maandag 1 mei 2017

De Dromenbrouwers

Hallo fans

Je zou het niet zeggen...Maar het is lente.
Ik zie het alleen maar regenen en waaien...
heel hard waaien.
Zou het op Kroelonia ook zo hard waaien?
Ik hoop het niet voor de Kroelioos.
Ondertussen is er toch nog een nieuw verhaal naar beneden gewaaid.

De Dromenbrouwers.








Op het Hemelse plein loopt Mo de Kroelio haastig op en neer.
Mo kijkt boos. Dat is niets voor Mo. Hij is eigenlijk een hele vriendelijke Kroelio.
Lino ziet Mo lopen.Hij gaat naar hem toe en vraagt: "Hee Mo.Wat is er met jou aan de hand?. Je kijkt zo boos". 
Mo blijft stilstaan en kijkt Lino aan.
"O, Lino het spijt me. Ik ben aan het nadenken. Ik ben niet boos hoor".
Lino
"Gelukkig maar" zegt Lino. "Waar ben je eigenlijk over aan het denken?".
Mo vertelt: "Weet jij nog dat Lila hier was?". Lino knikt van ja.
"Weet jij ook nog dat ze vertelde over chocolade? En dat wij veranderd waren in choco? ", vraagt Mo
"En de verhalen over die Torentotter of zoiets", zegt Lino."Ja dat weet ik nog". 
"Maar voordat Lila iets kon vertellen was ze alweer naar huis", mompelt Mo.
"En nu ben ik nieuwsgierig geworden naar dat torenfiguur. Weet jij nog waar Lila vandaan kwam?"
"Vanaf het huisje van Klad, rechtdoor het Nevelwoud in", wijst Lino. "Dan moet je zo bij dat dorpje komen. Dacht ik". 
"Dan ga ik daar maar eens kijken", zegt Mo. "Ga je mee Lino?"
"Nee Mo, dat gaat niet deze keer. Ik heb nog veel te doen in de Wolkenfabriek". 
Klad
"Goed dan, Tot ziens Lino".
Mo gaat op weg naar het huisje van Klad.
Lino kijkt zijn vriend na.

Even later is Mo bij het huisje van Klad.
Zo te zien is Klad niet thuis. Jammer denkt Mo.
Anders had ik kunnen vragen waar Lila precies vandaan kwam.
"Alsmaar rechtdoor", mompelt Mo."Da's niet zo moeilijk".Mo gaat op weg.
Na weer een tijdje blijft Mo stilstaan. Hij kijkt om zich heen. Hier is hij nog nooit geweest. Er komt Mo niets bekend voor.
"Het lijkt erop dat ik verdwaald ben. Dat is me nog nooit overkomen", zegt Mo.
Hij kijkt achterom, maar het huisje van Klad is niet meer te zien. Wat nu?.
"Ik loop gewoon mijn neus achterna, dan komt het allemaal wel goed", mompelt Mo.
Hij begint weer te lopen.

Dan komt Mo op een open plek. Hij stopt en gaat staan luisteren. Hij heeft iets gehoord...maar wat?
Het lijkt wel donderen als bij een onweer, denkt Mo.
Maar de lucht is blauw. De zon schijnt.
Voorzichtig loopt hij verder. Het geluid klinkt harder.
Ineens springt Mo achter een wolkenbosje. Waar is de Kroelio van geschrokken?
Aan de andere kant van het bosje staat een monster. Met één groot oog kijkt het naar Mo. Het monster beweegt niet. Het kijkt alleen maar.
Mo ziet dat er beneden uit de buik van het monster, een stok steekt. Het monster hangt daar een beetje op.
Mo sluipt, zo voorzichtig als hij kan, naar de andere kant van het monster.
Daar ziet hij het...er ligt een man tegen het monster aan. De man maakt het dondergeluid. Mo moet lachen. Dat geluid is geen donder...maar snurken. 
De man ligt te slapen.

Zou het monster ook slapen? Het beweegt nog steeds niet. Mo sluipt naar de man toe.
De man ziet  er wel een beetje vreemd uit.
Hij heeft laarzen aan. Bruine laarzen met veel gespen. Ook een bruine lange jas, met veel knopen erop. Hij heeft een gele broek aan. Zijn neus is puntig en hij heeft een grote grijze snor. Aan zijn kin hangt een puntbaardje...ook grijs van kleur. Op zijn hoofd heeft hij een gele muts met een hele lange punt eraan.
Onder aan deze punt zit een bal met een gezichtje. Twee ogen en een mond.
Het gezicht kijkt boos naar Mo.  Mo schrikt ervan.
Ineens begint het ding te krijsen. De man schrikt wakker, springt op en duikt zo over het monster heen. De man zit nu achter het monster. 
Hij staat langzaam op. Hij kijkt Mo kwaad aan. 
"Wel meneer, vindt u het plezant om hardwerkende mensen
 te laten schrikken? ", roept de man.
Mo kijkt verbaasd. "Hard werken? U lag gewoon te slapen hoor", antwoordt Mo.
"Tja", mompelt de man. "Dat krijg je als je met slaapzand werkt". 
Mo zegt: "Als ik u was, zou ik een beetje oppassen voor dat monster".
Mo wijst naar het ding dat voor de man staat. De man moet ermee lachen.
"Dat is geen monster...maar een 'cross-motor' meneer".
De man wijst naar het monster. 
"Dit hier zijn de wielen...en dat is de koplamp...en daar zit de tank.Snapt u?". 
Mo snapt er geen barst van. Hij heeft nu wel door dat het monster een machine is. 
"Wat bent u, als ik vragen mag?", zegt de man.
"Ik ben Mo de Kroelio", antwoordt Mo.
"Hmmmmm...een Kroelio...daar heb ik wel eens van gehoord", mompelt de man.
"En wie bent U?", vraagt Mo
"O, wat onbeleefd van mij...Ik ben Vaak', zegt de man.
Verbaasd kijkt Mo de man aan. "Vaak?"
"Ja Klaas...aangenaam", zegt de man weer.
"Vaak...Klaas", mompelt Mo. "Vreemde naam".
"Nee...nee andersom...je zegt het verkeerd om...", hakkelt de man.
"Klaas Vaak is de naam. Toch niet zo moeilijk dacht ik", antwoordt de man een beetje boos.

