vrijdag 22 maart 2013

Lila's Dagdroom

HALLO FANS


Mo de Kroelio ging eens uit varen.
Hij ging voor de eerste keer een zeereis maken.
Met een hele grote boot, een oceaanstomer.
Toen de boot aangekomen was in de haven, 
vroeg de kapitein:"En Mo hoe vond je het".
"Fantastisch" antwoordde Mo.
"Vooral die wasmachines in de muur. 
Daar kan veel in!!".

Ha, ha die Mo.
Vandaag gaan we kennis maken met Lila.
Lila is een klein meisje dat in haar dromen in Kroelonia belandt.
In dit verhaal gaat Lila voor de allereerste keer naar het grote wolkenrijk.
En komt Mo tegen.

Kroelonia  


Lila's dagdroom.


Lila, een meisje van vier jaar oud, zit aan tafel met een boterham op haar bordje.
Lila is net uit bed gekomen. Ze is door haar moeder aangekleed. Ze heeft haar mooie gele T-shirt aan met de bruine beer op de voorkant.
Ook heeft Lila haar nieuwe rode korte broek aan.
Haar blonde haar is door mama gekamd en geborsteld.
Daarna is het haar met speldjes vastgemaakt.
Zo kunnen de haren niet in haar ogen komen vervelen.

Lila heeft helemaal geen honger.
Vandaag gaat ze, met juf Thea en de andere kinderen, naar de grote speeltuin in het park.
Dat zou best wel eens spannend kunnen worden.
"Maar wat duurt het lang voordat ze naar school mag.

Eindelijk komt moeder haar halen.
"Hee" zegt moeder. "Je boterham ligt er nog. Heb je geen honger?"
Lila schudt met haar  hoofd van nee.
"Dan krijg  je straks op school honger" zegt mama. "Juf Thea neemt broodjes mee" vertelt Lila.
"Dan is het goed" knikt moeder.

Daar gaan ze naar school, op de fiets. Het is mooi weer. De zon schijnt.
"Als het  maar niet gaat regenen vandaag" zegt Lila's moeder.
Lila kijkt omhoog. Ze ziet alleen maar blauwe lucht. Geen enkel wolkje te zien.

Op het schoolplein zijn alle kinderen van juf Thea's klas bij elkaar.
Iedereen is er. De moeder van Irene en de moeder van Joris en Jan zijn er ook. Ze hebben grote tassen meegenomen. De tassen zitten helemaal vol.
"Zie je wel, daar zitten de broodjes en limonade in" wijst Lila.
Haar mama heeft het gezien.

De kinderen gaan twee bij twee staan in een lange rij.
Even later lopen ze naar het park. Juf Thea voorop  en de twee hulpmoeders achteraan.
De andere moeders zwaaien de kinderen uit.

Dan zijn ze in het park.
"Even luisteren allemaal" roept juf Thea. "We gaan eerst spelen in de speeltuin.
Daarna gaan we broodjes eten en limonade drinken. Veel plezier allemaal"


Iedereen rent de speeltuin in. Lila weet niet waar ze eerst mee wil spelen.
Er is zoveel. Wel drie glijbanen. Een lage, een hoge en een hele hoge glijbaan. Een kabelbaan. Klimrekken, die op een raket lijken. Houten speelhuisjes. Zelfs een waterbak. De meeste jongens gaan naar de 'bouwplaats'. Daar kunnen ze met hamers en spijkers aan de gang.
 Lila gaat met haar vriendinnetje Irene naar de wipkippen.

Er zijn wel tien van die kippen.
Na de kippen, gaan de twee meisjes naar een van de houten huisjes.
Ze spelen vader en moedertje. Irene heeft haar pop meegenomen.
"Grimmel, brummel".
"Wat was dat?" vraagt Irene."Dat is mijn buik "zegt Lila  "Ik heb honger".
"Dan moet je aan juf Thea een broodje gaan vragen" stelt Irene voor.
Lila gaat naar de juf toe.

"Nee Lila" zegt Juf Thea. "Je  moet nog even wachten. Ga maar weer lekker spelen".
Langzaam loopt Lila terug naar het speelhuis.
"Grummbl" zegt de buik weer. Haar buik begint zelfs pijn te doen.
Lila gaat met haar rug tegen een boom zitten. Ze doet haar ogen dicht.

Als Lila haar ogen weer open doet, ziet ze dat ze in de lucht zweeft.
Ver beneden haar zijn de bomen, de speeltuin, juf Thea en alle andere kinderen. Ze zien er heel klein uit. Net kleine mieren.
Lila gaat steeds verder omhoog, hoger en hoger.
Ineens is ze boven de wolken. Langzaam zakt ze weer iets naar benden.
En dan staat Lila op een wolk.

Ze kijkt naar boven Daar is alleen maar blauwe lucht. Overal zijn er wolken om Lila heen. Grote, kleine, dikke en dunne wolken. Heel mooi.
"Hee, kijk eens een beetje uit ja".
Lila kijkt om zich heen. Wie zei dat? Voor haar voeten ligt iets geels met rood in de wolk. Het lijkt wel een diertje.
Het diertje gaat staan en kijkt Lila boos aan. Ze vindt het wel een grappig beestje. Het is helemaal geel, met een leuke rode mopsneus. Zelfs zijn pootjes zijn rood.

"Je hoeft niet zo te kijken hoor" moppert het diertje. "Ik loop hier gewoon te wandelen en dan kom jij op deze wolk ploffen. Ga maar naar een andere wolk, er zijn er genoeg".
Lila weet niets te zeggen. "Kan jij niet praten?" vraagt het beestje.
"Ik weet niet" stamelt Lila. "Ik was in de speeltuin en ineens ben ik hier".
"Aha, dan ben jij zeker een droomster, iemand die in haar dromen naar hier komt. Ben je door een van de droomkamers gegaan?" vraagt het gele beestje. Lila begrijpt niet wat het diertje allemaal zegt.
"Nee hoor, ik ben een meisje" zegt ze zachtjes.
"Ook goed. Jij weet zeker niet waar je bent". Lila schudt van nee met haar hoofd.
 "Dit is het grote wolkenrijk Kroelonia" vertelt het beestje.
"En ik ben een Kroelio. Mo is de naam".
"Mo de  Kroelio" zegt Lila. "Dat rijmt. Net als in de versjes van Juf Thea".
Mo kijkt Lila een beetje raar aan. Hij weet niet wat versjes zijn en wie juf Thea is.
"Grmmmll".
Mo de Kroelio gaat plat op zijn buik liggen. Hij roept: "Wat is dat? Een donderwolk?"
Lila gaat bij Mo op de wolk zitten. Ze vertelt Mo dat haar buik dat geluid maakt. "Waarom doet die buik dat?" vraagt Mo.
"Omdat mijn buik honger heeft. Ik heb niet genoeg gegeten" zegt Lila.
"Eten, eten, eten maar waar" mompelt de gele Kroelio.
"Ik weet het al. Bij de wolkenfabriek".
"Eten in een wat?" roept Lila.
"De wolkenfabriek" zegt Mo. "Daar maken de Kroelioos wolken".
Mo wijst een eindje rechtdoor. Daar staat een pijp die hoog in de lucht steekt. Uit die pijp komen steeds nieuwe wolken.
In de keuken van de fabriek is wel wat te eten denkt Mo.
"Kom dan gaan we naar de fabriek" zegt hij.
" Achter mij blijven lopen hoor. We moeten wel op het wolkenpad blijven".
"Waarom?"vraagt Lila. Domme vraag vindt Mo.
"Anders loop je zo op een drijfwolk. En zitten je voeten vast. Dan moet je wachten tot iemand je weer los trekt".
Dat vindt Lila niet leuk. Ze blijft achter Mo lopen.
Op weg naar de wolkenfabriek.

Even later staan Mo en Lila voor de wolkenfabriek.
"Hoe worden die wolken gemaakt?" vraagt Lila.
Mo vertelt dat de wolken gemaakt worden van water.
Lila vindt dat raar. Water kan toch niet vliegen als een wolk.
Mo zegt: "Als water heel warm wordt, worden de waterdruppels kleine wolkjes.In dat ronde wolkding daar",wijst Mo. "Daar gaan de oude regenwolken in. Onderaan wordt het ding een beetje spits, zie je? Zo worden alle waterdruppels uit de wolken geperst".
Mo wijst naar het midden van de fabriek. "De druppels gaan dan naar de grote wolkentank, Daar wordt het water heet gemaakt, door de lanterfanten. Als het water heet genoeg is, komen er nieuwe wolken uit de schoorsteen".
"Wat zeg je?" vraagt Lila."Lanterfanten. Wat zijn dat?".
Mo vertelt dat lanterfanten dieren zijn net zo groot als je hand. Ze zijn rond met veel pootjes. De meesten zijn zwart met rode stippen. Kijk daar komt er net een aangelopen" roept Mo. Vanachter de fabriek verschijnt de lanterfant. "Ooo"roept Lila "Dat is een grote lieveheersbeestje".  Mo vindt dat maar een rare naam voor een lanterfant                   


Hij vertelt verder: "In de wolkenfabriek krijgen de 'fanten' lekkere wolkenhapjes te eten. Ze drinken ook wolkenlimonade. Dat vinden ze zo lekker, dat ze helemaal warm worden. Hoe meer ze eten, hoe warmer het wordt. Als de druppeltjes water wolkjes geworden zijn gaan ze naar de schoorsteen. Daar worden ze een grote wolk. De wolken gaan dan de schoorsteen uit. Bolle Jan, de wind, blaast ze weg".
"En wie maakt al die lekkere hapjes?" is de volgende vraag van Lila.
Leon Kroelio
"Leon Kroelio, de keukenprins".
"Grummll" zegt de buik van Lila.
"Laten we maar gauw naar Leon gaan" zegt Mo.

"Hallo, wie ben jij?".
"Waar ga je naar toe?"
"Waar kom je vandaan?"
Wat is dat? Opeens zijn er allemaal kleine wolkjes bij Lila's hoofd. "Wie zijn dat?" vraagt ze.
"Dat zijn praatwolkjes. Ze praten, kletsen en vragen de hele dag. Gewoon net doen of ze er niet zijn, dan gaan ze vanzelf weg" zegt Mo.
Maar Lila vindt deze wolkjes veel te  leuk. Ze geeft op alle vragen een antwoord.
"Waar komen de praatwolkjes vandaan? vraagt Lila weer.
Mo zucht eens: "Er zijn wolkjes die geen grote wolk willen worden. Ze zijn erg nieuwsgierig en ongeduldig. De wolkjes vliegen heel snel de schoorsteen uit. Daarna worden ze praatwolkjes".

"Rommeldebom".
"Zo die buik van jou gaat steeds  harder praten"lacht Mo.
"Dat is mijn buik niet" zegt Lila. "Het geluid komt uit de fabriek".
"O, jee, de lanterfanten hebben de hik" roept Mo
"De hik? Is dat erg?" roept Lila.
"Als de lanterfanten de hik krijgen.Dan komt er  een...DONDERWOLK..."schreeuwt Mo.
Lila kijkt naar de schoorsteen van de wolkenfabriek.
Er komt een grote zwarte wolk uit de pijp.
Lila wil aan Mo vragen wat ze moet doen. Maar Mo is  nergens te zien. De praatwolkjes zijn ook ineens verdwenen.
Achter haar hoort ze roepen: "Donderwolk, donderwolk".
Als ze zich omdraait , ziet ze Mo over het wolkenpad  weg rennen.

Lila begint achter mo aan te rennen. Maar lila weet niet meer waar het wolkenpad is. Ze rent zo van het pad af over een dunne wolk.
Ineens zitten haar voeten vast. Ze kan niet meer rennen.
"Een drijfwolk" roept Lila. "Mo, Mo help, help dan toch".
Mo is nergens te zien.
O, jee denkt Lila, nu moet ik wachten tot ze me los komen trekken.
Dat heeft Mo verteld.
Lila kijkt, een beetje bang, omhoog.
De grote zwarte wolk hangt nu recht boven haar.
"Rommeldebommel".
Was de wolk boos? Of heeft hij net als Lila's buik honger?

Ineens begint het te regenen.
Als de regendruppels op een wolk vallen, begint het te sissen.
Tsssss,tssss, tsssssss.
Om Lila heen begint de drijfwolk te smelten. Net als sneeuw.
Even later is de wolk bijna weg gesmolten. Alleen onder Lila's voeten zit nog een beetje wolk.
Lila is veel te zwaar voor zo weinig wolk. Langzaam zakt ze naar beneden.

"Tsssss,tssss". De wolk onder Lila's voeten is nu ook weg.
Ze valt omlaag. Sneller en sneller.
Ze ziet de bomen weer, de speeltuin, juf Thea en de andere kinderen.
Lila is heel erg bang geworden. Ze knijpt haar ogen dicht. Als dat maar goed gaat.

Als Lila haar ogen open doet zit ze nog steeds onder de boom.
Ze hoort juf Thea roepen.
"Lila, kom maar bij mij onder de grote paraplu staan. Het begint te regenen".
Lila staat op en rent naar de juf.
"Nu het toch regent, gaan we onze broodjes opeten. En een glaasje limonade hoort er ook bij" zegt de juf.
Wat waren die broodjes lekker. Lila's buik knort van plezier. Ze heeft geen honger meer.
Opeens hoort Lila bij haar oor: "Hallo Lila, waar ga je naar toe?"
Als ze haar hoofd omdraait ziet ze een praatwolkje.
Het wolkje was bang geworden van de donderwolk. Het had zich verstopt in de zak van Lila's rode broek.
"Dag Lila, tot ziens". Het wolkje vliegt heel vlug terug naar Kroelonia.
Lila kijkt om zich heen. Niemand heeft het wolkje gezien, zelfs juf Thea niet. En die ziet toch altijd alles.

Het is een spannende dag geweest.
Die nacht droomt Lila van het grote wolkenrijk Kroelonia,van Mo, de lanterfanten en ook over donderwolken.

Slaap lekker  Lila




DJEK
Joepdoei en de mazzel!!!!








Geen opmerkingen:

Een reactie posten