor de koning? Heeft u een afspraak met de koning?".
"Euuh...nee", zegt Mo. Ik kom toevallig langs. Maar als de koning tijd heeft wil ik wel met hem praten".
"Kras...kras ja ja", krast de vogel weer. Hij draait zich om en loopt weer naar binnen.
Mo loopt zo achter hem aan. De vogel draait zich weer om. 
"Hier blijven", sist hij boos. Mo blijft stilstaan. De vogel loopt verder. Mo staat te wachten en te wachten. De steen-vogel komt niet terug. 
"Ik kan wel wachten tot ik een ons weeg", mompelt Mo. 
Voorzichtig loopt Mo het kasteel in.

Er is helemaal niets in het kasteel. Een paar gangen, maar geen kamertjes. Niets. Vreemd. Mo loopt een van de gangen in. Aan de zijkant zijn wel een paar kamertjes met tralies voor de ramen. Zijn dit misschien gevangenissen?, denkt Mo. Zitten er dan ook boeven in? Mo kijkt door een van de raampjes naar binnen. Hij ziet niets. Zo donker is het in de gevangenis.
"Heee, hallo", hoort Mo ineens. Waar komt dat geluid vandaan? 
"Hallo...is daar iemand?". De stem komt uit een van de andere kamertjes verderop. Mo wil die kant uitlopen. Maar er prikt iets in zijn rug. Verschrikt kijkt hij om. Hij kijkt recht in de ogen van de steen-vogel.
"Aarg...aarg...kras", krast de vogel woest. Mo durft zich niet te bewegen. 
"Wat had ik nou gezegd...WACHTEN", schreeuwt de vogel. Zijn ijzeren ogen worden spleetjes. 
"De koning heeft geen tijd...voor nieuwsgierige aagjes", sist de steen-vogel weer.
"EN NOU D'R UIT!!!!". De vogel begint wild te pikken naar Mo. De Kroelio maakt dat hij weg komt.  Hij holt het Wolkenkasteel uit en rent nog een tijdje door.

Hijgend zit Mo achter een wolkenbosje. In de verte kan hij het Wolkenkasteel zien.
"Daar ga ik niet meer naar toe", mompelt Mo. "Veel te gevaarlijk". 
Hij pakt nog wat wolkenhapjes en limonade. Terwijl Mo smult van de hapjes blijven de Dwarrels maar lopen. 
Tevreden zit Mo met zijn rug tegen zijn rugzak. Een van de Dwarrels ziet Mo zitten. De Dwarrel loopt naar Mo toe. Dan blijft hij staan.
"Hmm...", zegt Mo. "Heb je honger?"
Dwarrel

Het beestje zegt niets. Mo pakt een wolkenhapje uit zijn rugzak. Hij geeft het aan de Dwarrel. Het wezentje schrokt het meteen naar binnen.  De Dwarrel knikt met zijn kop naar Mo. Dan loopt hij weer verder. Verbaasd kijkt Mo hem na.

Een hele tijd later zit Mo nog steeds achter het wolkenbosje. Het begint weer te kriebelen tussen zijn oren. Wie zit er toch in die gevangenis?, denkt Mo. De gevangene klinkt niet boefachtig.
"Misschien ga ik toch eens gaan kijken", zegt Mo. Maar dan moet hij weer terug naar dat kasteel met die enge vogel. Tsja hoe kom ik dan weer binnen? denkt Mo. Opeens krijgt hij een idee. Mo gaat wat wolkentakjes zoeken. Door de takjes aan elkaar te draaien maakt hij een wolkentouw.  Nou nog een dikkere tak zoeken en die aan het touw vastmaken. Ziezo klaar. 

Het begint donker te worden. Mo heeft besloten om toch maar naar het wolkenkasteel te gaan. Hij is veel te nieuwsgierig. Even later is hij bij het kasteel. Hij kijkt eens omhoog. Alles is stil. Geen geluid te horen. Hij heeft het wolkentouw meegenomen. Mo pakt het touw vast en begint ermee te slingeren.
Sneller en nog sneller. Als het touw snel genoeg ronddraait...laat Mo het ineens los. Het touw schiet als een pijl naar de bovenkant van het kasteel.
'PLOF'mis. Nog maar een keer. Deze keer blijft de grote tak, aan het einde van het wolkentouw, aan de bovenkant van het kasteel hangen. Mo kijkt nog eens om zich heen. Niemand te zien. Alles is rustig. Mo klimt voorzichtig naar boven. Als hij bijna boven is...hoort hij een hels kabaal. Het luik van het wolkenkasteel gaat naar beneden. Als het luik beneden is rent de steen-vogel naar buiten. 
"Wie is daar?"krast de vogel. "Ik heb je wel gehoord. Waar zit je?"
De steen-vogel kijkt om zich heen.Gelukkig kijkt hij niet naar boven. Mo hangt nog steeds aan het touw. Hij heeft zijn ogen dicht. Zo bang is hij. De vogel gromt een keer en gaat weer naar binnen. Het luik gaat omhoog. Vlug klimt Mo verder. Als Mo boven is gaat hij op zoek naar een trap. Want de gevangenissen zijn beneden. Niet veel later heeft hij de trap gevonden. Onderaan de trap staat Mo stil.Het is nu echt helemaal donker geworden. Hier en daar brandt een lampje. Mo weet niet meer waar de gevangenis is. Voorzichtig loopt hij een gang in. Ja,  hier is een deur. Mo voelt eens aan de deur.
"Hallo", fluistert Mo. "Is daar iemand?"
Geen antwoord. Mo duwt eens tegen de deur. Met een krakend geluid gaat de deur langzaam open. Mo staat verschrikt om zich heen te kijken. Alles blijft stil.
Niemand heeft het gekraak gehoord.Voorzichtig sluipt Mo het kamertje binnen. 
"BAF". Met een klap slaat de deur dicht. Buiten de gevangenis staat de steen-vogel te gieren van het lachen. 
"Ha...ha...hi...hi. Zo mannetje heb ik jou even te pakken. Ha...ha...hi", brult de vogel. Mo draait zich om en rent naar de deur. 
"Laat me d'r uit", schreeuwt Mo. "Gemenerik". 
"Mooi niet", sist de steen-vogel. Gemeen lachend loopt de vogel weg.
Mo gaat met zijn rug tegen de deur zitten. Hij is in de val gelopen. Wat nu?


Veel later gaat de deur van de gevangenis weer krakend open. Daar staat de steen-vogel.
"Meekomen jij", krijst hij. Mo staat op en gaat naar de vogel toe.
De Steenvogel

"Waar breng je me naar toe?", vraagt Mo.
"Naar de koning natuurlijk...dat wil je toch zo graag...", zegt de steen-vogel met een lief stemmetje. Mo loopt door de gangen van het kasteel. Hij kijkt door een raam. Het is alweer licht geworden buiten. De steen-vogel loopt achter Mo. Af en toe pikt hij naar Mo met zijn snavel. Dan staan ze voor een grote deur. De steen-vogel klopt tegen de deur. Langzaam gaat de deur open. 
Mo ziet dat de deur opengetrokken wordt door wel tien Dwarrels. De vogel pikt weer in de rug van Mo. 
"Doorlopen jij", sist hij. Mo loopt een hele grote zaal binnen. Helemaal voor in de zaal staat een troon. Een grote ijzeren stoel. Voor de grote stoel staat nog iemand. Het lijkt wel een vogel met hele kleine vleugels. Mo moet van de steen-vogel naast het vogeltje gaan staan. Verbaasd kijkt Mo naar de vogel. Kleine vleugeltjes en grote ogen. Dat lijkt wel een Oelewapper. 
Wappertje

"Hee...ben jij een Oelewapper?", fluistert Mo. Het vogeltje kijkt verschrikt op.
"Ken jij oom Oel? fluistert het vogeltje terug. Oom Oel? denkt Mo. Vragend kijkt hij de vogel aan.
"Hij wordt ook wel DE Oelewapper genoemd ", fluistert het beestje weer.
"Ja , die bedoel ik",fluistert Mo weer terug. "Die is de weg kwijt. 
"O...dan is hij mij aan het zoeken", zegt het vogeltje. Verdrietig kijkt hij naar de grond.
"Maar wie ben jij dan?" vraagt Mo fluisterend. 
"Ik ben Kleine Wapper. Ze noemen mij ook wel Wappertje", snikt de kleine vogel.
"KOPPEN DICHT", schreeuwt de steen-vogel. Aan de zijkant van de zaal gaat er een deur open. Mo, Wappertje en de steen-vogel kijken naar de deur...

"Zijne blikkerige hoogheid koning Blikke Henkie", roept de steen-vogel.
Daar komt een blikken mannetje binnen met een kroontje op. Statig loopt hij naar de troon. Hij klimt in de stoel en gaat zitten.
"Mijn beste Rocky...wat heb je vandaag voor mij meegenomen?" vraagt koning Blikke Henkie. 
"Ahum", Rocky de steen-vogel zet een stap naar voren.


"Hier is een vogelachtig wezen". De steen-vogel wijst naar Wappertje. 
"Dit wezen...wilde de Bliksembloemen vrijlaten...sire. Grote misdaad als je het mij vraagt", roept Rocky. Dan gaat hij naar Mo toe. 
"Dit gele ding, majesteit, wilde het andere wezen uit de gevangenis vrijlaten.Ook een grote misdaad", roept de steen-vogel weer.
"Inderdaad, inderdaad...zeer ernstig", mompelt de blikken koning.
" Deze twee misdaden zijn zo ernstig, dat deze boeven nog heel lang in de gevangenis mogen blijven zitten", zegt de koning. 
Ineens springt Wappertje op.
Wappertje

"Het is niet eerlijk en ook nog gemeen ", krijst het vogeltje.
"Jij mag de Bliksembloemen niet achter de hekken zetten", gromt Wappertje naar de koning.
"Nou,nou...", zegt de koning. "Rustig maar. De bloemen lopen anders over het hele wolkenland. Als ik, koning Blikke Henkie , dan langs kom lopen...Schiet die bloem een bliksem naar mij. Het lijkt wel of die bliksem altijd naar mij toe komt. En als de bliksem mij raakt... doet dat pijn. Is dat soms leuk? Vogeltje? En daarom blijven de bliksembloemen opgesloten in hun perken".
Koning Blikke Henkie staat op. Hij wijst naar de grote deur. 
"Rocky...breng deze twee maar weer naar de gevangenis". Ik heb gesproken. 

Achter in de zaal klinkt een harde bons. De Dwarrels die bij de deur staan, vliegen ineens door de zaal. De grote deur knalt tegen de grond. In de deuropening staat een woeste Oelewapper. 
"Aha...hier is de weg. En daar is Wappertje. Lelijk blikje. Ik zal je...", krijst DE Oelewapper. 
DE Oelewapper

De vogel stuift naar de ijzeren troon. Koning Blikke Henkie is van schrik omgevallen. Vlug krabbelt hij overeind. De koning rent naar de deur aan de zijkant van de zaal. Hij ziet steen-vogel Rocky nog net door de deur verdwijnen. Achterna gezeten door DE Oelewapper vlucht Henkie ook weg. 
De tien Dwarrels staan beteuterd bij de kapotte deur te kijken. 

"Ik ben Mo", zegt Mo tegen Wappertje.
"Kom mee Mo" , zegt Wappertje. "We gaan de Bliksembloemen bevrijden". Samen lopen ze naar buiten. De Dwarrels lopen met Mo en Wappertje mee. 
"Hoe zit dat nou met die bloemen? En Dwarrels? " vraagt Mo. Wappertje vertelt:"Wel Mo...de Bliksembloemen zijn door de koning opgesloten. Ze staan heel dicht tegen elkaar aan. Daarom gaan ze steeds meer bliksemen. Als de bloem bliksemt...komen er zaadjes in de lucht. De Dwarrels moeten van de steenvogel voor de bloemen zorgen. Als de bliksemzaadjes op de Dwarrels komen...rennen de Dwarrels naar de wolkenboom en springen naar beneden. De zaadjes laten dan los. De Dwarrels klimmen weer naar boven. De bliksemzaadjes jeuken of doen pijn denk ik. Dat gaat de hele dag zo door. Zielig hé".
Ja, Mo wordt er verdrietig van.

Mo de Kroelio


Buiten gekomen lopen Wappertje en Mo naar de bloemperken. Ze trekken alle hekken omver. De bloemen beginnen langzaam te bewegen. Ze lopen heel langzaam weg."Zo...nu kunnen ze gaan waar ze willen", zegt Mo. Wapperetje knikt van ja. Overal waar ze kijken staan de Dwarrels te springen van plezier. Ze hoeven nu niet meer op de Bliksembloemen te passen. 
ZOEFFFF...Daar is DE Oelewapper weer. Hij gaat met zijn rug naar Mo staan.
"Heee...Wappertje...Kom we gaan. Het blikje en de steen zitten in het donkere bos", fluistert oom Oel tegen de kleine Wapper.
"Kijk uit voor dat gele ding achter mij. Hij wilde mij de weg niet wijzen...lelijk geel ding", fluistert Oel weer. Verbijstert kijkt Wappertje zijn oom aan.
"Dat is Mo oom Oel. Hij heeft mij geholpen de Bliksembloemen weer vrij te maken", protesteert Wappertje. DE Oelewapper kijkt om naar Mo.
"Ja ik ken Moel de olio", zegt oom Oel. "Kom we gaan". 
ZOEFFFF...en weg is DE Oelewapper. Wappertje haalt zijn schouders op.
"Tot ziens Mo", zwaait de kleine Wapper. ZOEFFF...weg is ook Wappertje.
"Nou dan ga ik ook maar", zegt Mo. Hij draait zich om en loopt langs het Wolkenkasteel naar de wolkenboom.
Even later komt Mo weer bij zijn rugzak. Om de tas liggen vel Dwarrels te slapen. Wat krijgen we nu, denkt Mo. Hij pakt zijn rugzak op. Helemaal leeg. De Dwarrels hebben al zijn wolkenhapjes opgegeten. Nu is het echt tijd om naar huis te gaan. Mo doet zijn rugzak om. Hij trekt de veters van zijn
Verweglopenschoenen
verweglopenschoenen strak. Mo kijkt nog eens om naar het Wolkenkasteel en begint naar de hoge grijze wolkenboom te lopen. Op weg naar de andere Kroelioos.


We zijn d'r weer. Aan het einde van dit spannende verhaal

Joepdoei en de mazzel




 DJEK

zondag 25 maart 2018

De Oelewapper

Hallo Fans
Wat een wind de laatste tijd.
Het lijkt wel of Bolle Jan (zo heet de wind) boos is.
Nou ja...mooi weer om binnen te zitten...
en te luisteren naar een spannend verhaal van Mo de Kroelio



De Oelewapper.


Mo de Kroelio
Mo de Kroelio zit in het luchtkasteel op zijn kamer. Tevreden kijkt hij uit het raam.
Op het Hemelse Plein, voor het kasteel, lopen een paar Kroelioos met elkaar te praten. De zon schijnt.
Het is een mooie dag.
Dan gebeurt het... Mo krijgt ineens jeuk op zijn kop...precies tussen zijn oren. Krabben helpt niet. 
Dat betekent dat Mo iets moet gaan ontdekken.
Mo loopt nu door zijn kamer heen en weer. Uit met de rust. Wat zal hij eens gaan ontdekken?
Opeens moet hij aan het Wie Wat Waar land denken. Daar is hij nog nooit geweest. Wel bijna...met Lino. En ook hebben Mo en een paar andere Kroelioos de Hork door de Wolkbreuk gegooid. ( lees: De Stemmendief).Ja, de Wolkbreuk. Door de Wolkbreuk kom je in het Wie Wat Waar land. Er wordt gefluisterd dat daar de Oelewapper woont.  Mo weet het nu zeker. Hij gaat naar de Wolkbreuk


Mo loopt over het Hemelse Plein. Hij heeft zijn rood geruite rugzak omgedaan. Op de klep van de rugzak staat een klein hartje. Deze keer heeft hij ook zijn verweglopen-wandelschoenen aangedaan.
Verweglopen-wandelschoenen
Op zijn kamer lagen nog wat wolkenhapjes en een flesje met wolkenlimonade. Dat heeft Mo allemaal in zijn rugzak gedaan. Je weet maar nooit of je honger of dorst krijgt onderweg.
Over het wolkenpad gelopen komt Mo aan op het pleintje voor de Wolkenfabriek. Op het plein loopt Bling-Bling, de witte Kroelio.
"Hee Bling-Bling", roept Mo. "Jou heb ik lang niet gezien. Hoe is het ermee?".
"Heel goed Mo, heel goed", zegt Bling-Bling.
Bling-Bling
"Waar ben jij al die tijd geweest?"vraagt Mo. Bling-Bling vertelt:
"Ik ben aan het zwerven geweest. Zomaar, een beetje rondkijken hier en daar. Door het Lanterfantenbos helemaal naar de wolkenrand gelopen. Ik heb een tijdje langs de Wolkenrand gewandeld. Je kunt er volgens mij nergens doorheen".
"Heb je de Wolkbreuk niet gezien dan?", vraagt Mo. "Daar kun je door de Wolkenrand heen".
Bling-Bling schudt van nee hij heeft de breuk niet gezien.
"Ik ben nu onderweg naar de Wolkbreuk", zegt Mo. Je kunt meegaan, als je wil.Dan kan je de breuk zelf zien". 
"Bedankt Mo, maar ik heb even genoeg gewandeld. Ik ga nu naar het kasteel om uit te rusten", zegt Bling-Bling. De twee Kroelioos lopen weer verder. De een naar het Lanterfantenbos. De ander naar het Luchtkasteel.

Als Mo het Lanterfantenbos uitkomt, ziet hij de grote Hoge Wolkenbergen liggen. Hier wonen de Motjes. Als hij bij de bergen is komt Mo een paar Motjes tegen. Ze vragen aan Mo waar hij naar toegaat. Mo vertelt het verhaal van de Oelewapper. Hij denkt dat de Oelewapper in het Wie Wat Waar-land woont. De Motjes kennen geen wapper. Een van de Motjes fluistert:
"Wel oppassen Mo...er lopen MONSTERS rond in het Wie Wat Waar-land...pas op".
Mo bedankt de Motjes voor de waarschuwing. Hij loopt verder. Hij zwaait nog even naar de Motjes.
Op weg naar de Wolkenrand.
De Wolkenrand

Even later is Mo bij de oranje vlakte. Zo heeft Mo deze plek genoemd. Er staan wolkenbomen en wolkenbosjes hier. De wolkengrond kleurt een beetje oranje.  Verder zijn er gele bosjes. Maar ook rode en groene planten. De bomen zijn meestal oranje.
Mo loopt de vlakte op. Een tijdje later hoort hij "Foep, foep".
Mo staat verschrikt stil. Dat geluid kent hij. Dat is de 'Foeperpot'. Mo weet nog dat Lino in de Foeperpot gevallen is. Voorzichtig sluipt Mo voorbij de Foeperpot. (zie De Foeperpot in deze blog). Gelukt.
"Hmmm...", mompelt Mo. "Dan zal Foedraal ook wel in de buurt zijn. En inderdaad. Een paar hoge bomen verderop zit een grote oranje pluizebol in een boom te slapen. Je ziet hem bijna niet. De boom is ook oranje. Op zijn tenen loopt Mo voorbij. Hij wil Foedraal niet wakker maken.
In de verte ziet Mo een heleboel wolken langs elkaar. Het lijkt net of ze aan elkaar vastzitten.
De Wolkenrand. Daarachter ligt het Wie Wat Waar-land. Mo loopt verder. De oranje bol in de boom doet één oog open. Foedraal kijkt waar Mo naar toe loopt...en slaapt alweer.

Bij Wolkenrand aangekomen gaat Mo rechtsaf.
"Hmmm...volgens mij moet de breuk hier ergens zijn", mompelt Mo. En...jawel, ineens is hij bij de Wolkbreuk. Een gat in de Wolkenrand. In dat gat regent het altijd. Het is wel zure regen.
"Daar gaan we dan", roept Mo. Op een holletje rent hij de Wolkbreuk in...
Aan de andere kant rent Mo de Wolkbreuk weer uit. Hij ziet een wolkentak niet en struikelt. Pardoes valt hij op de wolkengrond. Er komt nog een beetje rook uit zijn vacht. Dat is van de zure regen. Maar het doet geen pijn. Mo staat op en kijkt naar zijn vacht.
"Nou dat valt reuze-mee. Mijn vacht is nog in orde", zegt Mo. Hij kijkt eens om zich heen. In de verte ziet hij een donker bos. Een bos met wel hele hoge wolkenbomen. Helemaal zwart. Mo krijgt koude rillingen over zijn rug als hij de bomen ziet. Ik hoop niet dat de Oelewapper daar woont, denkt Mo.
Een klein stukje voor het griezelige bos staat nog een hele hoge wolkenboom. Deze is grijs van kleur. De boom is zo hoog dat je de bovenkant van de boom niet kunt zien.
Wat ziet hij daar? Zijn dat wezentjes? Of Diertjes?  Mo gaat erop af.

De Dwarrels
Verbaasd staat Mo bij de hele hoge grijze wolkenboom te kijken. Er zijn inderdaad wezentjes of diertjes hier. Ze klimmen allemaal in de boom. Als ze boven zijn...springen ze weer uit de boom. Ze laten zich dan naar beneden dwarrelen.
Mo loopt naar een van de wezentjes.
"Wat zijn jullie? Hoe heten jullie?", vraagt Mo. Het diertje kijkt Mo vragend aan. Het draait zich om en begint weer in de boom te klimmen.
Kunnen de wezentjes niet praten? Kunnen ze mij niet verstaan?, vraagt Mo zich af. Hij haalt zijn schouders op. Mo loopt verder naar het bos.

Niet veel later staat Mo voor het donkere bos. De Wolkenbomen zijn zo hoog en donker zodat het lijkt alsof de wolkengrond ook zwart is. Weer krijgt Mo de koude rillingen. Het bos is te groot om er omheen te lopen. Dus...Mo moet het bos wel in. Met tegenzin gaat hij voetje voor voetje het Donkere Bos in.

Mo loopt nu al een hele tijd in het Donkere Bos. Hij weet niet waar hij is. Er lijkt geen einde te komen aan het bos. Loopt hij wel de goede kant op? Geen idee.
Ineens ziet hij vlakbij een lichtje branden.Voorzichtig loopt Mo naar het lichtje. Het lichtje zit in een hutje.
"Rg Rg...Ralala...RG", hoort Mo iemand zingen.Mo denkt de stem te kennen. Voorzichtig kijkt Mo naar binnen. Daar ziet hij een wezen iets kleiner dan een kabouter. Het heeft hele grote witte ogen. Aan alle vier zijn poten heeft hij klauwen die een beetje op handen lijken.Uit zijn bek steken twee grote gele tanden. Dan weet Mo weer wie het is.
In het Donkere Bos
"Dat is de Stemmendief", mompelt Mo. "Hij begint al aardig te zingen. ( lees De Stemmendief in deze blog). Mo moet even lachen.
Hij heeft geen zin om naar de Hork te gaan. Horken kunnen een beetje toveren.Je weet maar nooit wat hij deze keer tovert.
Mo sluipt weer het Donkere Bos in.

Mo is moe geworden van al dat lopen. Hij gaat even tegen een wolkenboom zitten. Hij kijkt in zijn rood geruite rugzak. Even een wolkenhapje naar binnen werken...heerlijk.
Mo kijkt nog eens goed om zich heen. In de verte lijkt het Donkere Bos wat lichter te worden.  Mo springt op, doet zijn rugzak om, en holt naar het licht toe.  Ja het wordt steeds lichter. Ineens tuimelt Mo het bos uit. Hier is het helemaal niet donker meer. Mo ziet even helemaal niets meer, zo fel is het zonlicht.

Mo blijft op de grond zitten. Fijn...wat heeft hij de zon gemist. Op deze plek is alles mooi groen en geel.
"Potjandrieentwintigdubbeltjes...waar is de weg?"
Mo springt op. Wie roept daar? Nog wel van die rare woorden. Voor de zekerheid verstopt Mo zich achter een boom. Dan komt er een wezen tevoorschijn.Mo heeft nog nooit zoiets gezien. Het lijkt wel een grote vogel. Een vogel met wel hele kleine vleugeltjes. Grote ogen en een kuif. Ook heeft hij hele hoge poten. Mo kijkt zijn ogen uit.  De veren van de vogel hebben alle kleuren van de regenboog.
"Excuus, sorry...wie heeft de weg weggedaan?' zegt de vogel. Hij staat stil en kijkt eens rond.
De Oelewapper
"Alleen boompjes en bosjes...ja daar is ie", roept het wezen. Hij rent ineens weg. Een eindje verder staat hij weer stil. Aandachtig kijkt hij naar de lucht. Hij wrijft eens met zijn kleine vleugel over zijn snavel. "Zou de juiste weg... daarboven zijn?...denk je", mompelt de vogel.

Mo is achter zijn boom vandaan gekomen.
"Hallo",roept hij en loopt naar de vogel toe. Het wezen springt heel hoog de lucht in...valt naar beneden en landt pardoes op zijn achterwerk. Met grote ogen kijkt hij naar Mo.
"Wie...wat...hoe...ben jij voor iets?", vraagt het wezen verschrikt.
"Ik ben Mo de Kroelio", zegt Mo.
"Mode Kroe lio?", mompelt de vogel. Ineens springt hij op en vliegt op Mo af. Mo schrikt ervan.
Vlak voor Mo staat het wezen stil. Met zijn snavel tegen de neus van Mo sist de vogel:
"Wil jij mij niet meer zo laten schrikken...Kroel de Molio". De vogel loopt om Mo heen. Hij bekijkt Mo van alle kanten.
"Zeg eens geel ding...weet jij iets van weggen?", vraagt de vogel aan Mo.
"Weggen?", Mo haalt zijn schouders op.
"Ja...waar is de weg...de goede weg dan hé...", roept de vogel.
"Ik zou het niet weten", zegt Mo. "Er zijn hier wel veel paadjes.".
"Paadjes, padjes...padden...daar heb ik niks aan geelding",roept de vogel weer. Mo weet niet wat te zeggen. "Eeu,,,ben jij een Oelewapper?", vraagt Mo voorzichtig.
"Toe maar...toe maar...nog schelden ook", zegt de vogel kwaad. "Nee geelding ik vindt jou niet meer aardig. Tot nooit meer ziens...puh. Het ding weet niet eens dat ik DE Oelewapper ben. Dom geelding".
Met zijn snavel in de lucht draait de Oelewapper zich om en...Loopt pardoes tegen een wolkenboom aan. De vogel springt op .
"Had je dat gezien geel ding? Kroelde molenaar of zoiets. Die boom steekt zomaar de weg over...zonder uit te kijken', schreeuwt de Oelewapper. Mo is stomverbaasd. De vogel loopt weer naar de boom. Hij schopt tegen de boom.
"Auw auw...nou bijt ie ook nog...rotboom", krijst de vogel.
"O ja...de weg...waar is de weg? Weg is de weg", mompelt het wezen. Hij kijkt naar de lucht. Dan draait hij zich om en zoeft zo snel als een raket het bos weer in.
BOTS...
"Auw...excuus...weet U de weg? nee?...Stomme boom". hoort Mo in de verte. Dan is de Oelewapper verdwenen.
Mo krabt eens achter zijn oren. Was dat nu wel of niet een Oelewapper?. Het blijft een raadselachtig raadsel.

Inderdaad...raadselachtig. Ik ben benieuwd of we deze rare vogel nog een keer tegenkomen. Ik weet het niet...

Joepdoei en de mazzel




Djek