Even later zitten Klaas en Mo gezellig te kletsen. De Kroelio vertelt over de andere Kroelioos, het luchtkasteel en de Hoge Wolkenbergen.
Hij vertelt ook over Lila en de Torentutters. Misschien dat Klaas Vaak weet waar het dorpje van de tutters is. 
"Torentutters?...Tutters van een toren?...", vraagt Klaas.
"Nee het spijt me daar heb ik  nog nooit van gehoord. Of wacht eens...bij de Dromenbrouwers heb ik wel wezentjes gezien die er op lijken.Als ik jou verhalen goed begrijp. Maar of ze tutters heten? Dat weet ik niet".
"En waar kan ik die Dromenbrouwers dan vinden?",vraagt Mo.
"Eeeu...bij het Nevelmeer in de Nevelbergen. Als je achter de wolkenwaterval gaat, kom je ze zo tegen", zegt Klaas.
"Welke kant moet ik op, wil ik bij al dat nevel en wolkengedoe komen?", vraagt Mo weer.
"Ha, ha het is inderdaad een heel gedoe', lacht klaas. "Vooral die wolkenwaterval...ha ha".
Klaas Vaak staat op en loopt naar zijn cross-motor.
"Maar...het is een toevallig toeval dat toevallig is. Ik Klaas Vaak...moet heel toevallig naar de Dromenbrouwers toe", roept Klaas. "Als je wil kan je meerijden...As je durft...".
Klaas klapt de stok waar de motor op hangt in. aan de zijkanten van het ding zitten een paar trappers. Klaas zet zijn voet op een van de trappers en duwt die dan heel snel naar beneden. De motor begint te piepen...stil. Nog maar een keer. De cross-motor begint nu te brullen en te pruttelen. Toch een monster denkt Mo. 
Klaas kijkt Mo aan. 
"Kom maar hier achter mij zitten...als je durft...".
Mo is geen bange Kroelio. Hij loopt naar het 'monster' toe en klimt achter Klaas Vaak. De bal met het gezichtje onder aan de puntmuts begint te sissen.
"Heee ...Bollie gedraag je". Klaas Vaak kijkt om naar Mo.
"Goed vasthouden hoor...daar gaan we". 
De motor gaat bewegen. Even later vliegt het ding hoog boven het Nevelwoud.
Mo houdt de jas van Klaas stevig vast. Hij is niet bang, maar knijpt voor de zekerheid, zijn ogen stijf dicht.

"Kijk", roept Klaas. "Daar is het grote Nevelmeer". Klaas wijst naar beneden.
Mo doet voorzichtig één oog open. Beneden hem ziet hij tussen twee grote nevelbergen een wolkenmeer liggen. Aan de zijkant van het meer vallen er allemaal kleine wolkjes naar beneden. De wolkenwaterval. 
Klaas zet de motor uit. Langzaam zweven ze nu naar het meer toe.
"Het grote Nevelmeer wordt ook wel het...dromenmeer...genoemd", vertelt Klaas vaak.
"Daar groeien de dromen in. Nou ja, je zult het dadelijk wel zien". 
De crossmotor gaat nu recht op de wolkenwaterval af. 
"Nu wordt het moeilijk", roept Klaas. Opeens zwiert de motor tussen twee wolkjes door naar binnen. Achter de wolkenwaterval is een grot.
Netjes landt de machine op de wolkengrond van de grot.
"Ziezo, we zij d'r", zegt klaas Vaak.
Klaas en Mo stappen van de motor af. Mo kijkt eens om zich heen. Het ziet er allemaal wel een beetje vreemd uit.
"Kom mee", tettert Klaas. Hij trekt Mo aan zijn voorpoot.
Ze lopen naar het einde van de grot. Daar is een verhoging. op deze verhoging zitten wezentjes aandachtig te luisteren. Waar luisteren ze naar?
"SSSSST", Klaas doet zijn wijsvinger tegen zijn lippen. 
"Dat zijn de Dromenbrouwers. Ze zitten rond de wenswolk. Dat is een wolk met een gat erin...of zoiets. Zo kunnen zij de droomwensen van de kinderen horen", fluistert Klaas Vaak. Mo kijkt eens goed naar de Dromenbrouwers. Het lijken net Motjes, maar dan met hele grote oren en een geruite vacht, denkt Mo. 
Zouden dat Tutters zijn? Een eindje verderop staat Klaas naar hem te wenken.
"Hierheen", wijst hij. Samen lopen ze achter de wolkenwaterval naar beneden.

Ik ben benieuwd wat ze daar vinden.
Kom erachter in deel 2 van 
De Dromenbrouwers.



Joepdoeii en de Mazzel


DJEK



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten